Vraag van Cornelius, of Cyrenius wel al op de hoogte was met het vertrek van Jozef uit Egypte. Jozefs verstandige antwoord. Cornelius geeft Jozef uitleg over het Romeinse geheimschrift

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 266 / 302 »»
[1] Hierna vroeg Cornelius aan Jo­zef of Cyrenius wel op de hoogte was gesteld van Jozefs vertrek uit Egypte.
[2] En, in geval hij dat niet wist, of hij dan niet onmiddellijk volle­dig om politieke redenen op de hoogte gebracht zou moeten wor­den.
[3] Jozef zei hem: 'Vriend, te­genover uw broeder moet ge maar naar eigen inzicht handelen;
[4] alleen hierom zou ik willen verzoeken: zeg hem dat hij alsje­blieft niet al te gauw bij ons op bezoek moet komen!
[5] En. mocht hij dan al perse willen komen, laat hem dan hei­melijk komen, zodat niemand iets merkt van zijn komst!
[6] Verkeerde aandacht mag mijn huis beslist niet trekken, dat zou voor mij en voor het Kindje schadelijk kunnen zijn, en het zou ook storend werken voor de god­delijke rust in mijn huis.'
[7] Toen hij dit van Jozef hoor­de, zei Cornelius:
[8] 'Daar kun je gerust op ver­trouwen, waarde vriend; wij Ro­meinen zijn namelijk meesters in het streng incognito reizen!
[9] Als ik morgen in Jeruzalem zal zijn, is het mijn eerste taak om, door middel van een geheime mis­sive, aan mijn broeder mee te de­len dat jij nu hier bent.
[10] Als het erop aan kwam, zou ik zelfs Archelaüs met zo'n schrij­ven naar mijn broeder durven stu­ren, want hij zou nooit kunnen weten wat erin staat, zelfs niet al ware het niet verzegeld!'
[11] Nu vroeg jozef aan Corne­lius hoe een dergelijk geheim­schrift dan wel mogelijk was.
[12] 'Niets gemakkelijker dan dat, beste vriend,' antwoordde Cornelius.
[13] 'Kijk, je neemt een lange strook perkament, niet breder dan een vinger dik.
[14] Die strook wind je dan als een slang rondom een ronde staaf, zo, dat de randen ervan precies tegen elkaar aansluiten.
[15] Als dan die strook om die ronde staaf gewonden is, dan schrijf je - in de lengterichting van die staaf - over alle windsels van het perkament heen je geheim.
[16] Cyrenius heeft net zo'n staaf als ik, precies even dik.
[17] Als ik mijn schrijven nu klaar heb, dan rol ik het van mijn staaf af, en zend het openlijk via een willekeurig iemand naar mijn broeder .
[18] Geen mens is in staat om zonder zo'n zelfde staaf de inhoud van een dergelijk schrijven te ont­cijferen.
[19] Hij kan namelijk op die strook niets anders ontdekken, dan wat losse letters, hoogstens lettergrepen, waaruit hij beslist nooit kan ontcijferen wat er op die strook staat. Heb je dat tot zover begrepen Jozef?'
[20] ' Ja volledig, beste broe­der,' zei Jozef.
[21] 'Volgens die methode mag je wat mij betreft aan je broeder schrijven; op die manier zal wel niemand het geheim kunnen ont­cijferen!'
[22] Vervolgens wendde Corne­lius zich tot Eudokia en besprak met haar allerlei verschillende zaken.
«« 266 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.