Het wezen van het Joh. en het Mat.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 113 / 242 »»
[1] Schrijver Matthéus, die Mij op een afstandje volgde om te zien wat er gebeurde en het daarna op te schrijven, kwam nu ook bij Mij staan en vroeg Mij of hij deze gebeurtenis op moest schrijven.
[2] Maar Ik zei: 'Doe dat niet, opdat men later de gebeurtenissen niet verwisselt! Want overmorgen gaan we weer naar het meer en daar zal precies zo'n gebeurtenis plaats vinden, en die moet je dan wél helemaal opschrijven! Vanaf morgen kun je trouwens beginnen met al het buitengewone op te schrijven, wat er maar gebeurt!'
[3] Matthéus weet nu wat hij doen moet; maar Johannes vraagt, omdat hij het gebeurde zo buitengewoon vond, of hij dan toch niet, al was het maar met enkele woorden, hier ook aantekening van mocht maken.
[4] En Ik zeg tegen hem: 'Dat kun je wel doen, maar niet di rekt bij datgene, wat je tot nog toe al opgeschreven hebt, maar pas verderop; want binnen een half jaar krijgen we nog een keer zo'n geschiedenis, en dan kun je deze, of die opschrijven!
[5] Het is helemaal niet zo belangrijk dat een teken dat veel lijkt op een vroeger teken opgeschreven wordt, omdat dat bij de latere belijders van Mijn leer gemakkelijk verwisselingen in de hand werkt, en uit zulke verwisselingen vervolgens allerlei tobberijen en twijfels kunnen ontstaan, die dan de hoofdzaak, namelijk Mijn leer, veel meer schaden dan baten.
[6] Zolang Ik en jullie en degenen, die ieder voor zich getuigen kunnen van de volle waarheid van de vele tekenen, nog op deze aarde leven, zolang worden alle twijfels gemakkelijk voorkomen; maar in latere tijden, als, terwille van de vrijheid van de menselijke wil, alleen het geschrevene over Mij getuigen zal, dan moet het geschrevene zuiver en goed geordend zijn, anders schaadt het meer dan het baat.'
[7] Johannes zegt: 'Beste Meester! Wat u nu zei, is zeker waar; maar zou het juist daarom met te prefereren zijn als Ik alles wat U doet en leert net eender op zou schrijven als broeder Matthéus?
[8] Want als dan later de mensen onze geschriften met elkaar vergelijken en bij mij niet zullen vinden, wat wel in dat van Matthéus staat, zullen ze dan niet beginnen te tobben en aan de echtheid van het hele evangelie gaan twijfelen en zeggen: 'Waarom vinden we van de ene Jezus niet in allebei de evangeliën dezelfde leer en dezelfde daden? Waarom schreef Matthéus dit en Johannes dat, het lijkt niet op elkaar en toch moeten beiden steeds bij Hem zijn geweest?!' Ik denk, dat als ik heel wat anders opschrijf dan Matthéus, dit oordeel van degenen, die na ons komen, onder de genoemde omstandigheden niet uit kan blijven!'
[9] Ik zeg: ' Je hebt helemaal gelijk, beste broer; maar weet je, de reden waarom Ik dat zo Iaat doen, kun je nu nog niet begrijpen, maar later zal je dat wel duidelijk worden!
[10] Wat Matthéus schrijft, heeft alleen maar voor deze aarde een bijzondere waarde, maar wat jij schrijft, dat heeft waarde voor de hele eeuwige oneindigheid! Want in alles wat jij schrijft, verbergt zich het puur goddelijke besturen van eeuwigheid tot eeuwigheid door alle reeds bestaande scheppingen en ook door die, welke in toekomstige eeuwigheden in de plaats zullen komen van de nu bestaande! En ook al zou Je in vele duizenden boeken opschrijven, wat Ik jou en jullie allen daarover nog zal onthullen, dan zou de wereld die boeken met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, en zulke boeken zouden daarom voor de wereld geen nut hebben. (zie Joh. 21:25)
[11] Maar wie leeft volgens de traditionele leer en gelooft in de Zoon, die wordt toch al in de geest wedergeboren en de geest zal hem in alle diepten der eeuwige waarheid leiden.
[12] Nu weet je de reden waarom Ik jou niet alles laat opschrijven; vraag het Mij daarom voortaan niet meer! Want het mag de wereld nooit te duidelijk gezegd worden, opdat ze niet onder een nog zwaarder gericht terecht komt dan ze nu al onder het oude noodzakelijke gericht is.
[13] Ik wil Mijn leer echter zo geven, dat niemand slechts door het evangelie te lezen of door er naar te luisteren de kern van de levende waarheld bereiken kan, maar deze alleen kan bereiken door Mijn leer toe te passen, en door de toepassing zal Mijn licht in iedere mens steeds helderder gaan schijnen!' (zie Joh. 7:17)
«« 113 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.