Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 184 / 242 »»
[1] Als ze bij het huis van Baram komen, zien ze onmiddellijk een grote menigte die door de massale genezing letterlijk buiten zichzelf is van verbazing. Maar omdat de oude Farizeeën die massale genezing niet hebben gezien, denken ze, dat het volk zich nog steeds verbaast over de genezing van de bezetene van de vorige dag, omdat men nog net als gisteren steeds maar roept: 'Heil aan de zoon van David! Dit is waarachtig Davids zoon!'
[2] Toen de oude Farizeeën dit hoorden, ergerden zij zich en zeiden tegen het volk: 'Waarover verbazen jullie je nu zo bijzonder?! Wij weten beter dan jullie hoe het gebeurde! Deze tovenaar drijft de duivels alleen maar met behulp van de opperste duivel, Beëlzebub, uit (Matth. 12:24), -en moet je hem dan loven alsof hij de zoon van David zou zijn?!' -Toen begonnen een paar wat minder overtuigde mensen een beetje te twijfelen en vroegen aan de Farizeeën of die hen uit de doeken konden doen hoe het gebeurde en hoe het mogelijk was, -en of de opperste duivel zo nu en dan ook goddelijke daden kon verrichten.
[3] De oude vossen waren niet op deze vraag bedacht en wisten daarom niet welk antwoord ze moesten geven. Toen de vragenden echter bemerkten dat de Farizeeën geen enkel bewijs hadden, omdat het antwoord zo lang op zich liet wachten, zeiden ze: 'Waarom geven jullie op onze redelijke vraag geen antwoord, zodat wij kunnen vaststellen hoe deze zogenaamde tovenaar de duivel door Beëlzebub uitdrijft en of Beëlzebub ook goddelijke daden kan verrichten? Het is heel gemakkelijk om een mens, die hoe dan ook in staat is om buitengewone dingen te doen, een knecht van de satan te noemen en hem zo verdacht te maken, maar het is heel wat anders om daarvan een tastbaar en zeker bewijs te leveren! Waarom zeggen jullie niets, als je zo zeker van je zaak bent?'
[4] De Farizeeën antwoorden: 'Wij zwijgen, omdat wij door de geest van God verlicht, altijd weten en begrijpen wat de mensen behoren te weten en wat wij bijgevolg moeten zeggen. Niet, omdat wij het niet zouden weten, maar -omdat wij het niet mogen, willen wij jullie ook geen rechtsgeldig bewijs geven naar aanleiding van jullie vraag. Het betaamt jullie alleen maar om alles te geloven wat wij jullie leren, en niet om dat zelf uit te zoeken; want God heeft ons aangesteld om alle dingen tot op de kern te onderzoeken, de geheime zaken voor ons te houden en het volk alleen maar datgene te vertellen wat het nodig heeft. Begrijpen jullie ons nu?!'
[5] Daarop zegt het volk: 'O ja, we hebben jullie heel goed begrepen, en omdat we dat al een tijdlang doen, zijn we juist vanwege dat maar al te goede begrip overgegaan naar de Grieken die niet zulke praatjes over geheimen verkopen! Daar heb je Aristoteles, Pythagoras, Plato en Socrates, en hun werken en geschriften zijn helder en waarachtig. Maar bij jullie wordt alles steeds meer in het diepste duister gehuld, zodat men geen handbreed voor of achter zich kan zien.
[6] Hoe komen jullie erbij om deze ons door God gezonden genezer verdacht te maken?! Hij heeft ons wel gedaan en al onze zieken genezen, en daarom noemen jullie hem een satansknecht?!
[7] Wat moeten jullie dan wel zijn, die ons nog nooit een nog zo kleine weldaad bewezen hebt?! Wanneer hebben jullie met je nietswaardige middelen en door je voorgewende gebeden ooit iemand genezen?'
[8] De Farizeeën zeggen: 'Hebben we dan geen officiële getuigschriften?!'
[9] Het volk zegt: 'Natuurlijk hebben jullie officiële getuigschriften en nog heel snoevende ook - uit de tempel; maar waar zijn dan de daden waartoe jullie volgens de getuigschriften te allen tijde in staat zouden zijn?! Daar hebben we nog nooit iets van gezien!
[10] Maar deze mens kwam zonder officiële papieren bij ons en doet nu dingen waarvan men gevoeglijk kan zeggen, dat, zolang de wereld bestaat, er nog nooit een mens is geweest die dat gedaan heeft! We beseffen heel goed waarom jullie deze goddelijke mens voor ons verdacht wilt maken, hoewel jullie ons de waarheid daarover niet wilt vertellen. Luister! Wij zijn zo vrij, het jullie onder je neus te wrijven! Dit is de reden:
[11] Deze goddelijke mens maakt de wonderbaarlijkste dingen tot werkelijkheid, iets waartoe jullie -volgens je tempelgetuigschriften -in staat zouden moeten zijn, maar wat je gedurende de dertig jaren, die jullie bij ons bent, nog nooit hebt gedaan.
[12] Hoeveel geld en andere grote kostbaarheden hebben jullie van ons ontvangen, opdat je iets voor ons welzijn zoudt doen; maar waar is het resultaat?! Ons goud en zilver heb je wel genomen; maar we kregen niets daarvoor terug dan lege beloftes, die nooit vervuld werden. Als wij aan jullie vroegen wanneer de vervulling zou komen, dan wezen jullie op de weelderige gewassen en onze goddank gezonde kudden. Maar wij wezen jullie op de nog weelderiger gewassen en de net zo gezonde kudden van de Grieken, die door jullie op iedere sabbat voor zonsopgang zeven maal vervloekt werden. Dan zeiden jullie: Zo'n weelderige groei wordt veroorzaakt door de satan, en het brood van zulke velden en het vlees van zulke kudden brengt geen leven, maar de verdoemenis! Maar jullie versmaadden toch niet de verplichte en zeker niet geringe bijdrage van de Grieken, die zij ieder jaar als gedoogbelasting in de vorm van alle mogelijke soorten gewas af moesten dragen! Zeg eens, wat hebben jullie dan wel met de volgens jullie sprookje door satan gezegende gewassen gedaan?'
[13] De Farizeeën, die al erg kwaad zijn, antwoorden: 'Dat verkochten we aan de heidenen, zoals de Romeinen en Grieken, opdat ze op de jongste dag nog meer verdoemd zullen zijn!'
[14] 'Dat is mooi!', zegt het volk, 'Ze zeggen, dat de duivel dom is, en dat je zijn leugens van het voorhoofd af kunt lezen; maar jullie zijn nog tien keer zo dom, -want jullie leugens kun je al met je klompen aan voelen! Weet je niet meer dat wij al jullie gewassen met onze ossen en ezels naar Jeruzalem naar de markt hebben gebracht, en dat we precies weten aan wie wij jullie gewassen verkocht hebben!? En jullie zijn brutaal genoeg om tegen ons te zeggen dat je het Griekse gewas aan de heidenen verkocht hebt, opdat ze nog meer verdoemd zouden zijn! Als je je al met leugens wilt schoon wassen, lieg dan een beetje slimmer zodat het niet lijkt alsof wij nog dommer zijn dan jullie en dat het voor ons geen verschil zou maken om zonder enig bezwaar zwart in plaats van wit en wit in plaats van zwart te kopen! -Nee, hoe kan iemand zo afschuwelijk liegen! Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt!'
[15] De Farizeeën zeggen daarop: ' Jullie weten en begrijpen niets! Weten jullie dan niet, dat een Farizeeër helemaal niet kan liegen?! Want in de wet van de tempel staat, dat ieder die zich wijdt aan de dienst van God, absoluut niet liegen kan, ook al zou hij het willen; want zelfs de grootste leugen wordt in zijn mond de lichtendste waarheid!'
[16] Nu begint het volk te lachen en zegt bij wijze van grap: 'Ja, ja, die tempelwetten die je daar aanhaalt kennen wij ook; ze zeggen dat daar ook in geschreven staat: Als een Farizeeër viezigheid in zijn mond neemt dan verandert dat direkt in goud!'
«« 184 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.