Wat de zon eigenlijk is

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 159 / 244 »»
[1] De waard zei: 'O Heer en Meester, ik geloof dat zelfs de meest wijze engel-seraf in eeuwigheid niet volkomen zal kunnen begrijpen wat Uw mond uitspreekt! Maar ik moet U bij deze gelegenheid toch iets speciaals vragen, omdat de zon vandaag zo zuiver en prachtig opgaat als men haar anders in deze streek in oostelijke richting maar heel zelden ziet opgaan vanwege de vele nevels, die zich in deze onafzienbare vlakte aldoor ontwikkelen: is de zon een vuur op zichzelf, waarvan de vlammen de aarde verlichten, en wel zo sterk, dat men op aarde nooit zo'n enorm licht zou kunnen maken en kunnen zien?
[2] De buitengewone warmte van de zon, die zij ons tegelijk met het licht toezendt, doet ons vermoeden dat ze een uiterst hevig vuur moet zijn; maar omdat ze 's winters net zo schijnt als nu en wij van de hitte van haar veronderstelde vuur dan maar heel weinig gewaarworden, zijn enkele mensen van mening dat ze waarschijnlijk in feite toch geen echt vuur is. Wij vormen hier een gemeenschap bestaande uit Romeinen, Joden, Grieken, Arabieren en Egyptenaren, en er heersen bij ons verschillende meningen, en toch kan men uit geen enkele daarvan ook maar enigszins wijs worden.'
[3] Ik zei: 'Jullie zullen er zo ook nog lang niet wijs uit worden, omdat jullie allemaal van oudsher door de diepste nacht van bijgeloof omringd zijn! Wie het wil begrijpen, moet weten dat het op en ondergaan van de zon slechts schijnbaar is; want wat jullie dag en nacht verschaft, wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde, die geen ronde schijf is -zoals jullie denken -maar een zeer aanzienlijke grote bol; de dag en de nacht zijn dus niets anders dan het gevolg van een omwenteling van de aardbol, voor welke omwenteling de aarde een tijd van ongeveer 24 van jullie uren nodig heeft.
[4] En zoals de aarde geen ronde schijfmaar een bol is, zo is de zon dat ook, alleen duizendmaal duizend keer groter dan deze aarde. Dat ze zich zo klein aan jullie voordoet, zoals jullie haar zien, komt door haar enorme afstand tot deze aarde. Ook als Ik je het aantal uren zou noemen dat ze van de aarde verwijderd is, zou je je daar toch geen voorstelling van kunnen maken omdat je te weinig thuis bent in het getallenstelsel volgens de Arabische methode. Maar stel je een afstand van bijna 44 miljoen uur voor -een paar Arabieren die hier wonen kunnen dat getal wel voor je omrekenen - dan zul je je enigszins kunnen voorstellen hoever de zon van de aarde af staat. En ze draait niet rond de aarde om dag en nacht tot stand te brengen, en ook zakt ze niet, zoals het bijgeloof van de Romeinen en Grieken wil, iedere dag in de grote zee om zich daar in zekere zin te baden en schoon te wassen, om daarna weer met volle lichtsterkte de hele aarde te kunnen verlichten.
[5] De aarde draait echter wel om de zon heen in ongeveer 365 dagen, en deze tweede beweging van de aarde verschaft jullie een jaar met zijn lente, zomer, herfst en winter.
[6] De zon als zodanig is echter geen vuur, maar wat jullie als licht Waarnemen is het stralen van haar atmosferische oppervlak, dat veroorzaakt wordt door de rotatie van de zon zelf om haar eigen as en meer nog door haar buitengewoon snelle beweging rond een middenzon, die nog veel verder van haar af staat. Door die bewegingen van de zon in de uitgestrekte etherruimte wordt op haar atmosferische oppervlak een grote elektrisch werking teweeggebracht; daardoor is haar lichtglans hetzelfde als van jullie bliksem, maar dan in een veel hogere intensiteit -en dan met dit verschil, dat op het luchtoppervlak van de zon de buitengewone ontwikkeling van de bliksem ononderbroken doorgaat, terwijl een bliksem op deze aarde slechts hier en daar door een verhoogde wrijving van luchtdelen in zeer geringe mate tot ontwikkeling komt en daarom ook altijd maar zeer korte tijd flitst.
[7] Er zijn echter ook wel streken en bepaalde plekken op deze aarde, waarboven zich bliksemstof in veel sterkere mate ontwikkelt en die plek daardoor ook urenlang met zijn licht geweldig verlicht.
[8] Wie zich daarvan wil overtuigen moet naar die streken in Midden-Afrika reizen, waar zich de hoogste en zeer uitgestrekte bergen van dit werelddeel verheffen, en daar zal hij genoeg te zien krijgen van dergelijke elektrische verschijnselen. Maar bij het aanschouwen van die verschijnselen zal het hem nog erger te moede worden dan wanneer er boven deze streken dikwijls hevige elektrische stormen opsteken, waarbij de mensen zich dan vanwege de ontelbare bliksems en het gekraak daarvan liever in de diepste en donkerste kelder opsluiten dan het lichten van de gevaarlijke, vaak talloze bliksems buiten te bewonderen.
[9] Ja, vriend, niet alle natuurverschijnselen op deze aarde, die zelfklein is, zijn geschikt om de mens zo'n vertrouwen in te boezemen, dat hij ze welgemoed en zonder vrees en beven kan verdragen en gadeslaan!
[10] Maar als het er af en toe op deze kleine aarde in haar natuurverschijnselen al enigszins merkwaardig toegaat voor jullie mensen, hoeveel te meer zal dat dan zo zijn op zo'n groot hemellichaam als de zon.
[11] In de geest zullen jullie dat later allemaal met de grootste vreugde en het grootste welbehagen kunnen bekijken; maar voor jullie vlees is dat niet mogelijk.
[12] Daarmee heb Ik je nu gezegd hoe het zit met het schijnen van de zon, en daarmee heb Ik je een klein vonkje licht gegeven; maar wat jij nu nog lang niet geheel en al zult begrijpen, dat zullen over duizend en nog enkele honderdenjaren Mijn kinderen in Europa en nog veel verder weg op hun vingers kunnen natellen, en dat zal heel veel bijdragen tot het verminderen en tenslotte geheel en al verdwijnen van het oude, zeer primitieve bijgeloof. Voor jullie is het nu echter voldoende dat jullie in Mij geloven en volgens Mijn leer, leven en handelen; al het overige zal jullie er op het juiste moment bijgegeven worden.'
[13] Hierop bedankte de waard Mij voor deze uitleg, die hem buitengewoon had verrast, en hij vertelde Mij dat die sterk overeenkwam met een droom die hij eens had gehad, waarin hij door de geest van de profeet Elia, van wiens naaste verwanten ook hij afstamde, een beeld had gezien dat overeenstemde met wat Ik, de Heer, hem zojuist had verteld.
[14] 'In die droom', zei de waard verder, 'had ik het idee dat ik mij hoog boven de aarde bevond en dat ik die niet als een ronde schijf, maar als een grote bol onder mijn voeten waarnam. Toen vroeg ik aan de geest van Elia wat dat te betekenen had.
[15] Hij zei: 'Dat zul je te horen krijgen van Degene die vóór mij was en eeuwig zijn zal!'
[16] Daarop werd ik weer wakker en bevond ik mij in Joppe, waar ik geboren ben; want hier in deze stad woon ik pas twintig jaar.'
[17] Terwijl de waard nog aan het vertellen was, kwam een bode ons uitnodigen voor het ochtendmaal, en wij verlieten onze berg en begaven ons naar het huis van onze buitengewoon vriendelijke waard.
«« 159 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.