Maria 's verbazing over de aanhoudende beproevingen des Heren. Jozef troost. De eerbied van de engelen voor het Kind je en Diens toespraak tot de aartsengelen. Het gemeenschappelijk avondmaal

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 113 / 302 »»
[1] Jozef ging daarop direct naar binnen en vertelde Maria en Eu­dokia wat hij gezien had en wat er in de keuken gebeurde.
[2] Maria en Eudokia waren hevig verbaasd en Maria zei:
[3] 'Grote God, voor Uw be­zoekingen zijn wij nu toch werke­lijk geen moment veilig! Nauwe­lijks is er een voorbij, of een vol­gend brengt weer honderd nieu­welingen over de vloer!
[4] Kunt U ons dan nooit eens helemaal met rust laten, lieve Heer? Moeten we soms alweer vluchten. .., ditmaal voor de Romeinen misschien? Wat moe­ten die nieuwe verschijningen nu weer betekenen?
[5] Maar Jozef sprak: 'Marialief, wees toch niet voor niets bang! We zijn op deze aarde im­mers maar op doorreis. ..met de Heer als onze Gids!
[6] Overal waarheen de Heer ons maar brengen wil, zullen wij Hem volgen, volledig overgege­ven aan Zijn H. Wil! Hij alleen weet wat en waar voor ons het beste is!
[7] Jij bent steeds angstig om wat ons de Heer aan nieuws be­reidt, ik daarentegen ben er steeds blij mee, want daardoor weet ik dat de Heer voor ons zorgt!
[8] Vanmorgen nog heeft de Heer mij zwaar beproefd; eerst was ik daar treurig om, ...
[9] maar lang bleef mijn droef­heid niet, want de dode werd op­nieuw tot leven gewekt, en hij leeft!
[10] Stel je dus net zo in als ik; dat zal je heel wat beter bekomen dan al die overbodige angst en kinderlijke vreesachtigheid!'
[11] Deze woorden van Jozef stelden Maria gerust. Ze werd zelfs nieuwsgierig nu, en ze wilde die nieuwe koks in de keuken wel eens zien.
[12] Ze kwam dus overeind om te gaan kijken. Op datzelfde mo­ment kwamen Jozefs zonen echter met schalen vol spijzen de kamer binnen, gevolgd -met wel heel bijzondere eerbied -door alle jongelingen.
[13] Toen zij het Kindje gena­derd waren, vielen zij op hun knieën neer en aanbaden Het.
[14] Maar het Kindje kwam overeind, wendde Zich tot de jongelingen en zei: 'Staat op, jul­lie aartsengelen van Mijn onein­dige hemelen!
[15] Jullie gebed heb Ik ver­hoord! Jullie liefde wil Mij - ook hier in Mijn nederigheid graag dienen. Maar Ik, Die van alle eeuwigheid jullie Meester ben, heb jullie diensten hier nog nooit no­dig gehad !
[16] Maar, omdat jullie liefde zo hevig is, geef Ik jullie toestem­ming om hier drie aarde-dagen te blijven, dan kunnen jullie je dien­sten aan dit huisgezin verlenen. Maar Iaat niemand -behalve dan de huisgenoten hier­ merken wie jullie zijn!
[17] Eerst moeten jullie nu deel­ nemen aan dit avondmaal, samen met Mijn pleegvader, met Mijn aardse moeder en met deze jonge dochter hier, die Mij op haar arm heeft, met de drie zoekenden en met Mijn broeders!'
[18] De jongelingen kwamen nu overeind, Maria nam het Kindje over en allen namen aan tafel plaats. Jozef zette het Loflied in, dat door iedereen werd meege­zongen, en ieder van hen at en dronk met gevoelens van aller­hoogste zaligheid.
[19] De aartsengelen als jonge­lingen weenden zelfs van geluk, en zij getuigden:
[20] 'Werkelijk, voor onze blik­ken zijn eeuwigheden van de grootste zaligheid vervlogen.
[21] Maar al die verrukkelijke eeuwigheden zijn nu achterhaald, nu wij op dit ogenblik aan één tafel mogen eten met de Heer Zelf, aan één tafel ook met Zijn kinderen onder welke Hij in heel Zijn Volheid aanwezig is! O Heer, Iaat ook ons Uw kinderen mogen worden.
«« 113 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.