De gelijkenis van de landheer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 140 / 244 »»
[1] (De Heer:) 'De Farizeeën, die woekeraars, die hun vele goud en zilver steeds tegen hoge rente veilig aan andere grote makelaars en woekeraars weten te lenen en hun hoge rentewinst dan met hoeren en meinedige echtbreeksters verspillen en kwalijk verbrassen, maar als er armen en noodlijdende mensen naar hen toekomen tegen hen zeggen: 'Wend je tot God, die zal jullie wel helpen; want wij zijn zelfarm en moeten bedelen!' - die zullen zich later tegenover Mij zwaar moeten verantwoorden!
[2] Zulke valse dienaren Gods, die tegen het volk wel over liefde voor God en de naaste prediken maar die zelf nog nooit hebben beoefend, zijn voor Mij de ergste zondaren en misdadigers en zullen aan gene zijde hun loon daarvoor bij de vorst van de hel krijgen, die zij hebben gediend. Want dergelijke hoereerders, echtbrekers, woekeraars, brassers en daarmee de grootste godloochenaars zullen Mijn rijk niet binnengaan; richt je dus niet naar hun voorbeeld!
[3] Wie van jullie kan tegen zijn naaste zeggen: 'Wend je in je nood tot God, die je boven alles moet liefhebben, dan zal Hij je helpen!' -als hijzelf niet in God gelooft en Hem al helemaal niet boven alles liefheeft!
[4] Wie zijn noodlijdende naaste, die hij ziet, al niet liefheeft, hoe zal hij dan God, die hij niet ziet, boven alles liefhebben? Liefde voor God van de kant van de mens wordt bepaald door de liefde voor zijn naaste. Wie zegt dat het Voor zijn zaligheid voldoende is om enkel God boven alles lief te hebben, maar daarbij zijn hart en deur sluit voor zijn arme naaste, verkeert in grote dwaling! Want liefde voor God is zonder liefde voor de naaste eeuwig niet denkbaar en ook niet mogelijk. Heb jullie naasten daarom lief, omdat zij net als jullie Gods kinderen zijn, dan zullen jullie door dat te doen ook God boven alles liefhebben!
[5] Kijk, er was eens een heel rijke landheer die een heleboel bezittingen had, en iedereen die bij hem in dienst was had een goed leven. Deze landheer had ook veel kinderen, die hij liefhad, en die hij naar wereldse scholen stuurde, opdat ze ervaren mensen zouden worden.
[6] Hij gaf hun echter slechts het meest noodzakelijke mee naar de wereldse scholen, opdat ze zich niet te buiten zouden gaan, traag zouden worden en dan ongeschikt zouden kunnen worden om zijn bezittingen te beheren.
[7] Deze kinderen hadden het op die wereldse scholen niet zo goed, en vaak moesten ze een echt schamel bestaan leiden en niet zelden vreemde mensen om een aalmoes vragen.
[8] Enkelen van de mensen die zij benaderden zeiden: 'Och, jullie hebben immers een heel rijke vader! Vraag hem maar, hij zal jullie wel helpen!', en gaven de kinderen niets.
[9] Enkele anderen, slechts weinigen, dachten echter in hun mildere hart bij zichzelf: 'Wij weten wel dat de vader van deze kinderen heel rijk is en zijn hier studerende kinderen wel zou kunnen helpen, als hij niet heel wijze redenen zou hebben om dat niet te doen - maar die kinderen lijden bij ons nu eenmaal zichtbaar nood, en wij zullen hen helpen zo goed we kunnen.' En zo gezegd, zo gedaan!
[10] Na enige tijd kwam de zeer rijke landheer zelfnaar die vreemde wereldse stad, waar zijn kinderen zich de verschillende kennis en ervaringen eigen moesten maken, en hij stelde zich ervan op de hoogte wie zijn kinderen liefde bewezen had.
[11] En zie, de kinderen brachten hun vader overal heen, waar men hun liefde bewezen had, en de vader beloonde de weldoeners van zijn kinderen honderdvoudig en nam de grootste weldoeners bij zich op zijn bezittingen en behandelde hen als zijn eigen kinderen.
[12] Kijk, hier voor jullie staat in Mij die landheer! De armen in deze wereld zijn overal werkelijk Mijn kinderen; de rijken zijn echter voor het merendeel kinderen van deze wereld.
[13] Opdat Mijn kinderen zich niet te buiten zullen gaan, laat Ik hen in deze harde, maar voor hen buitengewoon heilzame levensschool ook nood lijden en in hun nood bij de rijken van de wereld komen; wat die voor Mijn kinderen doen, zal Ik ook voor hen doen en Ik zal hen reeds hier veelvoudig en in Mijn rijk eindeloos veel belonen.
[14] Wie derhalve de liefde van de kinderen heeft door zijn liefde voor de kinderen, die heeft ook de liefde van de Vader en daarmee het eeuwige loon verworven. -Begrijpen jullie nu wat 'God liefhebben boven alles' wil zeggen?'
«« 140 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.