De waard en de commandant worden onderricht

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 74 / 244 »»
[1] Nu openden de dienaren de deur en brachten de welbereide spijzen op tafel, en tevens nog meer brood en wijn, en wij namen het maal dan ook tot ons; ook de waard verkwikte zich aan onze tafel, en zijn vrouwen kinderen, die aan een andere tafel zaten, aten en dronken ook met grote vreugde en Wendden hun ogen niet van Mij af.
[2] Na de maaltijd kwamen de vrouwen de kinderen naar Mij toe om Mij te bedanken voor de genade die Ik hun had bewezen.
[3] Enkele leerlingen raakten echter wat geïrriteerd door het langdurige bedanken van de vrouwen de kinderen, en ze beduidden hun dat ze nu wel genoeg bedankt hadden.
[4] Ik merkte dat wel en zei tegen de ongeduldige leerlingen: 'Hoe vaak heb Ik niet in jullie bijzijn tekenen gedaan, en hoe vaak hebben jullie je niet aan Mijn tafel verzadigd; maar Ik heb van jullie nog maar weinig openlijke dank ontvangen. Laat deze kinderen daarom hun vreugde! Werkelijk, het dankbare gebrabbel van een kind is Mij veel liever dan vele wijze woorden uit de mond van een geleerde, wat wel een genoegen is voor het verstand, maar wat het hart weinig doet. Waarlijk Ik zeg jullie: wie Mij niet tegenover de wereld belijdt, die zal Ik ook niet tegenover de Vader in de hemel belijden! Laat deze kinderen daarom hun vreugde! ,
[5] Toen de leerlingen die berisping van Mij hadden gehoord, beheersten ze zich en lieten de kinderen hun vreugde; en Ik prees de kinderen, legde hun Mijn handen op en liet ze toen gaan. Toen ging de vrouw met de kinderen weer naar de keuken, waar ze voor de volgende dag veel voor te bereiden hadden.
[6] Ik heb de waard nog tot midden in de nacht in verschillende dingen onderwezen, waar ook de commandant met zijn onderofficieren en Veronica met de grootste aandacht naar luisterden.
[7] De commandant zei: 'Heer, ik heb in Pella en Abila naar U geluisterd en alles wat ik van U heb gehoord en gezien, goed onthouden; maar nu moet ik openlijk bekennen dat U nu met de waard heel duidelijk over dingen hebt gesproken, die geheel nieuw en vreemd voor mij zijn, en ik kan U, o beste Heer en Meester, daar niet genoeg voor danken; want nu krijg ik een veel dieper inzicht dan tevoren in de geheimen van Uw eindeloos grote schepping van het kleinste tot het ondoorgrondelijke grote.'
[8] Ik zei: 'la, Mijn beste vriend, Ik zou jou en al deze leerlingen van Mij nog veel te zeggen en te onthullen hebben, maar jullie zouden dat nu nog niet verdragen en begrijpen; maar als Ik jullie de eeuwige geest der waarheid zal zenden en hij jullie zielen zal doordringen, zullen jullie daardoor in alle wijsheid verheven worden.
[9] Dat Ik nu met onze waard over zoveel dingen heb kunnen spreken die jou vreemd en nieuw moesten voorkomen, komt doordat deze waard wel goed thuis is in de Schrift, maar niet zo in het zuivere begrip ervan. lij kent ook veel dingen uit de Schrift van de loden, maar niet zoals deze waard; Ik heb met hem dan ook over dingen kunnen spreken die voor jou vreemd en nieuw moesten zijn. Als je de hele Schrift, die bijna tot aan deze dagen reikt, met de juiste aandacht doorgelezen hebt, zul je nog heel veel dingen tegenkomen die jou heel nieuw en vreemd zullen voorkomen. Dan zul je ze met je verstand onderzoeken, maar de betekenis van de verborgen innerlijke waarheid niet vinden en herkennen. Maar met de geest, die Ik ook jou zal zenden, zul je de innerlijke betekenis wel herkennen.
[10] Als je echter over de dingen van de natuurlijke wereld nog diepere opheldering wilt, bezoek dan je ambtgenoot in Genezareth, dan zul je van hem veel horen wat jou tot n toe ook nog vreemd is; want Ik onderwijs de mensen steeds overeenkomstig hun vermogen om de dingen op te nemen en overeenkomstig datgene waar ze al eerder zelf vaak over hebben nagedacht, maar waarin ze ondanks al hun inspanning niet tot enige waarheid konden komen. En zo komt het dus dat Ik overal als het ware met iets nieuws tevoorschijn kom; toch is het eigenlijk niet iets volkomen vreemds en nieuws, maar iets wat er al is, maar door de mensen nog niet herkend en begrepen is.'
[11] Dit begreep de commandant en ook alle anderen, die behalve Mijn leerlingen samen met de commandant hier aanwezig waren. De leerlingen zelf begrepen echter ook nu pas dieper, waarom Ik op verschillende plaatsen behalve de hoofdleer, die natuurlijk altijd hetzelfde was, de mensen ook over verschillende dingen op zo'n manier had onderricht, dat ze het konden vatten en waar ze min of meer behoefte aan hadden.
«« 74 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.