De toekomst van de ceremoniële kerk

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 28 / 244 »»
[1] Wat heeft het voor nut om een nieuwe lap stof op een oude, versleten jas te naaien, opdat die op de gerepareerde plek de naakte huid bedekt en een tijdlang tegen de wind beschermt; als er dan slechts een lichte storm komt, dan rukt die met gemak de nieuwe lap van de oude, versleten jas en tegelijk daarmee ook nog een gedeelte van de jas. Wie zal dan in de storm zijn naakte huid tegen de kou beschermen? Maak dus direct een volkomen nieuwe en sterke jas voor jezelf, zolang je daar de middelen nog voor hebt, en verspil die niet aan het aanschaffen van nieuwe lappen om de oude en meer dan versleten jas te repareren, waar je niets aan hebt -en als er dan stormen zouden komen, zullen die niet meer in staat zijn om jouw huid enige schade toe te brengen!
[2] Welke echte waard zal nieuwe wijn in oude zakken willen doen? Wat zal er met die zakken gebeuren, als de nieuwe wijn daarin begint te gisten? De wijn zal de zakken doen scheuren, en de onverstandige waard zal zowel de zakken als de wijn verliezen. Hetzelfde staat een onverstandige regeerder te wachten die een nieuwe grondwet in een oude wil schuiven; de ene is noodzakelijkerwijs de ondergang van de andere, en de regeerder raakt daarmee alles kwijt: zijn grondwet, zijn land en zijn volk, zoals daar in Europa nu al verschillende voorbeelden van zijn en er weldra nog meer zullen volgen.
[3] Ik zeg je: wie nog langer naar die bepaalde man, die zichzelf vroom noemt, zal lonken en met gespleten tong met hem zal praten, terwijl Mijn licht uit de hemelen almaar intensiever wordt, zal er weldra geheel verlaten en alleen bijstaan. Want Ik wil dat er eindelijk een einde komt aan het langdurige overspel van Babel. Van nu af aan zal alles nieuw en anders worden, en Mijn woord, dat Ik tot de apostelen en heel veel andere mensen heb gesproken, moet nu met nieuwe kracht en macht opstaan en vervolgens tot aan het einde der tijden van deze aarde duren. Allen moeten zich zonnen en warmen in het licht van Mijn leer uit de hemelen en zij die Mij oprecht belijden en liefhebben, moeten weer, zoals het in de oertijd was, van de wieg tot het graf in een voortdurend waarneembare gemeenschap met Mijn engelen verkeren en zo ook met Mij Zelf.
[4] Nu vraag je ook hoe het in jouw land zal gaan, als de oude zakken door de nieuwe wijn, die er met geweld in gedaan wordt, scheuren en de wijn verspild wordt. Ik zegje: wel duizend keer beter dan nu, nu bijna geen mens zelfs zijn eerlijkste broeder meer vertrouwt, uit vrees voor wat er uit dat langdurige en kostbare getalm nog allemaal aan ellende en nood zal voortkomen, en steeds zegt: 'Je kunt niet weten hoe het allemaal nog zal aflopen!'
[5] Op het ogenblik dat die wijnzakken barsten houden de grote consumeerders op te bestaan, en de staat zal ervoor zorgen dat diegenen niets tekort komen, die de staat en het volk lange tijd trouw gediend hebben met hun geest en verstand. Maar de meer dan een kwart miljoen straatslijpers en leeglopers zonder verdienste, voor het merendeel uit de rijen der geestelijkheid, zullen hun grote inkomens en pensioenen niet meer ontvangen*, (* Inderdaad zijn in de jaren 1868-1874 de concordaatwetten vervangen door staatswetten, met natuurlijk als gevolg dat veel kerkelijke autoriteiten werkeloos werden ) maar daarentegen strikt verplicht worden de staatsschuld te betalen - want die zal onder alle omstandigheden gerespecteerd worden, opdat niet de ene broeder een klacht tegen de andere zal indienen ** (** Bij het afwikkelen van de naoorlogse zaken hoorde onder meer dat Venetië bij Italië kwam. Tevens nam Italië de daarbij behorende staatsschuld op zich, en zodoende hadden de twee landen geen verplichtingen meer aan elkaar.)
[6] Onder alle omstandigheden sta Ik nu weer aan het hoofd, en dan kan geen wanorde ten nadele van degenen die zich naar Mij richten, bestaan. Dit jaar zal Ik met het land waarin jij leeft, nog een beetje geduld hebben; maar niet veellanger, al zouden ook vele van Mijn oude vrienden nog in hun lichaam en in alle liefde en trouw daar wonen. De Mijnen en de nieuw verlichten zullen wel behouden blijven, maar alle anderen zullen getuchtigd worden.
[7] Nu zeg je natuurlijk weer bij jezelf: 'Ja, Heer, dat is allemaal wel in orde; want als de leiding van een volk eenmaal bedorven en ondeugdelijk is geworden, moet het volk een andere krijgen, die beantwoordt aan de materiële en vooral de geestelijke behoeften van het volk. Maar zolang de oude afgodstempels, die men godshuizen of kerken noemt, samen met hun dienaren voortbestaan en dienst doen, en zij met name in de bedevaartplaatsen en kloosters aan de nog vele blinde mensen de buitengewoon voortreffelijke werking van hun kerkelijke onderdanigheid aan God mogen verkondigen, zal een nieuwe leiding van het volk - of die nu bestaat uit een nieuwe grondwet of uit een nieuwe regeerder -altijd het gevaar lopen om langzamerhand weer tot de oude duisternis te vervallen, en wel des te eerder wanneer de dienaren van de tempels erop aangewezen zijn van de verdiensten uit hun kerkelijke verrichtingen te leven. Als ze dan als leraren van het volk nog enige tijd moeten voortbestaan, laat men hen dan net als iedere andere staatsdienaar betalen; maar voor hun dienst aan de kerk zouden ze van niemand een betaling mogen verlangen en aannemen, dan zou daardoor aan de praktijken van de tempeldienaren, die het volk uitbuiten, bedriegen en verduisteren, vast en zeker een heel duidelijke grens gesteld zijn, en aan de bedevaarten, wonderbeelden en relikwieën en nog vele andere kerkelijke misgeboorten en misbruiken zou dan snel een einde komen!'
[8] Daarop zeg Ik je, dat je aan de ene kant helemaal juist en terecht hebt geoordeeld; en voor een poos zou het ook goed gaan, omdat de zogenaamde geestelijke zich ontegenzeglijk meer zou bezighouden met het onderrichten van het volk, waarvoor hij betaald wordt, dan met de kerkelijke ceremoniën, die hem niets meer opleveren. Maar als hij zijn kerkelijke dienst zonder vergoeding zou verrichten, zou het blinde volk hem een nog grotere waarde toekennen vanwege zijn verdienste voor God, en op die manier vanzelf tot het oude bijgeloof vervallen, en nog erger en dieper dan voorheen. De geestelijke zou datgene wat hem bij het volk een groot en luisterrijk aanzien verschaft, niet voorstellen als iets dat voor Mij geen waarde heeft, maar als iets dat Mij buitengewoon welgevallig is, en op die manier zou hij het volk in het oude bijgeloof versterken en een nieuwe troon maken voor de hoge heerschappij van de hoer van Babel, die nu haar volkomen einde nadert.
[9] Laat de geestelijkheid dus haar gang maar gaan met het uitbuiten van het volk; laat het nog blinde volk maar op bedevaart gaan en dure missen betalen; laat het biechten, naar de kerk gaan, overdreven dure rouwstoeten vormen; laat zij op erfenissen jagen en dure ontheffingen en aflaten verkopen. Kortom, laat die Babyloniërs nog erger tekeer gaan, dan zal ook de meest blinde weldra tot bezinning komen en zeggen: 'Nee, zo'n religie kan niet anders dan bedrog zijn, omdat degenen die het meest overtuigd zijn van de zuivere waarheid van de leer van Christus en ernaar zouden moeten handelen, door hun daden laten zien dat ze zelf helemaal geen waarde aan die leer hechten, in geen enkele God geloven en derhalve louter valse profeten zijn; ze zorgen voor niets anders dan hun buik, maken de mensen door allerlei bedrog -en als dat niet meer voldoende is, door een soort wettelijke dwang, die hun door de staat toegestaan is -dikwijls hun hele hebben en houden afhandig en reiken geen enkele dorstige zielook maar een slok water van alles wat ze gewoon geroofd hebben! Daarom weg met al die valse profeten; weg met die verscheurende wolven in schaapskleren, en weg met alles waarmee zij zolang het arme, blinde volk hebben gekweld, bedrogen en beroofd; weg met de tempels, altaren, heiligenbeelden, relikwieën, klokken en alle nutteloze kerkelijke gebruiksvoorwerpen, die geen enkele geestelijke levenswaarde hebben! Van nu af aan zullen wijzelf de hele leer van Christus onderzoeken, ons die door een ware, door God verlichte leraren laten uitleggen en er dan naar leven en handelen, en de echte leraar zal aan onze tafel niet omkomen van honger en dorst en ook niet naakt en barrevoets rondlopen!'
«« 28 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.