De wedergeboorte van de geest

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 52 / 77 »»
[1] (De Heer:) 'Al degenen die reeds op aarde Mij en Mijn woorden volgen, zullen dat doel bereiken, dat Ik jullie al zo vaak als de wedergeboorte van de ziel heb aangeduid; dat is dus wanneer de ziel doordrongen is geraakt van de geest, waardoor zij reeds in het lichaam bekwaam wordt om in alle hogere wijsheid van de hemelen door te dringen en niet alleen heer over zichzelf, maar daarmee ook heer over haar omgeving te worden, ja, zelfs ook over de natuur en over verborgen krachten, wanneer ze tracht uit liefde Mijn wil te vervullen tot nut van de naaste. De middelen om dat doel te bereiken heten geloof en ware liefde voor de naaste.
[2] Zulke wedergeboren mensen kunnen en moeten ook heel rechtvaardige mensen zijn, zoals die er steeds in alle tijden zijn geweest, die die uiterste voleinding van de ziel bezaten; maar daarom hoefden ze nog niet de gemeenschap met de persoonlijk werkzame geest Gods bereikt te hebben.
[3] Tot nu toe was dat trouwens nog niet mogelijk, omdat behalve in Mij de Godheid nog niet persoonlijk zichtbaar aanwezig was!* (* Zie ook 'Die geistige Sonne' II/13:7; 'De huishouding van God' II/139:20 en 138:26; 'Het Grote Johannes Evangelie' VI/83:11 - alle ontvangen door Jakob Lorber.) Alle rechtvaardigen die vóór Mijn lichamelijke leven de wedergeboorte van de ziel bereikten, konden desondanks nog lang niet de Godheid aanschouwen zoals jullie dat doen. Daarom geven hun leringen ook aan dat het binnendringen in de hoogste voleinding hun een opgaan in de oneindigheid toescheen, omdat God Zelf, als onpersoonlijk Wezen, de oneindigheid betekent, waarin het waaien van Zijn kracht wel geestelijk gevoeld kan worden, maar destijds niet voor de ziel aanschouwelijk in een persoon getoond kon worden.
[4] Pas na Mijn dood, wanneer dit lichaam opgenomen zal zijn als een kleed van de almachtige, oneindige Godheid Zelf, zullen ook al degenen die vóór Mijn tijd het lichamelijke leven hebben verlaten, in staat zijn door het aanschouwen van de nu persoonlijke Godheid in eeuwige gemeenschap met Hem te leven, en wel in een stad die Ik jullie reeds heb getoond toen die twaalf lichtende zuilen de Jeruzalemmers 's nachts opschrikten, en die het ware hemelse Jeruzalem, de eeuwige stad Gods voorstelt. Dit gemeenschappelijke eeuwige samenwonen van God met Zijn kinderen is de wedergeboorte van de geest.
[5] Na Mij zullen nog velen heel goed de wedergeboorte van de ziel kunnen bereiken en derhalve ook heel zalig en gelukkig zijn, maar zonder dat hoogste en laatste niveau te bereiken. Vele afgezanten van Mijn geest daalden af naar de aarde en toonden de verdwaalde mensen de wegen, hoe ze tot vrede en innerlijke verlichting konden komen, maar zonder in staat te zijn de directe wegen tot Mij te tonen, omdat die immers nog niet geopend waren. Allen die op die manier die vroegere wegen willen bewandelen, kunnen dus heel goed tot de wedergeboorte van de ziel komen, maar niet tot gemeenschap met Mij.
[6] Dat laatste is alleen mogelijk door het geloof in Mij, namelijk dat Ik waarlijk de Christus ben, de Gezalfde, aan wie alle kracht en heerlijkheid van de Vader is gegeven, opdat de mensen gelukkig en hoogst zalig worden door de Zoon. Ik ben de poort -een andere is er niet! Wie de wegen naar de hemel wil betreden zonder Mij te willen kennen, kan wel een hoge graad van volmaaktheid bereiken, maar nooit tot heldere, aanschouwelijke gemeenschap met God Zelf komen. - Hebben jullie dat nu begrepen?'
[7] Allen zeiden: 'Ja, Heer, dat was immers duidelijk gesproken; wie zou dat niet begrijpen?'
[8] Nu meende Petrus weer: 'Heer, zullen nu degenen die de wedergeboorte van de ziel hebben bereikt en die nu ginds echt zalig leven, ook allemaal de wedergeboorte in de geest bereiken, of is het mogelijk dat zij ook blijven staan op het niveau van hun voleinding?'
[9] Ik zei: 'Die vraag zou je eigenlijk zelf kunnen beantwoorden; want het spreekt toch vanzelf dat niemand gedwongen wordt! Maar als een land door een brede rivier gescheiden is, en er komt een bekwame bouwmeester die een brug bouwt, waarna hij allen bij elkaar roept die tot nu toe niet naar de andere oever konden komen, om er samen met hem overheen te gaan naar de andere oever -zullen allen hem dan volgen? In ieder geval het grootste deel, en de achterblijvers zullen zeker na enige tijd van wachten er ook overheen gaan, als ze zien dat de eersten niet terugkomen -en nog meer, wanneer ze zien dat de andere oever in de heldere zonneschijn ligt en er lieflijk uitziet!
[10] Kijk, zo'n Bouwmeester ben Ik! En ook na Mij zal iedereen ernaar streven om de opgang naar de"brug te vinden; want zijn innerlijke geest zal hem zeggen: 'Er bestaat nog een hoger, kostbaarder ding dan datgene wat je jezelf hebt bereid door j e rechtvaardige leven; zoek ernaar! ,
[11] En iedere zoeker die het lichamelijke leven heeft afgeschud, zal die brug ook kunnen vinden, of hij nu door Mijn aan jullie gegeven leer of door de leer van een door Mij gewekte, vroegere of latere leraar zelf tot een rechtvaardige* (* Het woord 'rechtvaardige' (oorspr. in het Duits 'Gerechte') wordt hier gebruikt in de zin van '(ge)rechtvaardig(d) in Gods ogen' - de Joodse 'tsaddik'.) is geworden.
[12] Zulke rechtvaardigen treedt Ikzelf wel te zijner tijd als brugwachter tegemoet, en dan betalen ze vrijwillig hun tol, dat wil zeggen: ze nemen de leer aan, dat de Vader in de Zoon is, en dat wie de Zoon ziet, ook de Vader ziet!
[13] Zo zullen zij dan evenzeer opgenomen worden als al diegenen die van het begin af aan Mijn wegen hebben bewandeld.
[14] Daarom moeten jullie niet verachtelijk op de heidenen neerkijken; want Ik zeg jullie dat er onder hen rechtvaardiger mensen zijn dan er ooit onder het volk van de Joden hebben geleefd, en daarom zullen ook de heidenen aangenomen en de Joden verworpen worden!'
[15] Petrus zei: 'Heer, als er onder de heidenen zulke rechtvaardige mensen bestaan, hoe hebben ze die rechtvaardigheid dan bereikt?'
[16] Ik antwoordde: 'Ik heb je immers al gezegd dat zij steeds onderricht zijn door afgezanten van Mijn geest, die het licht vanuit Mijn hemelen overbrachten en de mensen al naargelang hun begripsvermogen onderwezen. Deze afgezanten hebben echter bovenal het inkeren in het innerlijk van de geest onderwezen, zodat iedereen die de waarheid in zichzelf wilde vinden, die ook kon vinden; maar dat is, zoals jullie weten, de wedergeboorte van de ziel. Dat inkeren heb Ik jullie ook vaak aanbevolen als een geschikt middel om de ziel vrij en schoon te maken van alle vlekken en smetten van haar zelfzucht en daardoor tot Mij te komen.
[17] Oefen jezelf daarin, opdat jullie innerlijk oog zich meer gaat openen en jullie bij jezelf ervaren wat de geest allemaal kan openbaren, wanneer hij in jullie levend is geworden! Hoe dat gebeurt, weten jullie heel precies van Mij; handel daar dan ook naar!'
[18] De leerlingen trokken zich nu allemaal terug en dachten veel na over Mijn woorden, die zij zeer ter harte namen.Vooral Petrus -die zich tot nu toe weinig had beziggehouden met de eigenschappen die de geest aan de ziel kan geven -was degene die zich nu sterk beijverde zijn geestelijke oog open te houden, om zichzelf en zijn omgeving beter te leren kennen.
«« 52 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.