Over het vermogen om te voelen

Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)

«« 56 / 77 »»
[1] Petrus gaf over deze dingen nu de volgende verklaringen, die hij door zijn aanschouwing had verkregen:
[2] Ten eerste had hij gezien hoe de vorm door de ziel werd opgebouwd met als doel de steeds verdere ontwikkeling, maar niet om slechts een zo aangenaam mogelijk huis te hebben. Het was ongeveer zoals wanneer een Wandelaar zichzelf een doel stelt en nu ijverig probeert dat te bereiken, maar er daarbij steeds rekening mee houdt hoeveel kracht hij zijn lichaam op ieder stuk van de weg kan laten leveren om zijn doel te bereiken. De ziel stelt zich hier ook een doel, namelijk een bepaalde rijpheid te bereiken, die echter alleen door middel van de vorm verworven kan worden; daarom past de aangenomen vorm bij het doel en is deze gekozen al naargelang de aard van het karakter.
[3] Daaruit volgt echter dat er reeds op de allerlaagste niveaus een zelfbewustzijn aanwezig is, ook al is dat nog zo gering, omdat er anders geen geestelijke ontwikkeling mogelijk is. Maar op de laagste niveaus is geen lichamelijk vermogen om te voelen aanwezig. Dat is pas een gevolg van een meer ontwikkeld zielenleven en begint bij de grens van die wezens, bij welke een circulatie van sappen bestaat.
[4] (Petrus:) 'Planten bijvoorbeeld hebben dus een vermogen om te voelen, zij het ook in een lage graad, maar bij de laagste niveaus van de dierenwereld is dat al veel hoger.
[5] Het circuleren van sappen is een streven om het organisme vanuit een middelpunt met leven te vervullen en tot zelfbewustzijn te ontwikkelen, doordat die concentrische opbouw een levenskern veronderstelt, die bij de mens in zijn hart is te vinden. Planten hebben weliswaar nog geen hartorgaan, maar wel in hun binnenste merg een levensbeginsel, dat zich kenbaar maakt door het streven de boom of de plant te voeden en in stand te houden, en wel door een passende circulatie van sappen in een stelsel van buitengewoon fijne buisjes, dat in het voorjaar en in de herfst in werking treedt.
[6] Die circulatie heeft echter steeds een activator nodig in de vorm van zenuwen, die bij planten nog heel grof zijn, maar bij dieren steeds fijner worden. Steeds hebben die zenuwen met elkaar gemeen, dat ze activerende overbrengers zijn van uiterlijke en innerlijke prikkels, en dat ze zich door passende organen tegen beschadigende prikkels beschermen en zich bij nuttige prikkels aan de invloed ervan overgeven. Daarom opent en sluit een bloem haar kelk, en daarom vlucht een dier of stelt het zich open voor een weldadige invloed.
[7] Mij lijkt het daarom zonder twijfel, dat alles wat geschapen is pas het vermogen om te voelen krijgt, wanneer de activiteit van de ziel ver genoeg uitgegroeid is om tegelijkertijd het verlangen naar verdere ontwikkeling tot bewustzijn te brengen. En dat verlangen is de aandrijvende liefde, die de Heer als zacht aansporend middel aan ieder wezen heeft meegegeven, en waardoor het doel van de transformatie van het heelal bereikt wordt -zonder dwang, maar enkel uit het eigen, vrije besluit om de wegen van vervolmaking ook te willen bewandelen. Die drijvende kracht is echter de geest uit God, die pas in de mens levend kan worden, de vorm in zich opneemt en dan voor God staat als overwinnaar die de uiterlijke vorm heeft doorbroken en als het ware in zichzelf heeft doen verdwijnen.'
«« 56 / 77 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.