Over spaarzaamheid

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 225 / 244 »»
[1] Hierop vroeg de waard Mij: 'Heer en Meester, hoe zit het eigenlijk met de veelgeprezen deugd van spaarzaamheid, die ook tot de belangrijke levensbeginselen van de Romeinen behoort? Want er is een gezegde: 'Wie in zijn Jeugd spaart, hoeft in zijn ouderdom geen armoe te lijden!', en dat levensbeginsel is ook bij de Joden te vinden, bijna nog meer dan bij de Romeinen.'
[2] Daarop zei Ik: 'Bij de Romeinen bestaat echter ook nog een ander levensbeginsel, dat als volgt luidt: 'In medio beati!' ofwel: 'de gulden middenweg!'. Ik zeg je dat de juiste spaarzaamheid een deugd is, zolang ze niet te ver gaat en zolang er niet een medemens in de omgeving van een te spaarzaam mens min of meer benadeeld wordt; want als dat laatste bij de spaarzaamheid het geval wordt, houdt ze op een deugd te zijn, gaat gemakkelijk over in gierigheid en wordt zodoende een ondeugd.
[3] Daarom is menig mens die heel royaal, maar niet overdreven, met zijn bezit omgaat Mij liever dan een al te spaarzaam mens; want een kwistig mens laat ook zijn medemensen eraan deel hebben, en het slechte aan hem is enkel het vaak te onverstandige gebruik dat hij van zijn aardse goederen maakt; want daardoor richt hij meer kwaad aan dan dat hij goed doet.
[4] Een zeer spaarzaam mens laat uiteindelijk helemaal niemand meer iets goeds toekomen, schraapt alles voor zichzelf bij elkaar onder het predikaat dat men voor zijn huis en gezin moet zorgen. Maar Ik zeg je: het vuur van jouw liefde voor je gezin moge als een licht zijn dat men 's nachts aansteekt; maar jouw liefde voor de kinderen van andere, arme ouders moge zijn als een groot vuur, waardoor een groot gebied in de wijde omtrek verlicht wordt!
[5] Wie dat wat Ik nu heb gezegd bij zijn huishoudelijke spaarzaamheid in acht neemt, zal van Mij in alle opzichten geluk en zegen in overvloed krijgen, en dat geluk en die zegen zullen voortaan ook bij zijn huis en zijn gezin blijven. Wie dit levensbeginsel, dat Ik nu onder woorden heb gebracht, niet in acht neemt, zal meemaken dat zijn kinderen en verwanten datgene wat hij zo moeizaam bij elkaar heeft gespaard, maar al te gauw en vaak op de liederlijkste wijze verspillen en dan al snel met allerlei nood en ellende te kampen krijgen. Doe jij dus alles verstandig en wijs overeenkomstig Mijn leer, en denk bij alles goed na over de gevolgen en het uiteindelijke resultaat van jouw handelen!,
[6] Daarop zei de waard: 'O Heer en Meester, ik dank U uit de diepste grond van mijn hart voor deze zeer wijze les, en ik ben er des te blijer mee, omdat dit al sinds mijn jeugd gedeeltelijk tot mijn levensbeginselen heeft behoord en in de toekomst nog steeds meer zal behoren.'
[7] Hierop zei de opperstadsrechter: 'Heer en Meester, ook ik zal diep in mijn hart prenten en ook in praktijk brengen, dat mijn liefde voor mijn vrouwen kinderen tot een waar licht moet worden; maar met mijn liefde voor de kinderen van andere, arme ouders wil ik een hele stad in vlam zetten, en het licht van die brand zal alles wijd en zijd verlichten! -Is het zo goed, Heer en Meester?'
[8] Ik zei: 'Dat zul je wel zien als je handelt volgens Mijn woord; handel dus, en leeft'
«« 225 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.