Drie maangeesten spreken over de maanwereld.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 153 / 242 »»
[1] Kisjonah wist ook iets van sterrenkunde af en begon aan de hand van de verplaatsing van de sterren uit te rekenen of middernacht al gauw voorbij zou zijn; want in die tijd had men nog lang niet zulke klokken als thans, en men behielp zich met een onnauwkeurige berekening aan de hand van de stand der sterren.
[2] Na een poosje zegt Kisjonah: 'Volgens mijn berekening zou middernacht nu al voorbij zijn?!'
[3] Ik antwoord: 'Vriend! Jouw berekening lijkt nergens naar; want wij zijn nog een uur van het midden van de nacht verwijderd. Reken daarom maar liever niet, want de loop van de sterren is anders dan je denkt! Jouw manier van berekenen is onjuist, en daardoor is het vrijwel onmogelijk, dat je aan de stand en de loop van de sterren het midden van de nacht kunt bepalen. Mensen, die dat kunnen, zullen eenmaal wel geboren worden; maar nu is het nog lang niet zo ver.
[4] Toch kwam onder het houden van verschillende gesprekken het midden van de nacht naderbij, en geheel volgens de wetten der natuur kwam de maan voor de helft verlicht op. Toen vroegen de dochters van Kisjonah al weer gauw, wat de maan toch wel was, en hoe zij steeds zo haar licht veranderde.
[5] Maar Ik zei tegen hen: 'Beste dochtertjes! Er staan net drie maangeesten achter jullie; vraag het hen! Zij zullen jullie precies vertellen wat de maan is, en op welke manier zij regelmatig haar licht wisselt en af en toe helemaal verliest!'
[6] De oudste stelde toen vragen aan de drie geesten over de maan, en die antwoordden: 'Bekoorlijke! Over de aarde waarop jij woont zouden wij aan jou precies dezelfde vraag kunnen stellen. Je weet niet waarom het nu donker is op aarde en toch stel je daar geen vragen over; waarom wil je dat dan wel over de maan weten, die toch zoveel verder van je af staat dan de aarde, die je draagt?
[7] Kijk, net als jouwaarde, is ook onze maan een wereld! Jouw aarde is rond; en onze maan is dat ook. Jouwaarde wordt steeds maar voor de helft door de grote zon beschenen, en onze maan ook. Bij jou duurt de nacht gemiddeld ongeveer dertien van jullie korte uren, en je aardse dag is ook ongeveer even lang; op de maan echter duren zowel de nacht als de dag ongeveer veertien aardse dag en nachtlengtes, en daardoor ziet je oog vanaf je aarde de voortdurende wisseling van het licht op de maan, - en dat is een groot verschil tussen de maan en jouw zoveel grotere aarde.
[8] Er is echter nog een veel groter verschil tussen jouw aarde en de maan, en dat is, dat de maan slechts aan één kant, die je echter niet zien kunt, bewoond wordt door wezens van mijn soort, terwijl de aarde aan alle kanten bewoond wordt of voor het grootste deel bewoonbaar is.
[9] O, op de maan leeft men niet zo gelukkig als op jouwaarde! O, daar heerst veel kou en veelonverdraaglijke hitte, veel honger en vaak brandende dorst! Heb daarom geen verlangen naar die kleine, maar buitengewoon harde wereld, waar op de velden geen tarwe en geen koren en helemaal geen wijn groeit!
[10] Maar op de kant die je vanaf je aarde altijd alleen maar kunt zien, woont geen lichamelijk wezen, geen dier en ook geen mens, maar daar wonen alleen maar ongelukkige geesten die zichzelf moeilijk of ook wel helemaal niet kunnen helpen. - En nu weten jullie alles, wat je weten moet.
[11] Wens echter niet om nog meer over de maan te weten te komen; want die kennis zou je tenslotte erg ongelukkig maken!
[12] Houd je alleen maar aan de liefde en geef alle wijsheid op; want je kunt beter aan de tafel der liefde eten -dan op de maan de spaarzame dauw van de steen der wijzen likken!'
[13] Na deze beschrijving verwijderen de drie maangeesten zich, en de dochters vragen Mij heel vertrouwelijk of het er op de maan wel zo uitzag als de drie maangeesten hen nu verteld hadden.
[14] En Ik zeg: ' Ja, beste dochters, -het is precies zo en vaak nog veel erger! -Maar nu laten we de maan verder gaan, en kijk allen nu eens naar het oosten!
[15] Ik zal nu enige hemelse engelen roepen, en je zult ze daar vandaan zien komen; kijk dus naar die kant!'
«« 153 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.