De onthulling van het scheppings en verlossingsplan

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 17 / 77 »»
[1] Nota bene. Velen zullen zich hier afvragen waarom Ik eigenlijk de zielen van Mijn leerlingen uit hun lichamen riep, om hen zo getuige te laten zijn van deze gebeurtenis. Dat vond plaats om twee redenen.
[2] Ten eerste moesten ze, eenmaal ontwaakt, geen herinnering daaraan meenemen in hun aardse leven, omdat dat onnodig, zelfs schadelijk geweest zou zijn voor hun verdere ontwikkeling -en ten tweede, omdat de ziel alleen in haar vrije toestand in staat is haar vorige ontwikkelingsniveaus te doorzien. Op dat laatste kwam het aan, opdat deze zielen Mij volkomen als hun Heer en Schepper zouden erkennen en konden vragen hen te beschermen. Lucifer moest echter inzien dat hij steeds meer van zijn aanhang verloor en zijn macht steeds kleiner werd.
[3] Het is hier nu het moment om voor een goed begrip van het navolgende volkomen duidelijk uiteen te zetten wie en wat Lucifer is, hoe men zich hem moet voorstellen en hoe hij in ieder afzonderlijk mens overwonnen kan worden; want wanneer deze belangrijkste vragen op de juiste manier duidelijk beantwoord zijn, is het pas mogelijk de schepping, Mijn komst naar deze aarde, Mijn lijden en sterven op de juiste wijze op te vatten. Laat de wereld daarom, ontdaan van ieder beeld, luisteren naar het grote geheim van Mijn scheppings en verlossingsplan!
[4] Toen de Godheid door processen die voor jullie altijd verborgen zullen blijven, Zichzelf had gevonden en Zich bewust was geworden van Haar scheppende en Haar allesomvattende geest, ontstond er in Haar een machtig golven en dringen, en Ze sprak in Zichzelf: 'Ik wil Mijn ideeën buiten Mij plaatsen, opdat Ik daaraan kan zien waartoe Mijn krachten in staat zijn!' Want zolang er geen activiteit ontstaat, kan de Godheid Zichzelf slechts in geringe mate bewust kennen. Pas in Haar werken wordt Zij Zich steeds meer van haar macht bewust en verheugt Zich daarover (zoals iedere kunstenaar aan zijn eigen scheppingen pas ziet wat hij in zich heeft, en daar vreugde aan beleeft) .
[5] De Godheid wilde dus scheppen en sprak vervolgens tegen Zichzelf: 'In Mij rust alle kracht der eeuwigheden; laten Wij derhalve een wezen scheppen dat toegerust is met alle kracht gelijk aan Mijzelf, maar zo, dat het die eigenschappen in zich draagt waarin Ik Mijzelf kan herkennen!' En er werd een geest geschapen die toegerust werd met alle kracht uit Mij, om de krachten die in Mij rusten zichtbaar aan de Godheid te tonen.
[6] In deze geest wilde de Godheid Zelf het vaste punt van Haar eigen werkzame kracht vastleggen, net zoals een mens wanneer hij loopt, in het vaste steunpunt van de aarde pas een vast punt vindt waardoor zijn kracht werkzaam kan zijn om zich voort te bewegen. De weerstand die de aarde zelf biedt is goed, zij is zelfs het middel waardoor de kracht in feite tevoorschijn komt en waardoor voortbeweging plaatsvindt. Deze afgegeven kracht, die in de nieuw ontstane geest werd gelegd, was de tegenpool, dat wil zeggen de door de Godheid gewilde tegenstelling van al die eigenschappen die jullie goddelijk noemen; daarom is die tegenpool echter niet ongoddelijk, maar hij maakt het alleen maar mogelijk om het juiste licht der kennis te verspreiden.
[7] Want iedere eigenschap moet van twee kanten beschouwd kunnen worden, als ze volmaakt is. Daar, waar beide kanten in één punt samenvallen, is dan Mijn volmaaktheid te vinden. Zowel afdalend als opklimmend vanuit dit middelpunt verliezen beide zich in de oneindigheid.
[8] Beschouw als voorbeeld de liefde, de hoogste wet en de meest edele eigenschap in het centrum van Mijn hart! Iedereen zal gemakkelijk inzien dat een uiterst liefdevol mens nog verder kan groeien in zijn liefde; want het is duidelijk dat er reeds op jullie aarde altijd nog een mens is die nog liefdevoller is. En toch zullen jullie merken dat uiterst liefdevolle mensen ook de passende tegenpool in zich hebben, waardoor ze ook in staat zijn om uit liefde en om wijze redenen allerlei wensen niet in te willigen, wanneer ze daarmee degenen die daarmee aankomen enkel schade zouden berokkenen.
[9] Als er nu een wezen geschapen zou worden, dat op die grens geplaatst is, van waaruit het zich vrij naar beide kanten kan ontwikkelen, is het gemakkelijk in te zien dat het dat vermogen om te weigeren steeds meer in zichzelf kan ontwikkelen, zichzelf daarmee steeds meer van de juiste middengrens verwijdert en zich tenslotte tot in de meest oneindige diepten van de tegenpool, dat wil zeggen in de uiterste hardvochtigheid kan verliezen. Jullie kunnen je bij een slecht mens dus altijd nog een slechter, liefdelozer mens voorstellen, die zich in de uiterste verwijdering van die middengrens, totaal in eigenbelang verliest.
[10] Als Ik nu een wezen schiep dat alle, -let wel -zonder uitzondering gerechtvaardigde polen van Mijn goddelijke eigenschappen bevatte, wil dat niet zeggen dat Ik Mij daar volledig van ontdeed, zodat Ik als God nu in zekere zin slechts uit één helft bestond; het wil alleen maar zeggen dat Ik een wezen schiep, dat Ik op die bewuste middengrens plaatste, het toerustte met Mijn almacht, waarmee het dus werkzaam was en het de vrijheid gaf om zich naar boven en naar beneden te ontwikkelen. En vanuit die machtsvolkomenheid liet Ik het in vrijheid begaan.
[11] Dit eerste licht der kennis -dat wil zeggen het kennen van de mogelijkheid om zich opklimmend of afdalend te kunnen ontwikkelen -diende ertoe dat het wezen vrijwillig in het centrum zou blijven, om van daaruit in uiterst nauwe verbinding met de goddelijke Oergeest werkzaam te zijn en met eigen scheppingskracht steeds nieuwe wezens te scheppen, opdat zowel Schepper als schepsel daaraan echte vreugde en in die vreugdevolle werkzaamheid een hogere graad van zaligheid zouden genieten.
[12] Als Ik jullie nu zeg dat deze eerst geschapen geest 'Lucifer' ( d.w.z. 'Lichtdrager') heette, zullen jullie nu ook begrijpen waarom hij zo en niet anders heette. Hij droeg in zichzelf het licht der kennis en was zich als eerste geestelijk wezen zeer wel bewust van de grenzen van de innerlijke geestelijke polariteiten. Toegerust met Mijn volledige macht, riep hij nu andere wezens tot leven, die in alles aan hem gelijk waren, ook de Godheid in zichzelf voel den en hetzelfde licht der kennis in zich zagen ontbranden als bij hem, en eveneens met eigen scheppingskracht te werk gingen en toegerust werden met alle kracht van Mijn geest. In hen kwamen echter bijzondere krachten van Mijn Oergeest afzonderlijk tot uitdrukking, dat wil zeggen, wat hun karakter betreft werden ze overeenkomstig Mijn zeven belangrijkste eigenschappen, derhalve was hun aantal zeven.
[13] Men moet niet denken dat de zes andere eigenschappen dan ontbraken, als hun karakter met één van de zeven eigenschappen overeenkwam, maar ze bezaten in hun wezen een overeenkomstige karaktertrek, die hen tot drager van een speciale eigenschap maakte, welke zij bij uitstek ontwikkelden; want reeds in het oerbegin zorgde Ik ervoor dat Mijn wezens noodzakelijkerwijs op elkaar aangewezen waren, het beste middel om te voorkomen dat ze ten opzichte van elkaar hoogmoedig zouden worden.
[14] Lucifer, die wel wist dat hij in zichzelf de tegenpool van God vertegenwoordigde, meende dat het hem nu mogelijk was om de Godheid als het ware op te zuigen, en hij verviel tot de misvatting dat hij, als geschapen en daarmee eindig wezen, de oneindigheid in zich op kon nemen; want ook hier gold de wet: 'Niemand kan God (de oneindigheid) zien en tevens zijn leven behouden'; als gevolg daarvan kon hij het wezen van de Godheid wel voelen en Haar bevelen horen, zolang hij in het juiste middelpunt stond, maar hij kon Haar nooit persoonlijk zien.
[15] Daar nu een eindig wezen nooit de oneindigheid kan en zal begrijpen en daardoor op dit punt gemakkelijk tot dwalingen kan vervallen en bij een neergaande beweging hierin kan volharden, verviel Lucifer ondanks alle waarschuwingen toch tot de waan dat hij de Godheid zou kunnen opnemen en vangen. Daarmee verliet hij zijn juiste positie, verwijderde zich uit het middelpunt van Mijn hart en viel steeds meer ten prooi aan de verkeerde wens om zijn schepselen, die door hem, maar uit Mij waren ontstaan, om zich heen te verzamelen om over de door allerlei soorten wezens bevolkte ruimten te heersen.
[16] Er ontstond nu een tweespalt, dat wil zeggen een scheiding der partijen, die er tenslotte toe leidde dat de aan Lucifer gegeven macht door Mij werd teruggetrokken en hij met zijn aanhang machteloos werd en van zijn scheppende kracht beroofd.
[17] Vanzelfsprekend kwam de vraag op: wat moet er nu gebeuren met dit leger van gevallen geesten, die als het ware dood, dat wil zeggen zonder werkzaamheid waren?
[18] Er stonden slechts twee wegen open. De eerste weg was: Lucifer met zijn aanhang te vernietigen, om daarna een tweede te scheppen, die waarschijnlijk aan dezelfde dwaling onderworpen geweest zou zijn, aangezien er geen volmaaktere geest geheel vrij buiten Mij gesteld en die derhalve onafhankelijk van Mijn wil geschapen kon worden. Het scheppen van machines die willoos uitvoeren wat Ik beveel was geen probleem. Maar om het licht van het zelfbewustzijn te verwerven was de tot nu toe gekozen weg de enige. Omdat echter door, dat wil zeggen door middel van Lucifer ook de andere geesten waren geschapen die Mij trouw waren gebleven, behoorden zij tot zijn sfeer. Een plotselinge vernietiging van Lucifer zou dus ook de vernietiging van alle levende wezens hebben betekend.
[19] Stel je een mens voor die zijn kinderen en kleinkinderen om zich heen heeft geschaard, die evenwel van hem als middelaar afstammen, maar hun leven in feite toch aan Mij te danken hebben! Als de daden, gedachten enzovoort van deze mens voor altijd vernietigd zouden worden, zouden toch ook zijn nakomelingen vernietigd moeten worden, aangezien anders de herinnering aan hem toch in hen voortleeft. Alleen een volledig uitwissen van alles wat ooit met hem in aanraking is gekomen -onverschillig of dit nu goed of slecht is en de vernietiging verdiend heeft of niet -zou een volledig vergeten mogelijk maken.
[20] Maar waardoor zou Lucifer dit verdiend hebben, aangezien zijn val enkel door een misvatting had plaatsgevonden, waarmee dus ook de mogelijkheid bestond om die misvatting af te leggen? Waarom zouden de trouw gebleven wezens hun vernietiging hebben verdiend, en tenslotte: waar zou Mijn wijsheid blijven, als Ik niet vanaf het allereerste begin de mogelijkheid van afvalligheid had gekend en voorzien, en derhalve een herhaling van de loop van de schepping uitgesloten moest worden? En bovenal: waar zou Mijn liefde blijven, als die niet van vernietiging had afgezien, maar veeleer door haar wijsheid middelen zou vinden om de verloren wezens tot het licht der kennis terug te brengen, opdat zij bijgevolg in het juiste evenwicht van de polaire eigenschappen zouden blijven?
[21] Er bleef dus alleen de tweede weg over, die jullie in de materiële schepping voor je zien.
[22] Stel je een mens voor die absoluut niet wil inzien dat de koning van het land een machtig heerser is, omdat hij weliswaar door die koning met alle kracht en volmacht is toegerust, maar hemzelf nog nooit heeft gezien! Hij rebelleert tegen hem en zou zichzelf tot koning willen verheffen. Om de onderdanen die hem trouw zijn niet in het verderf te laten storten, zal de koning hem grijpen, hem van zijn pracht beroven, hem zijn volmacht ontnemen en hem in een kerker laten werpen, net zolang tot hij tot inzicht is gekomen, en datzelfde zal hij met de aanhangers doen. Al naargelang de aanhangers nu boete doen en hun dwaling inzien, zullen ze bevrijd worden en de koning, die zich nu ook zichtbaar aan hen heeft getoond, vast aanhangen.
[23] Dit zwakke, aardse beeld geeft jullie aan wat Ik gedaan heb; want de materiële schepping is dat opsluiten in een kerker. Maar om het volgende te begrijpen moeten jullie het gevoel van je ziel wekken, omdat het menselijke verstand te kort schiet om het te begrijpen.
[24] Een ziel is samengesteld uit talloze deeltjes, waarvan ieder deeltje overeenkomt met een uit Mij ontspringend idee, en kan, wanneer zij haar uiteindelijke vorm en hoedanigheid heeft aangenomen, niet meer anders worden dan zij is, omdat zij dan overeenkomt met het karakter dat ze heeft gekregen. Wanneer een kristal uitgekristalliseerd is, kan zijn eigenlijke hoedanigheid niet meer veranderd worden, en het kristalliseert als romboëder, hexaëder, octaëder enzovoort, al naargelang de vorm overeenkomt met zijn karakter, dat wil zeggen hoedanig de deeltjes om zijn levenscentrum samengevoegd zijn.
[25] Als er nu een verandering aangebracht moet worden, omdat de kristallen niet helemaal zuiver zijn uitgevallen, moeten ze door warmte (liefde) opgelost worden, om daarna opnieuw uit te kristalliseren tijdens het afkoelen van het warme liefdewater, wat gelijkstaat aan het vrijgeven van hun wil. Nu vormen zich weer nieuwe, mooie kristallen, en iedere voorzichtige chemicus zal op die manier zo mooi, helder en groot mogelijke kristallen weten te verkrijgen, die beantwoorden aan zijn doel.
[26] Kijk, zo'n chemicus ben Ik! Ik heb de onzuiver geworden kristallen (Lucifer en zijn aanhang) opgelost in het warme water van de liefde en heb die zielen nu weer opnieuw laten uitkristalliseren om ze helder te laten worden. Dat dat gebeurt door het opklimmen door het mineralenrijk en het plantenrijk tot aan de mens, is jullie bekend. Maar omdat de ziel van Lucifer de totale materiële schepping omsluit, moet deze zich ook in de vorm van een mens uitdrukken. Daarom verenigen zich ook steeds alle verenigingen van geesten in één persoon, die door de leider van die vereniging wordt uitgedrukt, en vormen datgene wat men zijn sfeer noemt. Iets dergelijks, wat dit duidelijk uitdrukt, bestaat er op het materiële vlak niet, daarom zeg Ik: open het gevoel van jullie ziel!
[27] Nu zal het jullie ook duidelijker worden dat Lucifer denkt dat hij moet handelen op de manier zoals dat gebeurt, opdat de materie geschapen had kunnen worden -een misvatting, omdat niet de materie het einddoel van Mijn schepping is, maar dat alleen het in vrijheid leren kennen van de waarheid, liefhebben en begrijpen van de Godheid het doel van de buiten Mij geplaatste wezens is; de materie is hiervoor slechts een hulpmiddel. Lucifer wilde vasthouden aan deze tweede misvatting en verloor zichzeIf in de uitersten van zijn polaire eigenschappen, terwijl hij zichzelf voorloog dat hij daardoor de materie in stand moest houden. Er was hem zoveel vrijheid gegeven dat hij de materie kon doordringen, dat wil zeggen bewust in zichzelf beschouwen, opdat hij als allereerste oergeschapen geest zou inzien wat voor leed hij zijn metgezellen had aangedaan en hij daardoor tot omkeer gebracht zou worden. Dat deed hij echter niet, maar nu wilde hij pas echt heersen als een vorst der materie, waarvan hij meende dat die hem toebehoorde. Daarom vertroebelde hij de zich weer ontwikkelende mensenkristallen zoveel mogelijk om zijn rijk in stand te houden; want de strijd met God leek hem groots, verheven en het leven in stand houdend.
[28] De mensenkristallen, die eveneens weer de beschikking over hun vrije wil moesten krijgen om het doel te kunnen bereiken, konden zich naar hem neigen of naar Mij, en vielen weliswaar tijdens hun leven herhaaldelijk in zijn netten. Kijk naar het heidendom, waarin hij zichzelf als koning en zijn polaire eigenschappen, die eveneens grote wijsheid in zich dragen, als goden liet vereren!
[29] Nu zal men vragen: waarom liet Ik dat allemaal toe? Dat blijft onbegrijpelijk, als men niet naar het uiteindelijke doel kijkt, en dat is: het in alle vrijheid bewust worden van zichzelf in God.
[30] Als het een groot volksleider behaagt in verkeerdheden te leven en zijn aanhangers met zich meesleurt, hoe bereikt men dan het snelst het doel, allen het juiste licht te brengen? Inderdaad, als de volksleider zelf van zijn verkeerdheden afziet; want zijn aanhangers zullen hem heel snel volgen. Maar als men probeert zijn aanhangers elk afzonderlijk van hem af te keren, net zolang tot hij alleen staat, zal het veellanger duren eer het doel wordt bereikt.
[31] Bij Mij is het altijd: de kern aanpakken, en als die niet veranderd kan worden, dan een omweg inslaan!
[32] Omdat nu tijdens de gevangenschap -denk nu aan het beeld van de koning -steeds het verwijt gemaakt werd: ' Als ik de koning zou kunnen zien, zou ik in hem geloven!', werd dat de reden voor Mijn menswording; ten eerste voor de gevallenen, en ten tweede om de Godheid voor de niet-gevallenen persoonlijk zichtbaar te maken en zo hun geloof te bekronen.
[33] Hierin ligt het geheim van Mijn menswording, die de materie moest doorbreken, die anders steeds harder en harder moest worden, voor het geval Lucifer zichzelf steeds meer in de hardheden van zijn tegenpool verloor. Mijn menswording riep dat derhalve een halt toe en toonde heel precies de weg tot bevrijding van de afgodendienst en de verering van de polaire eigenschappen. En tevens moest daardoor nu ten eerste het bewijs geleverd worden dat de dood -waardoor de mensen aan de materie en de genoegens daarvan gebonden werden -overwonnen kan worden als het hoogst bereikbare, en ten tweede dat het leven niet in de materie, maar in de geest plaatsvindt en de materie slechts een gevangenis voor de geest is.
[34] Dat Ik het meest geschikte land, volk en familie voorbereidde waar Mijn offer zeker zou welslagen, omdat Lucifer Mij anders had kunnen overwinnen, is vanzelfsprekend, en de geschiedenis van het joodse volk is een antwoord op de vraag waar dat moest gebeuren.
«« 17 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.