De waardin en haar dienstboden

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 145 / 244 »»
[1] Toen de vrouwen de andere kinderen dat hadden gedaan en ook gehoord hadden dat ze de overgebleven vis in de keuken moesten opeten, werden ze heel blij, omdat ze allemaal erge honger hadden.
[2] Toen ze de vis begonnen op te eten, kwamen er ook enkele dienaren en dienstmaagden de keuken binnen om hun avondbrood in ontvangst te nemen en op te eten. Die waren ook direct erg verbaasd en vroegen de waardin waar ze in deze streek die vissen had gekregen.
[3] De waardin zei: 'Er zijn vreemdelingen aangekomen die zelf voor deze vissen hebben gezorgd; meer kan ik jullie niet zeggen. Maar neem jullie avondbrood, en omdat er nog genoeg vissen zijn, zal ik ieder van jullie vanwege jullie bewezen trouwe diensten er nog wat van deze vissen bij geven.'
[4] Dat deed de waardin, en ieder van de twintig huisbedienden, bestaande uit knechten en dienstmaagden, kreeg zoveel dat ze het nauwelijks konden opeten.
[5] Ze konden er maar niet over uit en ze zeiden (de huisbedienden): 'Daar moet een speciale zegen van Jehova op rusten; want je hebt ons bij ons brood slechts kleine stukken vis gegeven, waardin, maar het stuk vis leek telkens groter te worden en we konden het nauwelijks op, hoe goed het ons ook smaakte!'
[6] De waardin zei: 'Blijf dan steeds het huis trouw in alle plichten en vroomheid, dan zal de zegen van Jehova in alles steeds bij ons blijven!'
[7] Na deze goede opmerking van de waardin verlieten de huisbedienden de keuken en begaven zich ter ruste; want ze hadden deze dag allemaal hard gewerkt en waren moe geworden.
[8] Daarna kwam de waardin naar onze kamer en vertelde ons over de wonderbaarlijke vermeerdering van de stukken vis, die zij onder het personeel had verdeeld vanwege hun vlijt.
[9] De waard zei: 'Luister, mijn steeds vrome en aan God toegewijde vrouw: voor Degene die almachtig is, is niets onmogelijk, maar wij mensen kunnen alleen maar de Almachtige steeds bewonderen, loven, liefhebben, prijzen en Zijn geboden houden! God kan alles uit Zichzelf, maar een mens en een engel niets zonder God.
[10] Kijk, omdat ons huis steeds in God heeft geloofd en voorzover mogelijk onder de vele heidenen de oude trouw in hart en daad heeft bewaard, heeft Hij aan ons gedacht, is Hij op wonderbaarlijke wijze in deze Heiland zichtbaar naar ons toe gekomen en heeft onze zielen geweldig verkwikt! Laten we dus blijven zoals we waren en steeds rechtvaardig volgens de ons bekende geboden Gods handelen, dan zal Hij voortaan met Zijn genade, liefde, mildheid en erbarmen bij ons blijven!'
[11] Daarop zei Ik: 'Jij bent nog een echte Jood uit de oude tijd van Samuël en bent daardoor ook verlicht, zoals een Jood dat behoort te zijn; maar toch heb je een kleine fout, en dat is dat je tegenover vreemdelingen die geen Joden zijn, erg gesloten en onvriendelijk bent; heimelijk ben je een vijand van de heidenen, en wel zozeer, dat je hen allemaal zou willen vernietigen, als je dat zou kunnen.
[12] Ik weet wel dat je zo bent door je ware ijver voor een waarheid vanuit God, en omdat dit bij de oude, ware Joden ook steeds voorkwam, waarbij van hen geëist werd dat ze het zwaard trokken tegen de vijanden van Gods volk. Maar dat moet nu niet meer zo zijn, en ook aan alle heidenen moet Mijn evangelie verkondigd worden -dat de vestiging inhoudt van het rijk Gods op deze aarde om alle mensen zalig te maken. Want er zullen tijden komen en ze zijn er al, dat heel veel heidenen dichter bij God zullen staan dan veel Joden, die God met hun lippen loven en prijzen, maar wier harten ver van Hem verwijderd zijn.
[13] Kijk, heel veel heidenen zoeken nu de waarheid die de ware kinderen Gods vroeger bezaten vanaf Adam tot in deze tijd, en als zij die waarheid vinden, herkennen ze die direct, nemen die met een zeer bereidwillig hart aan en komen geheel en al tot een levend geloof! En dat is immers ook Mijn wil, spreekt de Heer, dat ook de heidenen, die zolang buiten hun schuld in de diepste duisternis van het zeer domme bijgeloof hebben gesmacht onder de tirannen en hun heerszuchtige priesters met hun zucht naar een goed leventje, zalig zullen worden door het geloof in de ene, enig ware God.'
«« 145 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.