Het weldadige doel van de nachtelijke storm; vernietiging van rovers! De verbranding van hun beenderresten

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 209 / 302 »»
[1] De volgende dag stond Jozef zoals gewoonlijk al heel vroeg op en deelde zijn zoons mede, wat ieder die dag te doen had.
[2] Eerst moesten zij zorgen voor een goed ontbijt en daarna verder de gewone dingen van de dag.
[3] Na het geven van deze op­drachten ging hij naar buiten om te zien of de nachtelijke storm veel schade had aangericht.
[4] Zich van de ene naar de an­dere opstal begevende, stiet hij al spoedig op een grote hoeveelheid menselijke botten, ten dele afge­knaagd,
[5] terwijl hij bovendien op vele plaatsen op de grond geronnen menselijk bloed aantrof.
[6] Door de aanblik van dit alles was hij hevig geschokt; tevergeefs trachtte hi j voor dit raadsel een oplossing te bedenken.
[7] Maar al verder gaande vond hij ook nog vele dolken en korte speren, allemaal met mensen­bloed besmeurd.
[8] Bij het zien hiervan nu ging hem langzaam een licht op, en be­gon hij in te zien, wat wellicht de goede gronden waren geweest van de orkaan, en de daardoor in deze richting opgejaagde dieren.
[9] Vlug liep Jozef daarop naar zijn vier zoons terug, liet hun dit alles zien, en zei tegen drie van hen, dat ze zowel de beenderen als de wapenen moesten verzamelen.
[10] Binnen anderhalf uur lagen er nu onder een boom een enorme stapel botten, en daarnaast een stapel bebloede wapenen.
[11] Pas na het ontbijt leidde Jozef, Cyrenius en Jonatha naar buiten om hen deze wonderlijke ochtendvondst te tonen.
[12] Bij het zien daarvan, sloeg Cyrenius zijn handen boven zijn hoofd ineen, en hij zei:
[13] 'Maar om Godswil toch, wat kan dat te betekenen hebben?
[14] Vanwaar komen deze beenderen? Vanwaar deze wape­nen? Ze druipen nog van vers ver­goten bloed!
[15] Jozef, broeder, heb jij dan ook helemaal geen idee van de oorzaak van deze gruwelen?'
[16] Jozef antwoordde: 'Vriend en broeder, dat moeten ofwel zee­rovers zijn geweest, ofwel waren het die muitende benden, die ach­ter jouw schip aanzaten!
[17] Maar ik stel voor eerst alles in het vuur te verbranden,
[18] en pas daarna te trachten te achterhalen, wat er de oorzaak van kan zijn geweest.'
[19] Cyrenius was het daarmee eens en hi j liet zijn mensen nu van overal hout aanslepen.
[20] Tegen de middag was er er­gens op een vrij plekje een enor­me brandstapel opgericht, waar de botten samen met de wapenen opgegooid werden en vervolgens verbrand.
«« 209 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.