Over de Egyptische astrologie en andere dwalingen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 130 / 244 »»
[1] Ik zei: 'Vriend, de oude Egyptenaren kenden die dingen voor het grootste deel, en ook Mozes en vele andere wijzen kenden die, en Mozes heeft daar een groot boek over geschreven, dat tot in de tijd van de koningen bewaard bleef. Maar voor de priesters, die de aardse goederen najaagden, leverde die kennis veel te weinig op; daarom grepen ze naar de Egyptische astrologie en voorspelden de blinde mensen daaruit allerlei goede en slechte dingen en lieten zich daar zo goed mogelijk voor betalen.
[2] Dat datgene wat ze de mensen uit de sterren voorspelden, meestal in vervulling ging, daar wisten ze door hun geheime machinaties wel voor te zorgen. Degene voor wie ze iets goeds voorspelden betaalde vanzelf al graag meer dan ze van hem vroegen -en degene voor wie ze iets slechts voorspelden moest zich daarna tot de priesters wenden, opdat die zich voor hem tot God zouden wenden en iets beters voor hem afsmeken. Daarvoor moest hij echter ook de verlangde offers brengen, en zo waren de priesters nooit in het nadeel, of ze iemand nu iets goeds dan wel iets slechts voorspelden; het slechte kwam echter veel vaker tevoorschijn dan het goede, omdat het hun meer winst opleverde dan het goede.
[3] Daaraan kunnen jullie nu heel gemakkelijk zien, om welke reden de priesters in de loop der tijd meestal de natuurlijke waarheden in valsheden en leugens veranderden. Want ze dachten dat het er niet zoveel toe deed of iemand het ene of het andere over de sterren geloofde, want erheen gaan en zichzelf ervan overtuigen, of het met de dingen zo of anders gesteld was, zou immers toch niet mogelijk zijn.
[4] Als hij volgens hen maar in een God geloofde en Zijn geboden hield deed hij genoeg; wat de gedaante van de aarde en de sterren van de hemel betreft was het beter voor hem als hij daar geen gegronde en ware kennis over bezat.
[5] Maar in hun wereldse blindheid bedachten ze niet, dat een kleine dwaling de mens maar al te gauw en gemakkelijk tot een grotere en van daaruit tot een groot aantal dwalingen en onwaarheden van allerlei aard verleidt.
[6] En dat dit nu bij alle volkeren het geval is, dat leert jullie de goede kennis die jullie van alle kanten over de staat van blindheid van de mensen bezitten.
[7] Als ooit de mensen over alle zichtbare dingen van deze wereld waarheidsgetrouwe kennis zullen hebben, zullen de op goud en schatten beluste priesters hun niet meer hun oude domheden als geloofwaardige waarheden kunnen voorhouden en zal de oude, boze nacht van de priesters een einde nemen.'
[8] De waard zei: 'O Heer en Meester, dat zie ik nu wel heel duidelijk in; maar niet minder duidelijk zie ik ook de grote moeilijkheid, die vanzelf zal optreden, als wij de een of ander die in die oude dwalingen geworteld is, geheel naar waarheid in deze natuurlijke dingen gaan onderrichten. Want ten eerste zullen wij dat heel moeilijk en gebrekkig aanschouwelijk voor hem kunnen maken zonder de passende middelen, die U er vanuit Uw goddelijke macht zonder moeite bij kon halen, en ten tweede zal iedere leek ons vragen waar wij die kennis vandaan hebben.
[9] Dan zullen we natuurlijk niet nalaten ons op U te beroepen; maar er zal nog veel aan vooraf moeten gaan, voordat zo iemand begrijpt wie U bent!
[10] Mettertijd zullen er natuurlijk in Uw allerheiligste naam heel grote dingen tot stand gebracht kunnen worden; maar in heel korte tijd zal er niet bijzonder veel bereikt kunnen worden.
[11] We zullen wel al het mogelijke doen en de mensen waarheidsgetrouw meedelen wat hier allemaal gebeurd is en wat wij gezien en gehoord hebben, en wij zijn er ook al bij voorbaat van overtuigd dat onze moeite niet voor niets zal zijn; maar toch zullen er velen bij zijn die ons niet zullen geloven.
[12] Alleen, dat alles moet ons er toch niet in het minst van weerhouden om U als de enige ware God, Heer en Schepper van hemel en aarde te verkondigen aan de andere mensen, waarvandaan ze ook naar ons toe mogen komen.
[13] Maar nu nog één ding, Heer en Meester! Zou U niet vanuit Uw almacht zulke blijvende hulpmiddelen voor ons willen scheppen, met behulp waarvan wij voor de andere mensen gemakkelijker aanschouwelijk kunnen maken hoe het in waarheid gesteld is met al die grote kosmische dingen, waarover wij van u zo'n heel duidelijke uitleg hebben gekregen?' .
[14] Ik zei:'O ja, niets is gemakkelijker dan dat -maar niet van het soort zoals Ik die voor jullie gemaakt heb, maar als het ware van leem, om te bewaren, en natuurlijk op een kleinere schaal dan die, welke Ik jullie op geheel natuurlijke wijze heb laten zien; de rest moet jullie verstand en jullie wijsheid er dan aan toevoegen.
«« 130 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.