ledere dag is van de Heer.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 49 / 242 »»
[1] De opperpriester zegt: Ik ben nu op het goede spoor en hoop dat dit plaatsje dat binnenkort ook zal zijn. Maar veroorloof mij nog één vraag en deze vraag is de volgende: Moeten wij nu nog de berg en Uw oude huis eren en daar Uw sabbat heiligen, of moeten wij nu hier een huis gaan bouwen, waarin wij ons in Uw naam zouden kunnen verzamelen? Als dit laatste Uw wil zou zijn, zou U ons dan morgen een passende plaats aan willen wijzen, een die U het beste aanstaat, dan zullen wij alles doen om Uw wensen ook daarin te vervullen!'
[2] Ik zeg: 'Vriend, Ik heb je vandaag op de berg verteld, waaraan jullie het meeste behoefte hebben.
[3] Om daaraan te voldoen, heb je noch het oude huis op de berg en nog minder een nieuw in de stad nodig, maar alleen je gelovige hart en je vaste goede wil."
[4] Toen Ik gisteren hierheen kwam en rustte aan Jacobs bron en daar Irhaël ontmoette, vroeg zij Mij ook, toen ze Mij beter leerde kennen, waar men God aanbidden moest, op de Garizim of te Jeruzalem in de tempel. Laat haar zeggen wat Ik daarop ten antwoord gaf!'
[5] Hier wendt de opperpriester zich tot Irhaël en zij zegt: 'Dit zei de Heer tegen mij:
[6] 'Er komt een moment en het is er al, dat de echte aanbidders van God noch op Garizim, noch in de tempel te Jeruzalem zullen aanbidden! Want God is een geest, en degenen, die Hem aanbidden, moeten Hem in de geest en de waarheid aanbidden!' Dat zei de Heer; u bent een opperpriester en zult nu wel weten, wat er gedaan moet worden!
[7] Ik ben van mening: Als de Heer ons allen reeds eenmaal de overgrote genade bewees om in dit huis te verblijven, dat met mijn, maar Zijn huis is en blijven zal, dan zal dit huls daardoor voor altijd een zeer gedenkwaardig huis blijven, en wij wensen ons daarin altijd in Zijn naam te verzamelen en daarin tot Zijn eer de sabbat te heiligen!'
[8] De opperpriester zegt: ' Ja, ja, je hebt wel gelijk, als wij allemaal al gelovigen zouden zijn, maar men moet toch een beetje rekening houden met de zwakken! Die zouden zich daaraan nog meer stoten.'
[9] Ik zeg: 'Irhaël heeft gelijk! Wie zich stoot, die moet zich dan maar stoten en moet dan maar zijn berg beklimmen! Als hij daar niets meer zal vinden, dan zal hij vanzelf wel iets beters gaan bedenken.
[10] In het vervolg moeten jullie geen bedehuizen voor Mij bouwen, maar onderdak en eetgelegenheden voor armen, die daar niets aan jullie hoeven te betalen !
[11] In de liefde tot de arme broeders en zusters zullen jullie Mijn echte aanbidders zijn, en Ik zal in zulke bedehuizen vaak bij jullie zijn, zonder dat je het di rekt zult merken; maar in de tempels, die, zoals dat tot op heden het geval was, speciaal voor de lippendienst gebouwd zijn, zal Ik van nu aan net zo min wonen, als het verstand van de mens in zijn kleine teen.
[12] Als je echter toch in een grootse tempel je hart voor Mij wilt openstellen, en daar klein wilt zijn voor Mij, ga dan naar buiten in de ruime tempel van Mijn scheppingen, en zon, maan en sterren en de zee, de bergen, de bomen en de vogels in de lucht, zowel als de vissen in het water en de talloos vele bloemen op de velden zullen je Mijn eer verkondigen!
[13] Wat denk je, is de boom niet heerlijker dan alle pracht van de tempel te Jeruzalem?! De boom is een puur werk van God, hij leeft en geeft een vrucht als voedsel. Maar waartoe is de tempel in staat? Ik zeg u allen: alleen maar tot hoogmoed, toorn, nijd en de schreeuwendste naijver en heerszucht, want hij is niet het werk van God, maar slechts een ijdel mensenwerk!
[14] Waarlijk, Ik zeg u allen: Wie Mij eert en liefheeft en Mij aanbidt, doordat hij in Mijn naam goed doet aan zijn broeders en zusters, die zal in de hemel zijn eeuwig loon krijgen; Wie Mij echter van nu af aan door allerlei ceremonieën in een speciaal daarvoor gebouwde tempel zal vereren, die zal ook zijn loon hier op aarde van de tempel krijgen! Als hij echter na de vleselijke dood tot Mij zal komen en zal zeggen: 'Heer, heer, wees mij, Uw dienaar, genadig!', dan zal Ik tegen hem zeggen: 'Ik ken je niet, ga daarom bij Mij vandaan en zoek je loon bij degene, bij wie je in dienst was!' Dit is de reden waarom ook jullie je verder met geen tempel meer moeten bemoeien!
[15] Maar in dit huis mogen jullie tot Mijn gedachtenis steeds bijeenkomen, hetzij op de sabbat of op een andere dag; want iedere dag is van de Heer, niet alleen de sabbat, waarop je in het vervolg net als op de andere dagen ook goede dingen moogt doen!
«« 49 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.