'Eeuwige straf' en 'eeuwige verdoemenis' ­bestaan die?

Jakob Lorber - Over de drempel van de dood

«« 14 / 15 »»
[1] In het werk Van de hel tot de hemel (IL 226/227) wordt de Heer om opheldering gevraagd over de in bijna alle christelijke kerken en gemeenten voorkomende begrippen van 'eeuwige straf' en 'eeuwige verdoemenis: De Heer antwoordt:
[2] 'Met alles wat Ik heb geschapen, kon Ik toch onmogelijk meer dan één doel voor ogen hebben. Daar Ikzelf echter het eeuwige leven ben, kan Ik toch nooit wezens hebben gescha­pen voor de eeuwige dood! Een zogenaamde straf kan daarom slechts een middel zijn om het éne fundamentele hoofddoel te b~reiken, maar kan nooit tegelijkertijd een als het ware vijandig daar tegenover staand doel hebben. Daarom kan er nooit sprake zijn van een 'eeuwige straf'!
[3] Er is wel geschreven over een 'eeuwige dood', die een eeu­wig vaststaand gericht is dat voortvloeit uit Mijn eeuwig onveranderlijke orde. Deze orde is het zogeheten 'toornvuur' of beter gezegd 'ijvervuur' van Mijn wil, die heel natuurlijk voor eeuwig onveranderlijk zo moet blijven, omdat het anders met al het geschapene in één keer afgelopen zou zijn.
[4] Wie zich nu Iaat meeslepen door de wereld en haar materie (die immers noodzakelijkerwijze gericht moet blijven omdat ze anders geen 'wereld' meer zou zijn), moet inderdaad zo lang als verloren en dood beschouwd worden als hij zich niet van de gerichte materie wil losmaken. Er moet dus omwille van het geschapene wel een eeuwig gericht, een eeuwig vuur en een zogeheten eeuwige dood bestaan, maar daar volgt niet uit dat een in het gericht gevangen geest even lang gevangen moet blijven als dit gericht op zichzelf voortduurt, evenmin als op aarde gevangenen veroordeeld zouden moeten worden voor de tijdsduur dat de gevangenis blijft bestaan.
[5] Zijn gevangenis en gevangenschap niet voor iedereen dui­delijk twee verschillende dingen? De gevangenis is en blijft weliswaar eeuwig, en het vuur van Mijn ijver mag nooit uit­doven; maar de gevangenen blijven slechts zolang in de gevan­genis tot ze zich bekeerd en hun leven gebeterd hebben!
[6] Overigens staat er in de hele Schrift geen letter over het eeu­wig verwerpen of verdoemen van een geest, maar alleen over een eeuwige verdoemenis van de 'chaos' tegenover Mijn eeu­wige 'orde', die noodzakelijk is, omdat er anders niets zou kunnen bestaan. De zonde als tegen-orde is werkelijk eeuwig verdoemd, maar de zondaar slechts zolang hij zich in de zonde bevindt. Er bestaat dus werkelijk een eeuwige hel, maar geen geest die vanwege zijn zonden eeuwig tot de hel verdoemd zou zijn; hij bevindt zich daar slechts totdat hij zich betert! Wel heb Ik tegen de Farizeeën gezegd: 'Daarom zullen jullie des te meer verdoemd zijn!', maar nooit: 'Daarom zullen jullie voor eeuwig worden verdoemd!' Begrijp je nu die zo gevaarlijk uit­ziende schriftteksten?'
[7] (De geest zegt:) 'O Heer, wat U nu hebt gezegd, heb ik weer volkomen begrepen. Maar één enkel punt in de Schrift begrijp Ik nog met helemaal. En dat is de 'onoverbrugbare kloof' in de gelijkenis van de rijke zwelger en de arme Lazarus'...
[8] (De Heer:) 'Het is precies zoals de rechtsgeleerden in de wereld zeggen: 'Wie ergens zelf voor kiest, geschiedt geen onrecht' -.De kloof betekent weer het nooit te overbruggen onderscheld tussen Mijn geheel vrije orde in de hemelen en de daar lijnrecht tegenover staande en weerstrevende wanorde in de hel. Deze tekst duidt dus enkel op de onverenigbaarheid van orde en wanorde; echter niet op een eeuwig gesloten poort voor wie zich in die wanorde bevindt. Amen.'
«« 14 / 15 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.