De naweeën van de storm en de aardbeving

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 80 / 244 »»
[1] Toen wij ons op de genoemde heuvel bevonden, zagen wij in het oosten, op een afstand van enkele uren gaans, op verschillende plaatsen rook uit de aarde opstijgen, en hier en daar laaide er ook een vlam op, maar slechts voor enkele ogenblikken, en die duurde niet voort zoals de rook.
[2] We keken een poos naar dit natuurlijke schouwspel.
[3] Toen wij zogezegd verzadigd waren van het kijken, kwam de commandant naar Mij toe en zei: '0 Heer en Meester, kijk, de natuurgeesten hebben nog geen rust, en zoals ik al herhaaldelijk heb meegemaakt duren die rook en vuurverschijnselen na zo'n storm, zoals wij die vannacht hebben beleefd, vaak nog verscheidene dagen en vaker zelfs enkele weken, en daarbij voelt men van tijd tot tijd duidelijk waarneembare trillingen van de aarde, die nu niet bepaald geschikt zijn om een zwak menselijk gemoed opgewekt te stemmen. Waarom moeten die naweeën van een grote storm eigenlijk zo lang voortduren?'
[4] Ik zei: 'Vriend, in Pella, waar je eigenlijke verblijfplaats is, heb je een tamelijk grote visvijver, die je voor veel geld hebt laten aanleggen! Als je in die vijver goede en gezonde vissen wilt kweken, moetje er van tijd tot tijd de modder uit laten halen. Daarvoor moet je hem echter eerst helemaal laten leeglopen. Als de hoofdafvoer van de vijver geopend wordt, stort het water aanvankelijk ook met veel geweld uit de vijver door de geopende afvoer; geleidelijk aan stroomt het echter rustiger, en tegen het einde zie je het water slechts druppelsgewijs uit de afvoer stromen, en dan kun je met het reinigen van de vijver beginnen.Ja, waarom heb je bij je vijver eigenlijk niet zo'n soort afwateringssysteem aangebracht, dat bij het openen daarvan al het water van de vijver in één ogenblik zou kunnen wegstromen?
[5] Kijk, vriend, alles in de wereld gebeurt binnen een bepaalde tijdgebonden orde, zonder welke er niets kan gebeuren; en als er hier en daar iets niet volkomen binnen de juiste chronologisch volgorde gebeurt, heeft dat steeds een daarmee samenhangende verstoring tot gevolg.
[6] Jullie kortzichtige mensen zorgen bij jullie handelingen en werk al voor een bepaalde orde om met zekerheid het doel te bereiken dat jullie je hebben gesteld, en jullie zeggen dat snel en slordig werk nergens goed voor is -zou God, de eeuwige Werkmeester van Zijn grote werken, soms minder wijs en verstandig zijn dan jullie mensen? Laat alles dus maar gebeuren zoals het gebeurt, dan is het wel goed zo!'
[7] Daar stelde de commandant zich tevreden mee, en hij bedankte Mij voor deze les.
[8] Ook de twee buren hadden deze woorden van Mij met grote aandacht aangehoord, en ze zeiden tegen de waard: 'Het lijkt wel of die Galileeër nog veel wijzer is dan onze commandant! We hebben weliswaar niet begrepen waar het eigenlijk over ging, maar zoveel is ons wel duidelijk geworden, dat de commandant, die de ene, enig ware God stellig goed kent, dit lastige natuurverschijnsel wat te lang vindt duren; maar deze Galileeër heeft hem met een schitterend voorbeeld de orde getoond, die God bij al Zijn handelen steeds in acht neemt, en waarom. En kijk, de commandant bedankte de wijze Galileeër ten zeerste voor deze les!
[9] Maar wat zal die Galileeër dan nog meer zijn? Want hoewel onze commandant overigens een buitengewoon goed en rechtschapen man is, zegt hij niet gemakkelijk heer en meester tegen iemand, en al helemaal niet tegen een Jood! Waarom bewijst hij hem dan zo'n hoge eer?'
[10] De waard zei: 'Dat begrijpen jullie nu weliswaar nog niet; maar er zal nu waarschijnlijk heel gauw een moment komen dat jullie het zullen begrijpen.'
[11] Die woorden maakten de twee buren van de waard nog veel nieuwsgieriger naar wie en wat Ik eigenlijk was. Maar ze waagden het niet de commandant en nog minder Mij daarnaar te vragen.
[12] Er begon nu een tamelijk harde wind uit het oosten te waaien, en het duurde niet lang of wij kregen de sterk naar zwavel en pek ruikende rook te verduren, en de commandant, zijn dochter en zijn ondergeschikten alsook enkelen van Mijn leerling.en, die een afkeer hadden van die rook, vroegen Mij of Ik de wind wilde gebieden de kwalijke zwavel en pekdamp een andere kant op te blazen, waar geen mensen waren, en ze vroegen of we ons anders in de herberg terug konden trekken om hier niet te stikken.
[13] Ik zei: 'Kijk maar eens achterom naar de stad, dan zie je een menigte nieuwsgierigen toestromen om te kijken en te luisteren naar wat wij hier doen! En voorop lopen de heidense priesters en ook de twee rabbi 's en enkele Joden, die ons bij onze aankomst staande hielden; die staan Mij meer tegen dan deze uit het oosten waaiende zwavel en pekdamp.
[14] Daarom heb Ik nu juist die wind laten komen om ons die lastige bespieders van het lijf te houden. Kijk maar hoe ze al beginnen om te keren om weer naar de stad terug te gaan, omdat ze bang zijn dat de zaak nog erger zou kunnen worden! Ze zullen zich ook voor het merendeel naar de stad en naar hun huizen begeven, en dan hebben wij een vrijere speelruimte voor wat wij doen.'
[15] Er stonden rond de heuvel echter ook enkele inwoners van de stad die tegelijk met ons de stad uit waren gegaan, en de commandant wilde hen door een onderofficier flink duidelijk laten maken dat zij zich ook naar de stad moesten terugtrekken.
[16] Maar Ik zei tegen de commandant: 'Dat zijn betere zielen; die moeten maar hier blijven als getuigen voor de anderen!'
[17] Daar stemde ook de commandant mee in, en degenen die beneden rond de heuvel hadden plaats genomen, bleven.
[18] De twee buren van de waard stonden steeds meer versteld en zeiden tegen hem: 'Luister eens vriend dat is toch een hoogst merkwaardige man! Hij heeft in zekere zin de wind bevolen die kwalijk riekende damp uit het oosten hierheen te drijven om e lastige, massaal naar ons toestromende gasten terug te drijven; en toen de commandant de mensen wilde wegsturen die rond de heuvel waren gaan liggen en die, naar wij weten, arme maar echt eerlijke zielen zijn, wilde die man daar niet van horen, en de anders nooit zo toegeeflijke commandant gehoorzaamde hem op zijn woord!
[19] Ook kent hij al van verre het karakter van de mensen, behoudt hij de goeden en drijft op wonderbaarlijke wijze degene bij zich vandaan, van wie wij ook weten dat het geen goede mensen zijn, die behalve zichzelf nog nooit iemand een weldaad hebben bewezen.
[20] Werkelijk, een bijzondere man, die Galileeër! Hij moet God wel veel beter en nader kennen dan onze overigens zeer wijze commandant. Nu, wij zijn toch wel heel nieuwsgierig wat daar nog uit voort zal komen!'
[21] De waard zei: 'Denk aan wat die man jullie in de stad buiten de herberg gezegd heeft, dan zullen jullie het punt, waar jullie je nu bevinden, weldra beter en duidelijker leren kennen!'
«« 80 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.