De verzinsels van Rhiba.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 171 / 242 »»
[1] De ongeveer dertig Farizeeën, die de een wat meer, de ander wat minder, betere manieren hadden gekregen en nu ook gelovig waren geworden, gingen in een eigen hut en overlegden daar gedurende bijna de gehele nacht wat ze van nu af aan zouden doen.
[2] Een van hen, zogezegd een voornaam man, heette Rhiba. Toen het lang duurde zonder dat er een besluit werd genomen, nam hij het woord en zei: 'Broeders, jullie praten nu zeker al een uur of twee en je bent nog geen stap verder gekomen om een besluit te nemen. Jullie kennen mij wel en je weet allang, dat ik in zulke kritieke omstandigheden meestal de spijker op de kop sla, en nu denk ik, nadat ik alles wat werd gesproken en gedaan heel kritisch heb aangehoord en bezien, dat ik hier de spijker ook wel kan raken. Luister daarom naar mij !
[3] Het is beslist waar en niet te ontkennen dat deze mens, die de zoon van een timmerman uit Nazareth is, dingen doet en handelingen verricht, die behalve God vrijwel niemand mogelijkerwijs kan doen; of wel, wie maar enigermate zwak en niet zo scherpzinnig is, wordt zonder meer overdonderd en denkt dat deze Nazareeër minstens een soort Griekse halfgod is. Het had niet veel gescheeld of zelfs ik had dat geloofd; want die verschijningen op de top van deze berg waren in alle ernst zo buitengewoon, dat ze in Mozes en Elia 's tijd niet buitengewoner konden Zijn.
[4] Maar ik met mijn onopvallende scherpzinnigheid zag toch dingen gebeuren waardoor mij de schellen van de ogen vielen, en waardoor ik nu heel goed en precies weet waar ik aan toe ben. Hebben jullie die mannen niet gezien, die als engelen op de bergtop naar ons toekwamen?' - Iedereen knikt instemmend. -Weten jullie ook, wie het zijn en waar ze vandaan zijn gekomen?' -Men schudt ontkennend het hoofd. -'Ik zal dat jullie eens uit de doeken doen! Kijk en luister:
[5] Het zal jullie wel bekend zijn dat de timmerman uit Nazareth, Jozef genaamd, waarvan altijd al gezegd werd dat hij ingewijd was in de kennis van de Egyptische en Perzische magie, tevens in direkte lijn afstamt van David en zich zo nu en dan de bijnaam 'Davids zoon' gaf. De vader van Jozef, die Eli heette en ook een timmerman met een overigens geheel onbesproken gedrag was, had echter in het geheim toch als hoofddoel gekozen om zijn stam weer op de troon van Juda en het gehele beloofde land te brengen. Hij liet zijn zoon Jozef, onder het voorwendsel dat deze zich in de bouwkunst zou bekwamen, in goed gezelschap naar Perzië en misschien zelfs naar Indië reizen. Maar dat was niet voor de bouwkunst, maar voor de buitengewone magie, opdat Jozef dan met die wetenschap en die kunst alle mensen kon verblinden en zich als een door God gezonden wezen kon laten verheffen op de troon van Joden en Romeinen tesamen. Want met de sterk tot verafgoding ge neigde Romeinen zou makkelijker gemanipuleerd kunnen worden dan met de Joden. Alleen moest Jozef, ondanks zijn geheime kunst, naar buiten toe een strenge Jood zijn en voor de wet geen smetje hebben, opdat zelfs de hogepriester geen aanmerking op hem kon maken! Na een aantal jaren kwam Jozef van zijn reis terug en bezat toen de kunst wel, maar had geen middelen en gelegenheid om deze toe te passen. Ook had hij geen durf genoeg, zoals mij oude mensen verteld hebben, maar het voornaamste wat hem ontbrak was het sprekerstalent; want spreken kon hij niet en daarom was hij erg kort van stof. Eli zag, dat zijn opzet niet slaagde, en liet toen zijn zoon Jozef, die helemaal geen geschiktheid voor de troon toonde, alleen maar zijn bekende handwerk uitoefenen. Toen Eli stierf, zegende hij zijn zoon wel, maar zei heel wijs dat Jozef ten opzichte van zijn kinderen voor dat bepaalde doel niets meer moest doen, want er zat geen toekomst meer in. En daarom heeft Jozef ook helemaal niets meer voor de kinderen van zijn eerste vrouw gedaan.
[6] Maar na het overlijden van zijn eerste vrouw kwam door een gelukstreffer, hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door zijn in Perzië geleerde magie, de mooie jonge Maria, die ook van Davids stam was, uit de tempel onder zijn bescherming, en toen kwam het koningsidee in Jozef weer tot leven. Hij maakte Maria zwanger, die toen nauwelijks veertien jaar oud was, en huwde haar pas later, waardoor hij weliswaar in Jeruzalem grote moeilijkheden kreeg, maar waaruit hij zich redde met geld en magie, en door op aanraden van een goede vriend in Jeruzalem tevens met Maria te trouwen.
[7] Weliswaar moeten de nog in leven zijnde en zeer welgestelde ouders van Maria in Jeruzalem, een zekere Joachim en Anna, met dat huwelijk niet erg ingenomen zijn geweest; maar Jozef had een machtige vriend in de tempel, de oude Simeon en vooral Zacharias, en zo ging de geschiedenis toch zonder verdere moeilijkheden door, en Maria werd de rechtmatige vrouw van Jozef, en daarmee moesten de ouders ook instemmen.
[8] Jozef, die buitengewoon aangemoedigd werd door Maria waarvan hij veel hield, deed er nu alles aan om voor het nog niet geboren kind, als het een jongen zou zijn, -wat de in dergelijke dingen opgeleide Jozef met vrij grote zekerheid vooruit kon weten, -al het mogelijke voor het bepaalde doel aan te wenden, waarbij nu ook de niet onaanzienlijke middelen van de schoonouders wel goede diensten verleend zullen hebben.
[9] Enige weken voor de bevalling zond hij in het geheim boden naar Perzië en liet drie wijzen uitnodigen, die hij in zijn jeugd had leren kennen. Deze kwamen naar Nazareth; en omdat in diezelfde tijd Keizer Augustus voor heel Judéa de volkstelling in Bethlehem had uitgevaardigd, waren Jozef en Maria met de kinderen naar Bethlehem opgetrokken om zich daar te laten inschrijven.
[10] De in Nazareth gearriveerde drie wijzen met hun grote en schitterende schaar bedienden wisten toen niet waar ze naar toe moesten, gingen op naar Jeruzalem en deden daar ongelukkigerwijs bij de oude Herodes navraag naar de pasgeboren koning van Israël en goten daarmee. olie op het vuur! Herodes kon hen natuurlijk niets anders zeggen dan in de eerste plaats, dat hem dat totaalonbekend was, en in de tweed~ plaats dat als er iets van waar was, deze familie zich dan net als vele duizenden anderen in verband met de door de keizer verordende volkstelling, zeker in Bethlehem zou bevinden. Daarop haastten de drie wijzen zich meteen naar Bethlehem en vonden daar wat ze zochten.
[11] Je kunt je wel voorstellen dat het daar niet ontbroken heeft aan magische verschijnselen, waar zelfs de Romeinen van onder de indruk waren anders had Herodes niet de kinderen laten vermoorden. Deze magiërs hebben het kind voor een goede opleiding ook grote schatte~, zo niet geschonken dan toch wel geleend, rekening houdend met.het feit dat het kind koning zou worden en dan het geleende naar Perzië terug zou zenden.
[12] Juist daarom hebben die drie magiërs het pasgeboren kind niet meer uit het oog verloren, tot op dit uur zorgden zij voor zijn complete magische opleiding en nu kwamen ze ook weer als drie engelen uit de hemel en ze helpen Jezus bij het volvoeren van zijn wonderen, en het volk, dat blind is en niets van al die geheime dingen weet, te verblinden met allerlei wijze preken en wonderbare daden.
[13] Maar ons, die in al dergelijke geheimen zijn ingewijd, kunnen ze de ogen niet verblinden, en daarom is het onze heilige plicht om deze mens op alle wegen en paden in de gaten te houden en daar, waar hij te ver gaat, snel in te tomen.
[14] Het ergste zou zijn, als hij de Romeinen aan zijn kant kreeg; dan zou al onze moeite helemaal voor niets zijn! Dat moeten we daarom dan ook zo zorgvuldig mogelijk zien te verhinderen, anders groeit hij ons nog hemelhoog boven ons hoofd! Als hij eenmaal boven is, dan zullen wij hem niet meer naar beneden kunnen trekken! -Wat denken jullie daarvan?'
[15] De anderen zeggen: ' Je hebt misschien wel helemaal gelijk; maar als het later anders blijkt te zijn, wat best mogelijk is, wat moeten we dan?'
[16] Rhiba antwoordt: 'Die vraag kun je hier helemaal niet stellen! Is hij meer, of kan hij meer zijn dan een mens? Wie onder ons is dan zoals de heidenen, die niet weten wat of wie God is en daarom zowel bijzondere mensen als ook zelfs sommige eigenaardige dieren voor Goden aanzien, vereren en aanbidden?
[17] Is deze Nazareeër dan meer dan een buitengewoon voortreffelijk mens, een genie, onovertrefbaar in zijn doen en laten?
[18] Als hij zou blijven wat hij is, en zijn kunst voor het welzijn der mensen zou uitoefenen en ze ook over menig onderwerp, waarin de mensen blind zijn en waar ze weinig of helemaal geen inzicht in hebben, zou onderrichten, dan zou hij onvervangbaar zijn, en het land waar hij woonde zou te benijden zijn. Maar nu streeft hij naar de troon, de kroon en de scepter van David, en dat maakt hem verachtelijk in de ogen van alle echte en zuivere Joden die nog bezield zijn met de oude geest, waardoor ze alle verschijnselen in het mensenleven in de juiste verhoudingen kunnen zien en niet zo gemakkelijk als halfheidense tollenaren en zondaren bedrogen kunnen worden!
[19] Wat heeft het voor de mensheid dan ook voor nut om door zulke schitterende leringen in verschillende sekten gescheiden te worden, die elkaar dan alleen maar vanwege het verschillende geloof haten -meer dan de verscheurende dieren in de wouden?! Die van het oude geloof haten die van het nieuwe geloof, en omgekeerd, en zo schenkt zo'n geloof altijd juist het tegendeel van wat het predikt; in plaats van vriendschap, liefde en vrede veroorzaakt het vaak de onverzoenlijkste vijandschap, haat en de ergste oorlog! En alle geloofsvernieuwingen op aarde hebben steeds deze zelfde vruchten opgeleverd! Als nu, zoals langdurige ervaring leert, de vruchten van zulke ondernemingen steeds dezelfde zijn, dan hebben wij als verlichte mensen en leiders van de volken de onvermijdelijke plicht om zulke vernieuwers vroegtijdig de weg te versperren waarop voor duizenden ondergang en verderf dreigt. Is het dan niet beter, dat één zo'n heerszuchtige magiër uit de wereld wordt geholpen, dan dat in korte tijd vele duizenden, door zo'n zonderling verleid, door het scherp van het zwaard te gronde moeten gaan?!'
«« 171 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.