De Heer en tweeduizend jaar evangelie. (7.10.1851 )

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 91 / 242 »»
[1] (Dit was het andere teken, dat Jezus deed, toen Hij uit Judéa naar Galiléa kwam. Joh. 4:54) De volgende dag in Kana zei Ik tegen Johannes, die het eerste teken tijdens de bruiloft in Kana opschreef, dat hij dit tweede teken in deze zelfde plaats eveneens moest vastleggen; en Johannes deed dit ook in weinig woorden verdeeld over acht verzen, zoals het in de Schrift staat.
[2] Nu vroeg Matthéus aan Mij, of hij deze gebeurtenis ook op zou schrijven. Maar Ik zei tegen hem: 'Dat hoeft niet! Als we morgen naar Kapérnaum gaan en als Ik daar weer Mijn leer verkondigen en tekenen doen zal, dan moet jij die opschrijven! Zet de genezing van de melaatse in Sichar, die Ik daar genas toen Ik van de berg afkwam, ook nog bij Mijn bergrede!'
[3] Matthéus zegt: 'Heer, volgens mij heeft U in Sichar twee melaatsen genezen; welke moet ik opschrijven'?'
[4] Ik zeg: 'Er zijn er wel meer dan twee genezen; maar die ene is voldoende, die Ik aan de voet van de berg genas en waartegen Ik zei, dat hij zich aan priester Jonaël, wiens naam je niet op behoeft te schrijven, moest tonen en de gave moest offeren, die Mozes als een bewijs voor God voorgeschreven heeft! Want wie Mij niet vanwege dit ene teken gelooft, die zal Mij ook niet geloven, als Ik honderd tekenen voor hem deed! Schrijf daarom van al die tekenen alleen datgene op, wat Ik je zojuist beschreef!'
[5] Matthéus zegt: 'Och ja, Heer, nu weet ik al welk teken U bedoelt! Ik heb er wel nota van genomen, maar het nog niet helemaal op schrift gezet, en dat zal ik nu direkt doen, en ik begin daarmee tevens een nieuw hoofdstuk. Want de bergrede heb ik in drie hoofdstukken verdeeld, en dit wordt nu het vierde hoofdstuk'
[6] Ik zeg: 'Voorlopig is je indeling wel goed; maar je zult, nadat Ik van deze aarde opgevaren zal zijn naar Mijn hemelse rijk, nog vier hoofdstukken er vóór moeten schrijven; daarom kun je nu al de drie bergrede hoofdstukken in plaats van met één tot en met drie, met vijf tot en met zeven nummeren, en het nieuwe wordt dan nummer acht!'
[7] Matthéus paste zijn aantekeningen meteen op deze manier aan, en nu staat de bergrede, hoewel deze het eerst door Matthéus opgeschreven werd, niet in het eerste maar pas in het vijfde, zesde en zevende hoofdstuk.
[8] Om de evangeliën van Johannes en Matthéus beter te kunnen begrijpen is het nodig het bovenstaande te weten; want beide zijn onder Mijn persoonlijke leiding geschreven, en Ik wil dat men door deze kennis in staat is om de beide uiterlijk zeer verschillend lijkende berichten als één geheel en als aanvulling op elkaar te zien, omdat het zo vaak voorkomt dat zelfs goede kenners van de Schrift de wonderen, die overeenstemming vertonen bij Matthéus en Johannes, als dezelfde beschouwen, en zich daarna af gaan vragen: 'Hoe is het toch mogelijk dat Matthéus dit zegt en Johannes dat, terwijl het onderwerp toch beslist hetzelfde lijkt te zijn?!'
[9] Dit was de aanleiding tot veel dwalingen en niet zelden tot een algehele verwerping van Mijn leer zoals deze in de evangeliën geschreven staat.
[10] Men zou hier zeker wel op kunnen merken: 'Ja, waarom, o Heer, deed U daar dan in al die eeuwen niet wat aan, en gaf U daarover geen voorlichting?' Dan zeg Ik:
[11] In iedere eeuw heb Ik op alle plaatsen waar Mijn leer ook maar enigermate geloofd werd, mannen uitgekozen en geroepen die de toedracht en de betekenis van de evangeliën aan de mensen duidelijk maakten. Deze geroepenen hebben dat altijd gedaan en ze hebben ook historisch datgene in de geschriften aangevuld, wat ten dele door de slordigheid van de mensen en ten dele door het starre denken en niet zelden door de kwade wil van de verschillende sektarische leiders en priesters van het evangelie, respectievelijk van Mijn leer, verloren is gegaan; maar slechts heel weinigen namen dat aan.
[12] De kerken, die zich in de loop van de tijd systematisch ontwikkeld hebben, verwierpen dit vanzelfsprekend en verklaarden het tot 'ketterij' en 'duivelse influisteringen' omdat het niet paste in hun op winst en heerszucht ingestelde kraam!
[13] De geleerden en kunstenaars verklaarden daarentegen zulke verschijnselen als 'fantasie' en 'zweverig gebazel' van een arme sukkel, die ook wat wilde betekenen zonder daarvoor de nodige eigenschappen door moeite, vlijt en grondige studie ontwikkeld te hebben!
[14] Op de plaats waar de uitgekozen en geroepen profeet leefde en waar men hem kende, was hij helemaal niet in tel en kon daarom ook weinig tot stand brengen. In het algemeen denken de mensen namelijk, dat een profeet eigenlijk helemaal niet op de aarde moet wonen en ook geen mensengestalte moet hebben, hij moet ook niets eten of drinken en geen kleding dragen, maar hij moet minstens net als Elia in een vurige wagen door de lucht gaan, en van daaruit aan ieder mens alleen datgene verkondigen, wat die bepaalde mens graag hoort en wat hem vleit! Op zo'n echte profeet zouden zich zeker alle oren en ogen richten, zeker als hij tijdens zijn wonderbare reizen naar evenredigheid goud en zilvermunten onder de rijken en kleingeld onder het gewone volk zou strooien, waarbij dan de groten, rijken en machtigen geprezen en de arme duivels daarentegen meermalen ferm getuchtigd zouden worden, vooral als ze het waagden te morren tegen de rijken, groten en machtigen! Zo'n profeet zou dan voor de armen natuurlijk niet zo'n erg aangename verschijning zijn, en die zouden hem niet prijzen!
[15] Maar een profeet, die een mens is als ieder ander, die eet en drinkt en misschien zelfs een huiskamer heeft, en dan bovendien zelfs een gewoon werelds handwerk uitoefent, die is toch niet in staat om te profeteren! Ze zeggen dat hij een dwaas of een huichelaar is, en in zijn woonplaats zal hij zeker het allerminst iets tot stand kunnen brengen!
[16] Ik heb op deze manier gedurende ongeveer twee duizend jaar steeds hetgeen ontbrak aangevuld; maar wie nam het aan? Geloof me: Altijd maar heel weinigen, en die dan nog zelden met veel vuur! Men nam er wel kennis van en schreef het op; maar men heeft steeds om allerlei waardeloze redenen niets gedaan om zijn levenswandel daarnaar te richten en zichzelf geestelijk ervan te overtuigen, dat die overigens eenvoudige mens in ernst door Mij was geroepen om de mensen in de steeds donker wordende wereld weer een nieuw licht uit de hemel te brengen.
[17] De één heeft een paar nieuwe ossen gekocht en moet deze nu voor het ploegen africhten, zodat hij natuurlijk geen tijd heeft; de ander heeft een nieuwe akker te bebouwen en kan daarom niet komen! De derde heeft een vrouw getrouwd en heeft dus beslist geen tijd en gelegenheid meer! De vierde moet een groot huis bouwen en weet zich door alle zorgen geen raad: die kan al helemaal geen tijd vinden! En zo heeft tenslotte iedereen een uitvlucht, en een nieuw licht uit de hemel brandt dan weer voor niets gedurende een hele eeuw in de één of andere verborgen hoek van de aarde. En als Ik in de volgende eeuw wéér een nieuw licht geef ter verduidelijking van de oude geschriften, dan overkomt dat hetzelfde lot!
[18] Als dit nu door al de eeuwen heen steeds dezelfde ervaring blijkt te zijn, dan vraag je je wel af, of de schuld wel bij Mij ligt dat de oude geschriften nu nog steeds diezelfde hiaten vertonen, die voor duizend jaar al door ingebeelde verstandelijke onderzoekers en tobbers zijn ontdekt, en die de aanleiding waren dat veel twijfelaars en vervolgens verwerpers van Mijn leer en van Mijn volstrekte goddelijkheid, als paddestoelen uit de grond geschoten zijn.
[19] Daarom geef Ik nu een uiterst sterk licht op deze zaak, opdat er dan niemand meer zich kan verontschuldigen met te zeggen, dat Ik Mij sinds Mijn lichamelijke aanwezigheid op aarde noch om de zuiverheid en compleetheid van Mijn leer, noch om de mensen die haar aangenomen hebben, bekommerd heb!
[20] Zodra Ik weer op de aarde zal komen, zal Ik een grondig onderzoek instellen; en niemand zal Ik aannemen, die met wat voor verontschuldigingen dan ook bij Mij aankomt! Want iedereen, die serieus zoekt, kan en moet het vinden! De zieke schapen en ezels aan de voerbak zullen een geneesmiddel krijgen, waarna ze zeker honger krijgen naar het voer uit de hemel; maar dan zullen ze als herstellenden heel lang homeopathisch gevoerd worden! En dan nu weer terug naar het Evangelie!'
«« 91 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.