De commandant onderricht de priesters over de nutteloosheid van de afgodendienst

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 86 / 244 »»
[1] Daarop zei de commandant: 'Je hebt nu wel heel goed gesproken, en jouw woorden waren heel verstandig; maar voor mij hebben ze toch maar een heel geringe waarde, omdat de inhoud ervan en de waarheid in jouzelf ver uit elkaar liggen. Want kijk, ten eerste heb jijzelf geen vonkje geloof en vertrouwen in de goden, wat ik jou evenals al je collega's vanuit mijn ervaring overduidelijk zou kunnen bewijzen -en omdat jijzelf geen enkel geloof in een god hebt, is ten tweede jouw betoog voor mij niets anders dan een zinloos pronken met woorden zonder enige waarde.
[2] Maar ik zegje dat niet met de bedoeling jou en je collega's vanwege jullie gedrag te willen straffen; maar ik wil je ermee duidelijk maken dat jullie met al jullie schijnbaar wijze geschreeuw tegenover het volk, waarvan het betere deel jullie allang haarfijn doorzien heeft, niet veel goeds zullen bereiken. Want met name in deze tijd begint zich onder de Joden de helderste waarheid over het bestaan van een enig ware God, over de manier waarop men Hem moet vereren en over de bestemming van de mens uiterst duidelijk te verspreiden, en zeer velen van de betere heidenen keren zich reeds tot het nieuwe geloof van de Joden en vinden daarin echte troost en een zeer goed en stevig gefundeerde geruststelling.
[3] Jullie hebben daar vast en zeker ook al over gehoord -maar waarom hebben jullie nog niet geprobeerd je ervan te overtuigen, en waarom houden jullie tegenover het volk hardnekkig vol, wat jullie zelf nog nooit geloofd hebben maar door jullie loze geschreeuw het volk toch willen doen geloven?
[4] Als jullie er voor jezelf van overtuigd zijn dat onze goden geen enkele betekenis hebben en jullie er zelf niet in geloven, zoek dan eerst voor jezelf de waarheid; en als jullie die hebben gevonden, onthoud die dan niet aan het volk dat slechts naar de volle waarheid dorst, dan zullen jullie daardoor voor het volk en voor de staat van meer nut zijn dan met jullie loze geschreeuw!
[5] Maak van de afgodstempels onderkomens voor de armen en zieken, en keer ook vreemdelingen niet de rug toe; dan zullen jullie daardoor de ware, levende genade bij de ene, enig ware God vinden, die jullie zeker meer van nut zal zijn dan al die dode aardse schatten, die jullie door je onzinnige geschreeuw bij al dergelijke gelegenheden zoals die van vannacht, van het volk hebben afgeperst!'
[6] Hierop zei de heidense priester: 'Hoge gebieder, u hebt nu volkomen de waarheid gesproken, en zo is het precies met ons gesteld; maar tot wie moeten we ons wenden om die levende waarheid te vinden, die ons en het volk meer van nut zou zijn dan het bezit van alle schatten van de hele aarde? En als wij die waarheid hebben gevonden en het volk overeenkomstig die waarheid hebben onderricht en bekeerd, wat moeten wij onze opperpriesters dan ten antwoord geven, als ze ons ter verantwoording zouden roepen voor het feit dat wij het volk afkeren van hetgeen zij onderwijzen en willen hebben, en het tot het zuivere jodendom bekeren?'
[7] De commandant zei: 'Tot wie jullie je moeten wenden om de zuivere, levende waarheid en de ene, enig ware God en dus ook Zijn wil te leren kennen, daarvoor kan ik jullie de allerkortste weg tonen.
[8] Kijk, hier rechts van mij zit de man die jullie de zuivere waarheid in al haar volheid kan tonen, en Hij is ook in Zichzelf Degene aan wie alle krachten en machten van hemel en aarde gehoorzamen! Als jullie dat erkennen en inzien, zal je vanzelf wel duidelijk worden wat jullie tegen diegenen moeten zeggen die jullie zullen vragen waarom jullie samen met het aan jullie toevertrouwde volk tot het ware jodendom zijn overgegaan.
[9] Wij Romeinen zijn wat de verschillende godsdiensten betreft trouwens erg verdraagzaam en ontzeggen niemand de wijze waarop hij zich een of andere godheid voorstelt, erin gelooft en erop vertrouwt; dat weten jullie even goed als ik; want al hebben de Romeinen ook vele volkeren in Aziƫ, Afrika en Europa overwonnen en tot onderdanen van Rome gemaakt, ze hebben de godenleer van die volkeren toch steeds onaangetast gelaten en hebben voor de vreemde afgoden ook in Rome tempels opgericht. In dit opzicht is Rome dus verdraagzaam en hebben jullie dus niets te vrezen, en hier in Aziƫ al helemaal niet, aangezien het jodendom hier immers de heersende godsdienst is.
[10] Ik heb jullie nu de weg naar de zuivere, levende waarheid getoond, en jullie kunnen nu doen wat jullie willen.'
«« 86 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.