Buiten na de storm (23.10.1862)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 77 / 244 »»
[1] Toen wij 's ochtends helemaal gesterkt wakker werden en de leerlingen zagen dat het een zeer nevelige ochtend was, vroegen ze Mij of Ik ook deze ochtend buiten zou doorbrengen.
[2] Ik zei: 'We hebben toch al vaker zulke nevelige ochtenden en grauwe dagen meegemaakt, en dan ben Ik toch met jullie naar buiten gegaan; zo kunnen we ook deze ochtend wel een uur buiten doorbrengen. Ik wil door deze grijze ochtend een teken doen voor de heidenen die geen enkel geloof hebben, opdat ze daardoor gemakkelijker tot het geloof in één, enig ware God bekeerd kunnen worden, en daarom zullen we deze ochtend ook naar buiten gaan. Maar wie in huis wil blijven, moet dan doen!'
[3] Allen zeiden: 'Heer, wij laten U niet in de steek; wij gaan waar U gaat, en wij willen steeds bij U zijn!'
[4] Ik zei: 'Sta dan op, dan gaan we naar buiten!'
[5] Op deze oproep van Mij stonden allen op, ook de waard, en wij maakten ons klaar om naar buiten te gaan; en toen de waard instructies voor het ochtendmaal had gegeven, gingen we naar buiten de brede weg op, die langs de herberg liep.
[6] Buiten gekomen, zagen we een grote massa volk, die op de brede weg was gaan liggen; want de mensen hadden de nacht niet in hun huizen durven doorbrengen.
[7] De storm, waarmee de tamelijk krachtige aardbevingen gepaard gingen was wel helemaal gaan liggen; maar iedereen was bang dat het weer opnieuw kon beginnen; daarom durfde men niet naar huis terug te keren en bracht men de nacht in de open lucht door.
[8] Wij troffen ook de twee buren van de waard, die ons 's nachts in hun grote angst hadden bezocht, toen de storm het ergste woedde, maar die ons niet hadden herkend, omdat het in de eetzaal tamelijk donker was.
[9] Toen ze de waard en naast hem ook de hun welbekende commandant zagen, liepen ze op hen toe, begroetten vooral de commandant en zijn ondergeschikten en prezen hem gelukkig, dat hij deze nacht door was gekomen zonder schade geleden te hebben.
[10] De commandant beantwoordde de ochtendgroet en vroeg aan de twee of zij net als de overige inwoners van deze plaats de nacht buiten hadden doorgebracht.
[11] De twee antwoordden: 'Hoge gebieder! Daar hadden we aanvankelijk de moed niet voor! Totdat de storm losbrak waren we wel in onze huizen, maar toen de aardbodem begon te beven, verlieten wij onze huizen, evenals bijna alle andere burgers van deze stad om buiten bescherming te zoeken. Voor het leven van onszelf en onze familieleden
[12] Als onze oude huizen van hout waren gebouwd, zoals de meeste huizen van Galilea, Judea en nog andere landstreken die rijk aan hout zijn, zouden de storm en de aardbeving ons niet naar buiten hebben gedreven; maar omdat onze huizen gebouwd zijn van de gemakkelijk brekende stenen die in deze buurt voorkomen en bij een hevige aardbeving gemakkelijk kunnen instorten, is het vanzelfsprekend heel raadzaam om bij zulke hevige calamiteiten de huizen zo snel mogelijk te verlaten en zich naar buiten te begeven.'
[13] De commandant zei: 'Hoe zit het dan met de bescherming van de goden, waar de meeste Grieken en Romeinen toch zo'n hoge dunk van hebben?'
[14] Kijk, ik heb mij onder de bescherming van één God en in het volste geloof en vertrouwen op Hem zeer wel en zonder enige vrees of angst in deze Joodse herberg bevonden! Als jullie ook zo'n geloof en zo'n vertrouwen hadden, zouden jullie zeker in jullie huizen zijn gebleven zonder enige vrees of angst dat jullie enig ongemak zou kunnen overkomen, terwijl jullie bovendien nog weten dat de huizen al heel veel en misschien wel grotere stormen getrotseerd hebben. Tegen zulke angst en vrees beschermen alleen een vast geloof en een werkelijk vertrouwen op de ene ware, almachtige, uiterst wijze, uiterst goede, alwetende en alziende God. Wie zo'n geloof en zo'n vertrouwen niet heeft, is bij alle stormachtige verschijnselen, die op aarde altijd weer voorkomen, aan alle mogelijke kwelling en pijn blootgesteld, en aan de grootste, wanneer zijn laatste uur onafwendbaar voor de deur staat! - Begrijpen jullie dat?'
«« 77 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.