Over het Laatste Gericht

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 156 / 244 »»
[1] Simon Juda zei: 'Heer en Meester, deze keer heb ik alles wat U nu hebt uitgelegd heel duidelijk begrepen, beter dan ooit tevoren; maar ik moet bekennen dat Uw te grote wijsheid mij bijna verpletterde. Voor U is het wel gemakkelijk om over dergelijke oneindig grote dingen nog gemakkelijker te praten dan een huisheer over zijn huisraad, maar ons aardse verstand voelt daarbij het gehele gewicht van Uw eindeloze alwetendheid tegenover zijn eigen volkomen onbeduidende onwetendheid.
[2] O Heer! U zult een grote massa van Uw eeuwige lichtgeest over ons moeten uitstorten, voor wij begrijpen wat U ons tot nu toe allemaal hebt geopenbaard! Ik dank U voor Uw zo grote genade, die U ons nu bewijst; maar toch zie ik ook in dat wij niet in staat zullen zijn om al die grote geheimen, die U ons al uit de natuurlijke wereld hebt geopenbaard en daarnaast die nog grotere uit het geestelijke rijk ook aan onze leerlingen door te geven.'
[3] Ik zei: 'Dat is voorlopig ook helemaal niet nodig, maar Mijn geest zal dat wel doen bij velen die Ik daartoe zal roepen. Voor de kinderen van deze tijd is het voldoende dat de mensen in Mij geloven, dat Ik wat dit lichaam van Mij betreft uitgegaan ben van God de Vader en dat ieder mens door dat geloof zal overgaan tot de ware kennis van God, tot de ware liefde voor Hem en voor zijn naaste en daardoor ook tot het eeuwige leven.
[4] En zo zullen jullie de bazuinen zijn die iedereen zal horen, ook degenen die in de graven zijn en die door de zee gevangen worden gehouden vanwege hun eindeloos vele dwaasheden en zonden, en ze zullen uit de graven komen, en ook degenen die door de zee gevangen zijn gehouden zullen vrij worden en met het kleed des levens bekleed worden.
[5] Want wie door de bazuin gewekt wordt, wordt niet ten dode opgewekt, maar ten leven; wie echter het geschal van de bazuin niet wil horen zal ook niet opgewekt worden, maar in de nacht van zijn graf en in gevangenschap van de zee blijven tot de tijd dat deze hele aarde door het vuur wordt opgelost. Want evenals ten tijde van Noach zullen ze huwen en ten huwelijk wor den gegeven en zich niet bekommeren om de stem van Mijn gewekten. De eerstgenoemden zal Ik dan echter in één ogenblik van de aarde wegrukken en de laatstgenoemden met al hun lievelingen prijsgeven aan het allesvernietigende vuur, aan het ontstaan waarvan de dan levende onboetvaardige mensen zelf het allermeest zullen bijdragen.
[6] En kijk, dat zal een laatste gericht op deze aarde zijn, waarvoor spoedig na jullie in het klein een eerste begin gemaakt zal worden! Maar jullie moeten natuurlijk ook niet denken dat zo'n vuur onmiddellijk in alle plaatsen en streken van de aarde tegelijk zal uitbreken, maar hier en daar, zo geleidelijk aan, opdat de mensen nog altijd de tijd en de ruimte zullen krijgen om hun leven te beteren.
[7] Nu komt echter in jullie in stilte weer de vraag op hoe het daarna met die losbandige zielen zal aflopen. Denk wat dat betreft alleen maar aan wat Ik jullie zojuist heb gezegd, namelijk dat er in Mijn Vaders huis vele woningen en opvoedingsinrichtingen zijn, dan zullen jullie je daardoor zonder moeite kunnen voorstellen wat er verder met zulke zielen zal gebeuren!
[8] Wat Ik jullie nu heb gezegd moeten jullie echter voor je houden; want de mensen, zoals ze nu zijn, kunnen die dingen niet vatten en begrijpen! Daarom hebben de Joden, toen ze in de tijd van de koningen steeds duisterder en halsstarriger werden, de laatste drie* (* Namelijk het 6e en 7e boek van Mozes en het profetische aanhangsel;/zie deel 6, hfdst. 216:6.) jullie reeds bekendgemaakte boeken niet meer kunnen begrijpen en ze als apocrief weggedaan.
[9] De jullie bekende Essenen hebben zich daar op het juiste moment nog meester van kunnen maken en hebben daar voor zichzelf ook vele aardse voordelen mee behaald, wat natuurlijk evenmin Mijn wil was als dat de mensen zich met behulp van alle vermogens die Ik hun heb gegeven, volop in alle zonden zouden begeven en Mij geheel en al zouden vergeten. Maar desondanks zijn de mensen allerlei goede en slechte ervaringen rijker geworden, zijn toen op verschillende tijden toch weer naar Mij teruggekeerd en hebben zichzelf daardoor wegen tot verbetering en naar het licht bereid. En zo zal er ook door de Essenen nog een juist licht onder vele mensen komen.'
«« 156 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.