De vervloeking van Chorazin, Bethsaïda en Kapérnaum.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 148 / 242 »»
[1] Na die dreigende woorden kwamen Mijn leerlingen bij Mij staan en zeiden: 'Heer! Hoe kunt U dat aanhoren? U heeft toch genoeg macht om zulk gespuis te vernietigen? Verschillende malen werden de Samaritanen verdreven omdat ze zich tegen U wilden verzetten, en toch heeft U in Sichar niet eens zoveel gedaan als in Kapérnaum!'
[2] Ik zeg: 'Daarvoor heb Ik zeker meer dan genoeg macht. Maar het is voor de Heer van het leven niet nodig om hier recht te spreken; want na dit leven komt nog een leven, dat nooit eindigt, of het nu goed is of slecht, -het duurt even lang. En voor die eeuwige tijd geef Ik nu reeds een rechtvaardig oordeel: Ik vervloek al de steden, waarin Ik zoveel goeds gedaan heb en waarvan Ik nu een loon ontvang zoals jullie dat zojuist hoorden!
[3] En zij hebben zich niet verbeterd (Matth. II:20) ondanks al Mijn prediking, en al Mijn daden lieten hun harten onberoerd. daarom wee, Chorazin, wee Bethsaïda! Als in Tyrus en Sidon zulke daden gebeurd waren zoals bij jullie, dan zouden ze tijdig in zak en as boete gedaan hebben! (Matth. 11:21)
[4] Maar Ik zeg jullie: Op de jongste dag van het gericht in de andere wereld zal het Tyrus en Sidon draaglijker vergaan dan dezen! (Matth. 11 :22)
[5] En jij trots Kapérnaum, dat verheven werd tot in de hemel, zult neergestoten worden in de hel! Want als in Sodom zulke wonderen waren gebeurd als bij jou gebeurd zijn, dan stond die stad er op de huidige dag nog! (Matth.11 :23)
[6] Maar nogmaals zeg Ik jullie: Eenmaal in de andere wereld op de jongste dag van het gericht, zal het land der Sodomieten het draaglijker hebben dan jij (Matth. 11:24), jij trotse en mateloos ondankbare stad! Heb Ik daarom duizenden van je zieken genezen en je doden opgewekt, dat je Mij nu vervloekt?! Duizendmaal wee voor jou op de dag van het gericht in het hiernamaals! Daar zul je ondervinden, Wie Degene was Die je vervloekt hebt!'
[7] Na Mijn strafrede kregen velen een visioen en zagen, hoe het op de jongste dag zal vergaan met zulke steden; die door Mij vervloekt zijn, en zij zagen Mijn gestalte in de wolken en uit Mijn mond kwam een vloek en deze trof de vervloekte steden!
[8] Toen dit visioen weer verdween bij de merendeels onmondige, dat wil zeggen eenvoudige, Mij liefhebbende mannen en vrouwen die Mij omringden, vielen ze voor Mij neer en loofden en prezen Mij.
[9] Maar Ik hief Mijn handen over hen, zegende hen en zei: 'Ook Ik, mens zijnde, prijs U, Vader en Heer des hemels en der aarde, dat U dat voor deze wijzen en verstandigen van de wereld hebt verborgen en het hebt geopenbaard aan de onmondigen! (Matth.11;25) Ja, heilige Vader, zo is het aangenaam voor U en Mij! (Matth. 11:26) Want wat U doet, dat doe Ik ook; want wij zijn eeuwig Een! Ik was nooit een ander dan U, heilige Vader, en wat van U is, is ook van Mij!'
[10] Door deze laatste woorden worden allen bevangen door een grote vrees. Want onder de Mij steeds volgende leerlingen waren er nu al veel, die niet meer twijfelden aan Mijn goddelijkheid; en juist deze werden het meest door vrees bevangen.
«« 148 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.