Waarom de vogels water opnemen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 228 / 244 »»
[1] Daarop zei de opperstadsrechter: 'Dat begrijp ik nu heel goed, maar waar halen deze dieren de ingrediënten vandaan die nodig zijn om -zoals je zegt -de waterstof van de zuurstof te scheiden? Want het ijzer, de kalk, de zwavel, het zout en de koolstof zijn toch niet overal in ruime mate voorhanden?'
[2] Daarop zei Rafaël: 'Mijn beste vriend, verstrooid over het hele aardoppervlak vele duizendmaal duizenden keren meer dan alle vogels op de aarde in vele duizenden jaren voor hun vliegen nodig hebben! Vogels zijn zelf heel goede mineralogen, evenals de wortels en takken van bomen en planten buitengewoon scherpzinnige en intelligente levensstofkundigen zijn; als ze dat niet zouden zijn, zouden er niet zoveel soorten bomen en planten op de aardbodem groeien en zouden de vogels ook niet kunnen vliegen. Daaraan zie je dat ieder dier evenals iedere plant datgene wat nuttig is voor hen, buitengewoon scherp herkent en het ook weet te gebruiken.
[3] Kijk eens naar een ei! De schaal ervan is van kalk en de inhoud, wat het materiële deel betreft, bestaat ook uit nog wat kalk, zout, koolstof, ijzer en zwavel. Hoeveel van elk daarvan nodig is weet iedere vogel zelf precies, alsook waar hij het moet halen; want daarvoor heeft ook een vogel, net als ieder ander dier en ook de mens zelf, de vijf zintuigen, en een plant heeft zijn voeldraden zowel aan de wortels als aan de takken. En ik ben nu van mening dat ik jou deze voor mensen moeilijk te begrijpen kwestie heel in het kort zo duidelijk mogelijk heb getoond.'
[4] Daarop zei de opperstadsrechter: 'Luister, mijn hemelse vriend, als de mensen de verhoudingen zouden weten, dat wil zeggen hoeveel er eigenlijk van ieder van de vijf ingrediënten nodig is, zouden ze uiteindelijk grote zakken met waterstof kunnen vullen en zich dan door middel van mechanische hulpmiddelen ook in de lucht kunnen verheffen en net als de vogels rondvliegen!'
[5] Daarop zei Rafaël: 'Wat nu niet is, kan later nog ooit komen! Voorlopig is het echter veel beter voor de mens dat hij lichamelijk niet kan vliegen; want als hij ook dat zou kunnen, zou hij weldra tot het grootste roofdier op aarde worden en zou hij niet meer aan de cultuur van de aardbodem denken.
[6] Daarom is het beter voor de mens als zijn ziel gééstelijk in staat raakt om te vliegen, maar dat hij wat zijn lichaam betreft maar mooi op de aardbodem blijft, waarvoor hij ook de lichamelijke inrichting heeft. De mens komt met zijn voeten nog ver genoeg en heel vaak maar al te ver; en als hij met zijn voeten niet snel genoeg vooruit komt, dan heeft hij daarvoor voldoende geschikte dieren die sneller lopen dan hij en hem na enige africhting in zeer korte tijd van de ene plaats naar de andere kunnen brengen, en hij kan ook schepen bouwen, met behulp waarvan hij zich over zee als op droog land kan voortbewegen. In latere tijden zullen de mensen nog een groot aantal trans portmiddelen uitvinden, die met grote snelheid van de ene plaats naar de andere zullen voortrazen.
[7] En nu weet jij, beste vriend, over al die dingen meer dan je nodig hebt. Ik heb je dit nu allemaal getoond, opdat je gemakkelijker inziet dat de Heer werkelijk de meest volmaakte en niet te evenaren Meester is in al Zijn geschapen dingen, en vooral dat had je nodig!'
[8] Hierop bedankte de opperstadsrechter Mij en Rafaël met alle innigheid van zijn hart, en zei toen: 'Waarlijk, van U, o Heer, kun je in één uur meer leren dan anders zelfs van de meest schrandere mens met alle vlijt je hele leven lang; want bij de mensen is het steeds: 'Tot hiertoe, en geen millimeter verder!', maar bij U is het: 'Tot hiertoe, en daarna altijd maar verder tot in het oneindige!', want Uw wijsheid, o Heer en Meester, heeft geen grenzen.
[9] Wij zijn U allemaal buitengewoon dankbaar voor de puur goddelijke genade die U ons hebt bewezen en zullen ook tot het einde van ons leven op deze aarde nooit meer ophouden U te danken. Heer en Meester, vergeef ons toch onze zwakheid en onze zonden!'
[10] Ik zei: 'Die zijn jullie ook vergeven; maar in het vervolg moeten jullie jezelf hoeden voor de zonde!
[11] Nu zullen we hier echter vandaan gaan, snel het ochtendmaal tot ons nemen en daarna onze reis voortzetten!'
[12] Daarop begaven we ons direct naar de herberg en gingen aan het ochtendmaal; tijdens de maaltijd werd er nog over veel dingen gesproken, waarvan Ik het niet nodig vind die hier weer te geven, omdat er over dergelijke dingen al vaker gesprekken zijn geweest.
[13] Na het kort durende ochtendmaal stond Ik snel op met Mijn leerlingen, zegende het huis van de waard, de opperstadsrechter en allen die er waren, en gingen daarna onmiddellijk op reis.
[14] De waard, zijn zoon en de opperstadsrechter vergezelden ons ongeveer twee uur, en ze verbaasden zich meer en meer over het feit dat ze hun land nog steeds maar in goed gecultiveerde staat zagen.
[15] Voor ze weer teruggingen, bedankten ze Mij allemaal nog eens en keerden toen naar huis terug. Bij die gelegenheid verdween ook Rafaël weer, omdat Ik hem niet meer nodig had.
«« 228 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.