Over valse Christussen, valse profeten en valse wonderen Wenken voor het gedrag van de leerlingen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 188 / 244 »»
[1] (De Heer:) 'Ja, vele Joden zullen ook in Mij geloven, en velen geloven al; maar het .zal niet lang duren voor er onder hen een groot aantal op zal staan, waarvan Ieder over MIJ een ander evangelie zal schrijven en verkondigen, zoals dat nu al op veel plaatsen het geval is, waardoor dan vele valse Christussen zullen ontstaan.Want deze valse verbreiders van Mijn leer zullen tegen hun leerlingen zeggen: 'Kijk, hier is de ware Christus -en ik kan het weten, aangezien ik Zijn ooggetuige was!' En een ander zal over zijn Christus hetzelfde beweren.
[2] En zo zullen deze valse profeten weldra ook grote verwarring stichten onder de heidenen, omdat ze in eerste instantie als Joden gemakkelijker geloof zullen vinden dan door Mij gewekte heidenen, en onder het predikaat 'in Mijn naam' zullen ze ook valse wonderen en tekenen doen, daardoor veel mensen verleiden en hen voor hun valse Christussen winnen.
[3] Ik zeg jullie dat nu, opdat jullie het kunnen weten, als jullie zelf nog op zulke valse profeten zullen stoten, en jullie dan niet geloven wat ze onderrichten, maar in Mijn naam tegen hen getuigen en het volk voor hen waarschuwen, de valse profeten zelf echter straffen en hen ervan weerhouden Mijn leer te verbreiden.
[4] Als jullie in die werkzaamheden lauw worden, zullen jullie op zout lijken dat krachteloos en nutteloos is geworden. En als het zout krachteloos en nutteloos is geworden, waarmee moet men de spijzen dan op smaak brengen? Leer de volkeren dus vooral dat ze zich moeten hoeden voor de valse profeten en hun woorden noch hun tekenen geloven!
[5] Jullie zelf moeten het echter niet oneens worden, in woorden noch in daden -maar geef alles in de volle, zichzelf nergens tegensprekende waarheid we~r aan de mensen zoals jullie het van Mij hebben ontvangen en bij Mij gezien hebben! Want als jullie het onder elkaar oneens worden en de een dit en de ander dat zal zeggen, zullen jullie daardoor zelf het onheil brengende zaad van de .tweedracht in Mijn leer leggen en je daarvoor bij Mij in weinig lof en beloning kunnen verheugen. Het meest echter zal men jullie herkennen als Mijn echte leerlingen, als jullie elkaar liefhebben, zoals Ik ook jullie steeds heb liefgehad, en nooit tot twisten en geruzie vervallen, wat bij de valse profeten al heel gauw het geval zal zijn; daarbij zal de ene door hen verkondigde Christus de andere onder allerlei vervloeking en verdoemenis vervolgen, waardoor Mijn leer, die Ik jullie heb gegeven, evenzeer in stukken gebroken zal worden als binnenkort Jeruzalem en andere steden, waar geen steen op de andere wordt gelaten.
[6] Maar Ik zal Mijn leer toch wel helemaal zuiver weten te bewaren tot aan het einde der tijden.Wee echter mettertijd alle antichristenen! Ze zullen hun kwade praktijken niet veellanger bedrijven dan de Joden sinds de tijd van Mozes tot aan Mij toe met Mij hebben gedaan, en Ik zal hen bezoeken met een wereldgericht dat nog erger zal zijn dan dat ten tijde van Noach, Sodom en Gomorra, en nog veel andere steden en volkeren meer tot in deze tijd.
[7] Ik zal echter tot aan het einde der tijden voortdurend bij de Mijnen blijven en op verschillende wijzen naar hen toekomen, nu eens hier en dan weer daar; Ik zal in alle dingen Zelfhun Leraar zijn -want in die tijd zal Ik dan ook komen als een bliksem, die van het oosten tot het westen oplicht en alles verlicht wat op aarde duister en donker was.
[8] Kijk, dat sterke licht van die bliksem zal hen, de tegenstanders namelijk, net zo vernietigen als het licht van een bliksem kreeften doodt, als het op hen schijnt! Er bestaat een overeenkomst tussen dieren en mensen die het voortgaan in Mijn licht schuwen en voortdurend net als de Israëlieten naar de volle vleespotten van het duistere Egypte terugverlangen. Zo heeft een kreeft, die bij voorkeur in Egypte voortkomt, ook de eigenschap dat hij gewoonlijk zijn voedsel in duister slijk zoekt; en als hij al van tijd tot tijd per ongeluk naar het licht kruipt, maakt hij snel weer een terugtrekkende beweging en zoekt hij weer zijn duistere slijk op.
[9] Zeg Mij eens: lijken de Joden van nu in het Beloofde Land niet nog volkomen op de door Mozes uit Egypte bevrijde Israëlieten, die in de woestijn, in plaats van vooruit te gaan om in het Beloofde Land te komen, enkel terugverlangden naar de Egyptische vleespotten en daarom Mozes verweten dat hij hen uit Egypte had weggeleid, waar het hun zo goed was gegaan? Zijn dergelijke mensen niet te vergelijken met die lelijke slijkdieren, die het licht van een bliksem niet kunnen verdragen en zich steeds achterwaarts in plaats van naar voren bewegen om hun voedsel te zoeken?
[10] Daarom heb Ik bij hun uiteindelijke gericht voorzien en bepaald, dat ze tenslotte allemaal zullen omkomen door het vuur en het licht van Mijn bliksem.
[11] En zo zal datgene in vervulling gaan wat Ik jullie al eens bij gelegenheid heb gezegd, namelijk dat Ik de aarde tenslotte door vuur van haar vuil zal laten reinigen.
[12] Ik denk dat Ik je daarmee meer dan voldoende de reden heb getoond waarom het licht van de Joden afgenomen en aan de heidenen gegeven wordt.
[13] Weliswaar zullen de Joden als zodanig nog onder de heidenen voortbestaan onder alle volkeren op aarde, en ze zullen nog op een Messias hopen, die echter niet meer zal komen; daarom zullen ze voortdurend lijken op dieren z~als honden en zwijnen, want een hond keert altijd terug naar wat hij heeft uitgespuwd en een zwijn naar de modderpoel waarin hij zich heeft gebaad en bevuild.
[14] De drievoudige bedekking voor het gelaat van Mozes zal voor hun ogen blijven hangen, aangezien ze het.heldere licht van de hemelen niet verdragen en daarin de innerlijke betekenis van de geschriften van Mozes en de profeten nooit zullen vatten en begrijpen.
[15] Ben je nu tevreden met deze goed gefundeerde verklaring van Mij?"
[16] De leerling van Johannes zei: 'O Heer en Meester, ik moet daar wel tevreden mee zijn, omdat ik nu maar al te duidelijk inzie dat het precies zo is en ook in de toekomst zal zijn, zoals U hier nu in alle duidelijkheid aan ons allen hebt geopenbaard.
[17] O, wie kan er iets aan doen dat de mensen hun vrije wil zozeer misbruiken en zich liever aan de leiband van de duivel laten rondleiden en verleiden dan Uw raad op te volgen, die hen zo graag wil verheffen tot alle vrijheid en hun het eeuwige leven in Uw rijk wil geven!
[18] Ik hoop alleen dat U, o Heer en Meester, nog heel veel middelen over zult houden om in de loop van vele tijden ook uit de kreeften mensen tevoorschijn te roepen, die U zullen herkennen; want U hebt hen toch niet op deze wereld laten komen om hen voor eeuwig wat hun ziel betreft zulke kreeften te laten blijven?'
[19] Ik zei: 'Wat aan de langdurige tijden van de toekomst is voorbehouden ligt verborgen in het raadsbesluit van Mijn liefde en wijsheid; het zal echte; nog lange tijden duren voor het licht van de laatste zon uit zal doven. De mensen zullen vele sterren aan de hemel zien uitdoven en weer andere in hun plaats zien treden -maar de eigenlijke kreeften zullen daarbij nog niet veel van hun lelijke gedaante kwijtgeraakt zijn. Maar bij Mij zijn duizend aardse jaren als een ogenblik; wat één lange tijd niet tot stand kan brengen, kan misschien een volgende of de duizendste tijdsperiode wel.
[20] Wie wil dat hij geholpen wordt, zal ook binnen korte tijd geholpen worden; wie echter in zijn starheid wil volharden, laat die volharden zolang het hem belieft -en wil hij daar eeuwig in volharden, dan staat hem dat ook vrij! Want ook het inwendige materiële lichaam van de aarde, evenals dat van de eindeloos vele andere hemellichamen, heeft zijn voeding nodig om in stand te blijven, en het zal verschrikkelijk lang duren voor een atoom uit het inwendige van de aarde weer het oppervlak ervan zal bereiken.
[21] Je zult weliswaar niet begrijpen wat Ik hiermee wil zeggen: de verloren Zoon is weliswaar al op zijn weg terug, maar er zullen nog bijna eindeloos lange tijden nodig zijn, voor hij geheel en al in het oude Vaderhuis terug zal komen.
[22] Op kleine schaal lijkt evenwel iedere zondaar op een verloren zoon, over wiens ware terugkeer grotere blijdschap zal zijn dan over negenennegentig rechtvaardigen, voor wie boete niet noodzakelijk is.
[23] Het woord dat Ik tot jullie spreek geldt echter niet alleen voor deze aarde, maar op analoge wijze voor de hele oneindigheid; want Mijn woorden zijn geen menselijke woorden, maar Gods woorden, en ze worden ook door de talloze myriaden engelen gehoord en van het ene einde van Mijn eindeloos vele scheppingen naar het andere gedragen en zullen overal hun uitwerking hebben.
[24] Dit begrijp je ook niet; maar wanneer je in de geest wedergeboren bent, zul je ook in de eindeloze diepte van Mijn ontferming kunnen blikken. Neem voorlopig genoegen met wat je nu hebt gehoord; want soortgelijke dingen als die Ik nu tegen jullie heb gezegd zal Ik in deze wereld niet veel meer zeggen! Houd het dus bij en in jezelf tot de tijd van jullie innerlijke verlichting, waarna ook jullie met begrijpende en verlichte mensen kunnen spreken over alles wat jullie van Mij hebben gehoord; maar houd het vóór je tegenover niet begrijpende mensen, en werp Mijn parels niet als voer voor de zwijnen!'
[25] De leerlingen hielden dit voor zich, hielden zich daar ook aan bij het verbreiden van Mijn leer en hebben met name aan de Joden weinig andere dingen over Mij geopenbaard dan vooral Mijn lijden en sterven en Mijn opstanding, en dat Ik dienovereenkomstig werkelijk de Messias was. Maar zelfs over deze laatste gebeurtenissen waren ze het niet volkomen met elkaar eens. Dat blijkt al uit het feit dat na het bericht van de vrouwen over Mijn opstanding -met name dat van Magdalena -enkelen van de leerlingen geloofden, anderen weer niet en de mededeling van de vrouwen voor een sprookje hielden, tot Ik persoonlijk aan hen verscheen en nog heel wat moeite had om hen er volledig van te overtuigen dat Ik opgestaan was. Bij deze gelegenheid heb Ik de leerlingen weliswaar gezegd dat ze zich er vooral voor moesten hoeden dat ze het oneens met elkaar zouden worden; maar het ging bij en onder hen net zo als bij andere mensen: hun geest was gewillig, maar hun vlees zwak.
«« 188 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.