Wenken voor het veredelen van de ziel

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 51 / 77 »»
[1] Petrus zei: ja, Heer, dat zie ik nu wel heel goed in, en ik begrijp ook steeds beter hoezeer Uw menselijke natuur gelijk is aan die van ons, en dat het verschil alleen gelegen is in de geest in ons.Wij zullen zeker allemaal ons uiterste best doen om alle doeleinden, die U ons toont, te bereiken. Maar het gaat nog absoluut niet goed met de wedergeboorte van onze zielen. We zijn weliswaar op de goede weg, maar als we alleen zijn is er toch herhaaldelijk sprake van een terugval die ons tot dwaasheden verleidt, wat U al verschillende malen hebt zien gebeuren. Hoe zouden we die kunnen vermijden?'
[2] Ik zei: 'In de eerste plaats door de juiste kracht van het geloof te verwerven, ook wanneer jullie Mij niet zien -want zalig zijn zij, die geloven en niet zien! En dan in de tweede plaats door jezelf vrij te maken van iedere vrees en alleen met alle kracht God lief te hebben, waarvan jullie weten dat Hij in Mij is en die jullie hebben herkend!
[3] Ik weet wel dat jullie Mij erg liefhebben; maar die liefde betreft nu nog meer Mijn persoon dan Mijn geest. De onwankelbare liefde die helemaal geen twijfel meer kent en die zich ook bij voor jullie onbegrijpelijke dingen niet aan het wankelen laat brengen, bezitten jullie nog niet, maar enkel een geloof waaraan voorlopig alleen Mijn daden ten grondslag lagen en dat nog geen rots is, maar vermengd is met losse aarde, die door de regenbuien van het leed nog weggespoeld kan worden.
[4] Geloof niet alleen als Ik bij jullie ben, maar geloof en vertrouw volkomen op Mijn kracht, ook als Ik lichamelijk niet bij jullie ben! Onderzoek jullie zielen om te zien waar nog iets onzuivers zit, en werp het van je af!
[5] Zolang jullie nog wrevel, ergernis, ontevredenheid en onreine gedachten in jezelf ontdekken, is er nog sprake van twijfel, die het levende geloof niet sterk laat worden. Maar al die slechte eigenschappen zijn de geest vreemd; daarom kan hij niet doordringen in de ziel, die dat allemaal vrijwillig afmoet leggen!'
[6] Petrus zei: ja, Heer, dat weten wij allemaal heel goed, en wij spannen ons ook in om naar Uw woorden te handelen; maar toch is het vaak erg moeilijk om jezelf te overwinnen. En toch hebben wij U van ganser harte lief, met al onze krachten!'
[7] Ik zei: 'Dat is wel in orde! Ik heb jullie immers naar Efraïm gebracht opdat jullie jezelf zouden reinigen en vrij en door eigen inspanning de innerlijke voleinding te verwerven; maak er verder dus maar geen punt van! Zouden jullie Mijn leerlingen zijn, als Ik jullie niet zover hoopte te brengen dat jullie de Vader dienen, evenals Ik Hem thans dien?! De Vader weet immers wel wat Hij doet en welke instrumenten Hij voor Zichzelf uitkiest! Wat jullie nog ontbreekt, zullen jullie verwerven; streef daar dus naar! Aan kracht zal het niet ontbreken, als jullie erom vragen.'
[8] Petrus zei: ja, Heer, wij weten heel goed dat U ons steeds de benodigde kracht geeft, als wij erom vragen; alleen vergeten wij maar al te vaak om te vragen, omdat wij onszelf reeds als sterk beschouwen en denken uit eigen kracht te kunnen overwinnen! En dat gevoel van kracht vervult ons met groot vertrouwen, dat echter maar al te gemakkelijk omslaat in berouw, wanneer ondanks alle goede voornemens de maar al te grote zwakheid van het menselijke hart en onze wankelmoedigheid door iets worden aangetoond. Moeten wij dan helemaal niet proberen om ook iets uit eigen kracht te doen?'
[9] Ik antwoordde: 'Wie naar vereniging met God streeft, zal eerst proberen Zijn wil te vervullen en zijn eigen wil ondergeschikt te maken; want alleen de in de mens levend geworden en daadkrachtige wil van God kan en zal nooit schipbreuk leiden. Maar als de mens eigenwijs is en probeert iets uit te voeren, zonder zich erom te bekommeren of zijn voorgenomen daad ook overeenstemt met Gods wil, moet hij niet verbaasd zijn als die daad niet in zijn voordeel uitvalt.
[10] Dat gevoel van kracht waar jij over spreekt, is vaak niets anders dan geestelijke hoogmoed, die zich verheven voelt boven andere menselijke broeders en daarom iets buitengewoons wil presteren om zijn eigen ijdelheid te bevredigen of ook vanuit een ziekelijke behoefte om door anderen bewonderd te worden. Hoed je dus voor die eigenschappen; want Mijn aanhangers moeten arm van geest zijn, zoals jullie weten, opdat zij alles van Mij ontvangen en God werkelijk kunnen zien! Maar degenen die zich geestelijk rijk wanen, zijn nou juist degenen die menen volmaakt te zijn, met hun zelfoverwinning pronken en geestelijk hoogmoedig worden.
[11] Kijk naar de Farizeeën, hoe die geloven alleen God te dienen met allerlei nietszeggende wijsheid en woordenkramerij, en toch alleen zichzelf en hun eigen welzijn dienen! Het is puur onmogelijk om zelfs de geringste wijsheidsleer van Mijn hemelen in hun hart te laten vloeien; want het is helemaal gevuld met allerlei rijkdom, dat wil zeggen eigendunk van hun ziel, terwijl alleen maar daar gegeven kan worden, waar volledige armoede heerst. Begrijpen jij en je broeders dat?'
[12] Zoals zo vaak was Petrus woordvoerder voor de anderen, en nadat hij de aanwezige broeders had aangekeken, die allemaal instemmende gebaren maakten, zei hij: ja, Heer, dat begrijpen wij heel goed; want U hebt al vaker in soortgelijke bewoordingen dergelijke lessen gegeven. Maar wij zouden wel iets anders van U willen weten!
[13] U sprak over een wedergeboorte van de geest én van de ziel. Dat onderscheid is ons erg opgevallen, omdat wij daarin nooit een verschil zouden hebben gezocht; wij dachten dat wanneer de ziel eenmaal volledig is opgegaan in de geest, ook alles bereikt is wat er bereikt kan worden. Hoe zit het daar nu mee, wilt U dat misschien duidelijker uitleggen?'
[14] Ik zei: 'Wat jullie nu kunnen bevatten zullen jullie horen! Maar alles kan jullie pas in Mijn rijk volkomen duidelijk worden, waar jullie met je eigen ogen en zintuigen de bevestiging zullen vinden. Maar niet alleen ter wille van jullie zelf, maar ook ter wille van jullie volgelingen moeten jullie weten wat Ik met de wedergeboorte van de geest bedoel en wil aangeven. - Luister dus!'
«« 51 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.