Terugkeer van de H. Familie naar Bethlehem. Hartelijke ontvangst in de grot door de thuisblijvers. Een voederkribbe als kinderbedje. Een rustige vriesnacht (11 september 1843)

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 27 / 302 »»
[1] Tegen de avond, een uur voor zonsondergang, bereikte het ver­heven Gezelschap opnieuw Bethlehem, en ze namen hun in­trek weer in de reeds bekende grot.
[2] De twee achtergebleven zoons, Salome en de hoofdman kwamen hen allerhartelijkst tege­moet, en zij vroegen de terugge­keerden vol belangstelling hoe het hen op hun reis gegaan was.
[3] Jozef vertelde nu alles wat zij hadden ondervonden, en voeg­de daaraan toe, dat hij en al zijn medereizigers heel die dag nog niets hadden gegeten; het beetje proviand dat zij hadden meegeno­men was nauwelijks genoeg ge­weest voor de nog zo zwakke Ma­ria!
[4] Toen de hoofdman Jozef dit hoorde zeggen, spoedde hij zich naar het achterste deel van de grot, waarvandaan hij een hele­boel etenswaren te voorschijn haalde, die de joden allemaal mochten eten; hij zei tegen Jozef:
[5] ' Alstublieft, moge God dit voor U zegenen! En zegent U ze zelf ook, zoals U gewend bent, dan kunt U zich er allemaal aan verzadigen!'
[6] Jozef dankte God, zegende de spijzen en at ze vervolgens met Maria, zijn zoons, en de vroedvrouw smakelijk op.
[7] Voor Maria, die het Kindje heel de lange dag had gedragen, was Dat nu wel erg zwaar gewor­den; daarom zei ze tegen Jozef:
[8] ' Jozef, had ik maar een plek­je om het Kindje neer te kunnen leggen, dan kon ik mijn armen een beetje rust gunnen. Mijn laatste probleem zou daarmee zijn opge­lost, en ook het Kindje zou dan beter kunnen uitrusten tijdens Zijn slaap.'
[9] Nauwelijks had de hoofd­man verstaan wat Maria zei, of hij dook alweer haastig in de diepte van de grot weg, vanwaar hij met grote spoed een kleine voederkrib te voorschijn bracht, bestemd voor het voederen van schapen. (Het ding zag eruit als de voeder­troggen, die je vandaag de dag overal op het land voor de herber­gen aan kunt treffen,alleen wat lager.)
[10] Nu pakte Salome het schoonste stro dat er te vinden was, en ook wat vers zacht hooi, en deed dat in het kribje; daarna deed ze een kraakheldere doek over dit alles heen, en zo maakte ze voor het Kindje een heerlijk zacht bedje.
[11] Maria wikkelde het Kindje nu in schoon linnen, drukte Het aan haar hart, kuste Het, gaf Het aan Jozefvoor een kusje, en daar­na ook aan alle aanwezigen, waar­na ze Het in het voor de Heer van Hemel en Aarde wel zeer armoe­dig bedje legde.
[12] Het Kindje sliep aldra heel rustig, en nu kon dan ook Maria rustig gaan eten en zich te goed doen aan het maal dat de zo goed­hartige hoofdman hun had bereid.
[13] Toen deze maaltijd beëin­digd was, zei Maria tegen Jozef: , Jozef Iaat mij even mijn bed op­maken; ik ben erg moe van de reis en daarom wil ik graag rusten. ,
[14] Maar nu sprak Salome: 'Goede Moeder van de beer Uw bed is allang klaar; Koffit U maar zelf zien! ,
[15] Nu stond Maria op, nam het Kindje opnieuw op, liet het kribje in haar tent zetten en legde zich vervolgens ook zelf ter ruste. Dit was voor Maria de eerste echt volledige nachtrust na de beval­ling.
[16] De hoofdman liet flink sto­ken en op het vuur liet hij witte stenen heet maken, die hij rond­om de tent van Maria liet neerleg­gen, opdat zij noch het Kindje kou behoefden te lijden. De nacht was namelijk zo koud, dat buiten het water in ijs veranderde.
«« 27 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.