Gelijkenis van de gemeste os.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 219 / 242 »»
[1] Na het avondmaal zegt Ahab: 'Heer, vanzelfsprekend heb ik voor mijzelf al sinds Jesaïra een heel duidelijk beeld van Uw wezen, en voor mij en mijns gelijken waren zulke geweldige tekens niet nodig geweest om ons meer dan voldoende ervan te overtuigen, dat U Jehova Zelf bent, Die werkt door middel van een van de aarde als het ware geleend mensenlichaam. Maar ik vraag mij af of de vijf Farizeeën uit Bethlehem, die overigens echte mannen van eer schijnen te zijn, er serieus niets van merken wie degene zou kunnen zijn, die hun zieken zo wonderbaarlijk genezen heeft. Als ze ook maar enig idee hebben, dan ligt het toch erg voor de hand dat een gewoon mens zoiets in der eeuwigheid niet kan. Ik denk dat ze eens wat aan de tand gevoeld moeten worden, dan zal wel vlug blijken wat ze in hun hart over U denken.'
[2] Ik zeg: 'Vriend, Ik hoop niet dat je er aan twijfelt, dat Ik precies weet wat ze van Mij denken; en daarom vind Ik het helemaal niet nodig dat we hen in hun persoonlijke bespiegelingen storen. Bovendien komt er morgen nog een dag, waarop nog menige zaak uitstekend geschikt kan worden. Laat ze vannacht maar goed doorgisten! Want net zoals voor de nieuwe most de gisting nodig is, opdat uit de most een alcoholische wijn ontstaat, zo heeft ook ieder mens een soortgelijke gisting in zijn gemoed nodig als hij over wil gaan in het volle en ware geestelijke.
[3] Kijk, als een mens alles heeft wat hij behoeft, dan voelt hij zich heel behaaglijk; hij heeft nergens zorgen over, hij doet niets, geniet overal van en vraagt zich niet af of er een God is, of er een leven is na de dood van zijn lichaam, of de mens niet meer is dan een dier of dat het dier meer is dan de mens. Bergen en dalen maken geen verschil voor hem, winter en zomer doen hem niets; want in de zomer heeft hij schaduw en verkoelende baden en in de winter heeft hij een goede verwarming en warme kleren.
[4] Daarom maakt het hem ook niets uit of het jaar vruchtbaar was of niet; want ten eerste heeft hij voor tien jaar alles in voorraad en ten tweede heeft hij geld genoeg om dat wat hij te kort zou komen aan te schaffen.
[5] Nu, zo'n mens leeft dan in net zo'n rustig gangetje als een gemeste os in de stal en denkt ook niet veel meer dan een os en is derhalve niets meer dan een genietend dier in menselijke gestalte.
[6] Ais je bij zo iemand zou komen om hem het evangelie van het Godsrijk te prediken, dan doet hij met jou precies hetzelfde wat de os in de stal doet met een steekvlieg die hem stoort bij zijn onbezorgde vreten: de os slaat met zijn staart naar de hem storende gast, en die moet er snel vandoor gaan om niet platgeslagen of op z'n minst half dood geslagen te worden.
[7] Zo'n zorgeloze genieter van het eten zal zijn dienaren, die eigenlijk de verjagende en afwerende staart van de levensgenieter zijn, opdracht geven om je er uit te jagen; en jij zult zeker zo snel mogelijk maken dat je weg komt en pas op een behoorlijke afstand erover na kunnen denken, wat de invloed van jouw evangelieprediking op de zelfvoldane voedselgenieter was.
[8] Maar Ik heb de mogelijkheid om zulke ossen een heel andere preek vooraf te geven: Ik Iaat ze het ene ongeluk na het andere overkomen; daardoor krijgen ze allerlei zorgen en angst en vrees, beginnen na te denken, te zoeken en te vragen hoe dat toch komt dat ze nu van alle kanten belaagd worden, terwijl ze toch nooit iemand onrecht aangedaan hebben en altijd als nette, fatsoenlijke mensen hebben geleefd!
[9] Maar dat gebeurt alleen maar voor het nodige gistingsproces.
[10] Als zulke mensen dan goed gaan gisten, hebben ze behoefte aan vrienden die hen weer tot rust zouden kunnen brengen; ga dan naar hen toe en predik hen het evangelie, en ze zullen naar je luisteren, en nooit hun trotse en woedend om zich heen slaande staart tegen je opheffen!
[11] Wel, om deze reden is het goed dat onze gasten gedurende deze nacht een bepaald gistingsproces doormaken; daardoor zal hun geest meer gaan werken, en dan zullen wij het morgen met zo moeilijk met hen hebben. Zie je dat nu in?'
«« 219 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.