Waarom de Middellandse Zee een echte binnenzee mag heten

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 217 / 302 »»
[1] Toen iedereen zich aan de kou­de vis verzadigd had, stond men van tafel op, dankte Jozef voor de fijne maaltijd, en ging vervolgens naar buiten, waar de zon nog niet helemaal was ondergegaan.
[2] Toen dan de meeste gasten uit het gevolg van Cyrenius naar buiten waren gegaan, zei het Kindje tegen hem:
[3] 'Cyrenius, herinner jij je nog wat je Mij buiten bij de brandsta­pel hebt gevraagd, toen Ik de vis­sen uit de Middellandse Zee om hun kwaliteit en smaak geprezen heb?'
[4] Cyrenius dacht een ogenblik na, maar kon zich zijn vraag niet herinneren.
[5] Daarom zei hij tegen het Kindje: 'Vergeef mij, mijn Heer en mijn Leven, ik moet U beken­nen, dat ik die vraag helemaal vergeten heb!'
[6] Nu glimlachte het Kindje weer en Het zei heel liefelijk tot Cyrenius, die wat in verlegenheid was geraakt:
[7] 'Heb je Mij niet gevraagd of de Middellandse Zee werkelijk in het midden van de wereld ligt?
[8] Ik heb jou toen verwezen naar de kleine globe waarop je het zou kunnen nazien, en je er dus van overtuigen of die zee wel echt in het midden van de wereld ligt.
[9] Dit lijkt Me een uitstekend moment om die zaak af te hande­len!
[10] Neem die kleine wereldbol dus ter hand en zoek het antwoord op je vraag!'
[11] Cyrenius sprak: ' Ja, waar­achtig. ..ik zou dat helemaal vergeten hebben, als U mij daar nu niet op gewezen zoudt heb­ben!'
[12] Op dit moment rende Ja­cob het zijkamertje in en haalde voor Cyrenius de kleine aarde.
[13] Dadelijk zocht deze nu de Middellandse Zee en vond die ook heel vlug.
[14] Maar toen hij nu de Mid­dellandse Zee met zijn vinger aan­wees, vroeg het Kindje:
[15] 'Cyrenius, is dat wel het midden van de aarde? Wat vind jij ervan?'
[16] Cyrenius sprak: 'Volgens de leer van Euklides en Ptolemeus ben ik een gevorderd rekenkundi­ge,
[17] en uit de planimetrie weet ik dus, dat aan de oppervlakte van een bolvormig lichaam elk wille­keurig punt het middelpunt van zijn oppervlakte is, omdat dat punt met het middelpunt van de bol in de meest directe verbinding staat,
[18] en, ten tweede: omdat alle lijnen, die van dat punt uit naar het tegenoverliggende punt lo­pen, dezelfde kromming en de­zelfde afmeting hebben.
[19] Volgens deze criteria kun je deze zee dus terecht een mid­denzee noemen.
[20] Maar, dan moet ik tevens vaststellen, dat elke zee hieraan voldoet, en dus ook en met het­zelfde recht een middenzee ge­noemd kan worden!'
[21] Nu zei het Kindje: 'Daar heb je wel gelijk in, maar die cri­teria van Euklides zijn hier niet van toepassing;
[22] en toch kan deze zee bij uit­sluiting Middenzee heten,
[23] omdat het echte midden daar is, waar de Heer is!
[24] En omdat de Heer hier bij deze zee is, daarom is dit de Mid­dellandse Zee, het midden der zeeën!
[25] Kijk, dit is een andere re­denering, waarvan Euklides geen flauw idee had, en toch is deze juister dan de zijne!'
[26] Deze verklaring intrigeer­de Cyrenius enorm, zodat hij nu nog verder speurde.
«« 217 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.