Het beven van de aarde onder de voetstappen van Jezus jaagt Jozef en Maria vrees aan. Uit de stad komende vluchtelingen waarschuwen Jozef niet verder te gaan. Door Jacob gerustgesteld trekt Jozef onbevreesd de stad binnen

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 270 / 302 »»
[1] Toen Jozef zich dus met de zij­nen op weg begaf, en het Kindje tussen Jozef en Maria voortstapte, voelde het hele gezelschap bij elke voetstap van het Kindje een dui­delijk merkbare trilling van de aarde.
[2] Ook Jozef ervoer dit feno­meen af en toe zeer duidelijk, en hij zei tegen Maria:
[3] 'Vrouw, merk jij niet hoe de aardbodem onvast wordt en beeft?'
[4] Maria antwoordde: 'Nou en of ik dat merk!
[5] Als we maar niet onderweg, of ergens in de stad door zo'n le­lijk onweer worden achterhaald, dat zich na een aardbeving her­haaldelijk voordoet!
[6] Let eens op: dat beven houdt constant aan; zoiets heb ik nog nooit meegemaakt!
[7] Daar gaat ongetwijfeld een geweldige storm op volgen!'
[8] Jozef antwoordde: 'Welis­waar bemerk ik nog geen enkel wolkje aan de hemel,
[9] maar toch zou je best gelijk kunnen hebben.
[10] Als dit beven van de aarde niet gauw ophoudt, dan zal het niet eens pluis zijn om de stad bin­nen te gaan. ,
[11] Toen nu de familie de stad naderde, kwam hen alreeds een massa vluchtelingen vanuit de stad tegemoet, die hen waarschuwden de stad liever niet binnen te gaan.
[12] Ze zeiden: 'Vrienden, van­waar ge ook moogt zijn gekomen, trekt de stad niet binnen.
[13] Er was een half uurtje gele­den zo'n hevige beving, dat je er niet zeker van kunt zijn dat niet elke minuut een huis kan instor­ten!'
[14] Nu geraakte Jozef dan toch ook enigszins in twijfel wat hem te doen stond, verdergaan of omke­ren?
[15] Maar Jacob ging nu naar Jozef toe en zei stilletjes tegen hem:
[16] 'Vader, U hoeft niet bang te zijn: deze aardbeving zal nie­mand ook maar de minste schade toebrengen, noch in de stad, noch ook in de omgeving!'
[17] En op hetzelfde moment begreep Jozef nu waardoor dat aardbeven veroorzaakt was.
[18] Hij moedigde dan ook met­een al de zijnen aan om toch de stad binnen te gaan.
[19] Toen zij die uit de stad ge­vlucht waren nu zagen dat die grijsaard toch de stad in trok,
[20] zeiden ze tegen elkaar: 'Wie kan deze man wel zijn, dat hij geen angst heeft voor de aard­beving?'
[21] Ze gisten er wel wat naar, maar niemand herkende hem.
[22] Zij zouden nu eigenlijk ook wel weer de stad in willen gaan,
[23] maar toen bij het verder­gaan van het Kindje de aarde op­nieuw begon te beven, vluchtten ze verder. ..Jozef trok echter zonder enige vrees met zijn fami­lie verder de stad in.
«« 270 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.