De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 205 / 244 »»
[1] Na dat gesprek ging de zon onder, en wij stonden op en begaven ons weer naar de stad naar onze waard.
[2] We kwamen al gauw weer in onze gastenkamer; ook Rafaël kwam met ons mee, en toen we aan tafel gingen zitten vroeg de waard Mij of hij ook voor de bijzondere gast Rafaël moest laten dekken.
[3] Ik zei: 'Natuurlijk; want nu is ook hij voor deze tijd omhuld met een lichaam, dat uit de lucht van deze aarde is genomen, en hij heeft evengoed ook aardse versterking nodig als Ik, de Heer Zelf. Het voedsel dat hij tot zich neemt wordt in hem weliswaar op een heel andere manier omgezet dan bij een natuurlijk mens; maar dat doet niets ter zake. Hij zal dus evengoed samen met ons spijs en drank tot zich nemen als wijzelf, alleen aanzienlijk veel meer dan wij, waar je van tevoren rekening mee moet houden. Maar laat nu eerst brood en wijn op tafel zetten, en pas later de vissen en een goed klaargemaakt, gebraden lam!'
[4] De waard zei:'O Heer en Meester, met een lam zal het niet zo goed lukken, omdat ik er geen meer heb! Maar ik heb wel ongeveer dertig schapen; als de herder ze al naar huis heeft gedreven kan ik daarvan het jongste direct laten slachten.'
[5] Daarop zei Ik: 'Maak je daar geen onnodige zorgen om! In de keuken zul j e een reeds geslacht en voor het braden helemaal klaargemaakt lam aantreffen, en zodoende hoeft er dus van jouw dertig schapen geen een geslacht te worden; want op het mannetje na zijn ze allemaal drachtig en zullen over twee weken jouw schaapskudde twee keer zo groot maken.'
[6] Hierna zorgde de waard direct voor het brood en de wijn en ging toen naar de keuken om naar het lam te kijken, dat klaargemaakt was om te braden. Hij verwonderde zich daar al niet zo erg meer over, omdat hij de andere wonderen al had gezien en hij dit wonder ook heel begrijpelijk vond; maar zijn keukenpersoneel was des te meer verbaasd, evenals zijn vrouw.Want terwijl wij op de berg verbleven, was zij in de kleine, aan de herberg grenzende moestuin om welriekende kruiden te verzamelen voor de vis die 's avonds klaargemaakt zou worden, en ze was echt geschrokken toen voor haar ogen de anders schraal uitziende moestuin plotseling opnieuw groen werd en een overvloed bood van alles wat er voor het huis nodig was.
[7] De vrouw kwam woorden tekort om de waard te vertellen hoe het haar bij die gebeurtenis te moede was geworden; maar na verloop van tijd had ze bedacht dat niemand anders dat bewerkstelligd kon hebben dan de aanwezige wonderbaarlijke gast, die ook zij nu evenals al haar huispersoneel als een ware God zou beschouwen en vereren, en wel temeer omdat ook de drie Apollopriesters zich aan deze God hadden onderworpen. Daarna begon ze direct de vissen te bereiden en het lam te braden.
[8] Terwijl wij ons in onze eetkamer versterkten, kwamen de twee trouwe dienaren van de opperstadsrechter, die hij op de berg al had genoemd, bijna buiten adem naar ons toe, en begonnen te vertellen wat ze allemaal hadden gezien en meegemaakt. Het meest verbaasden ze zich over de vijver, die plotseling ontstaan was op de plaats waar vroeger maar een kleine bron was, die slechts af en toe water gaf.
[9] De ene van de dienaren zei tegen de opperstadsrechter: 'En - o gestrenge heer, heer - nog een groot wonder: in de buurt van de vijver grazen twee geheel volgroeide olifanten! Die twee dieren zullen waarschijnlijk door gebrek aan voer ontsnapt zijn uit een Perzische of zelfs Indische karavaan om zich hier te verzadigen, waar door een godswonder allerlei soorten planten, gras en bomen heel weelderig zijn gaan groeien. De dieren weiden precies op het stuk grasland dat u toebehoort, en u zou dus het recht hebben om deze twee zeldzame en..kostbare dieren voor uzelf in bezit te nemen. Zoals u weet verstaan wij tweeën heel goed de kunst om zulke dieren de baas te worden. Als u wilt zullen wij erheen gaan en ze met groot gemak vlug in uw grote stal onderbrengen; en als ze daar eenmaal zijn ondergebracht, zullen wij ervoor zorgen dat ze ons nooit meer ontsnappen.'
[10] Daarop zei de opperstadsrechter: 'Doe dat, ik zal jullie daarvoor goed weten te belonen!'
[11] Daarop voorzagen de twee dienaren zich in de herberg direct van verscheidene gerstebroden en gingen meteen vol blijdschap naar buiten, waar de beide dieren graasden. Toen ze in de buurt van de dieren kwamen spraken ze die op hun manier toe. De dieren werden opmerkzaam, de geur van de broden trok hen dichter naar de dienaren toe; die gaven hun direct stukken brood en liepen toen naar de stad, terwijl ze onderweg, wat niet zo ver was - de dieren van tijd tot tijd een stuk brood gaven. En weldra zagen wij vanuit onze gastenkamer door de open ramen hoe de twee reusachtige olifanten de beide dienaren van de opperstadsrechter als makke lammeren op de voet volgden, en zo naar de grote stal gebracht werden, terwijl de vele mededienaren, knechten .en burgers van de stad verbaasd toekeken. In de stal voorzagen ze de dieren direct van een goede hoeveelheid voer en water.
[12] Deze beide dieren bleven onmiddellijk in de stal en lieten zich door de twee dienaren verzorgen; de andere dienaren konden zich echter nog niet in de buurt van de twee dieren wagen, wat later echter ook mogelijk is geworden.
[13] Vijf jaar daarna. kreeg onze opperstadsrechter door bemiddeling van de commandant Pellagius en opperstadhouder Cyrenius een veel hogere positie in de grote stad Damascus, waar hij de christenen in bescherming nam en hen zoveel mogelijk aanzienlijke voordelen schonk; bij die gelegenheid gaf hij deze tamme dieren, samen met de twee dienaren de keizer ten geschenke, waar de keizer heel blij mee was en uit dankbaarheid aan hem alsook aan zijn nakomelingen het oppergezag over die stad, waar hij zoveel goeds had gedaan, volledig in eigen beheer beleende.
[14] Dit heb Ik er nu zo terloops bij verteld.
«« 205 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.