Hoogachting van Cyrenius voor Maria. Maria's troostvolle ant­woord. Cyrenius' gelukwens tot Jozef. Jozef spreekt over de ware Wijsheid (6 oktober 1843)

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 40 / 302 »»
[1] Hierna stond Cyrenius op en hij zei tegen Maria: 'Gelukkigste van alle vrouwen, en van alle moeders op aarde, wat zijn wel Uw gevoe­lens, in de stellige overtuiging die U hebt, dat U hemel en aarde op Uw armen draagt?!'
[2] Maria: 'Maar vriend, dat kan voor U toch zeker geen vraag zijn?! Uw eigen hart geeft U het antwoord!
[3] Wij leven immers op een Aarde, die uit God geschapen is. Dagelijks gaan we met onze voe­ten over Zijn wonderen. ..en toch zijn er miljoenen en nog eens miljoenen die liever hun knieën buigen voor de werken van hun eigen handen, dan voor de eeuwi­ge, ware en levende God!
[4] Als Gods zo grote werken de mensen niet tot bezinning kunnen brengen, hoe zou dat dan wel kun­nen gebeuren door een Kindje in de luiers nog?
[5] Het zal daarom slechts aan weinig mensen gegeven zijn om in het Kindje de Heer werkelijk te erkennen; dat zal alleen gegeven zijn aan hen, die -zoals U­ van goeden wille zijn!
[6] Zij die echter werkelijk van goeden wille zijn, zij zullen het niet nodig vinden om mij te ko­men vragen welke mijn gevoelens zijn.
[7] Want het Kindje zelf zal hen in hun hart wel doen weten -als een zegenrijk gevoel namelijk ­wat de moeder gevoelt, die het Kindje op haar armen draagt!
[8] Meer gelukkig ben ik, dan ik zeggen kan, dat ik dit Kindje op mijn armen dragen mag!
[9] Maar nog gelukkiger en... nog groter zullen in de toekomst diegenen zijn, die Het alleen in hun hart zullen dragen!
[10] Ook U moet het -onuit­roeibaar­ dragen in Uw hart; dan zal het U gaan, zoals mijn man Jozef het U verzekerd heeft!'
[11] Hierover was Cyrenius eerst recht verbaasd. ..wat was deze Maria wijs.
[12] Hij zei tegen Jozef: 'Wel, gelukkigste van alle mannen, wie zou er ooit zo'n verheven wijsheid hebben kunnen vermoeden in Uw jonge vrouw?
[13] Voorwaar, als er echt een of andere Minerva zou kunnen bestaan, dan nog zou die ver weg moeten kruipen tegenover deze allerliefste moeder!'
[14] Hierop antwoordde Jozef 'Iedere mens kan wijs zijn in ­God, ieder op zijn eigen manier! Buiten Hem is er op aarde hele­maal geen wijsheid!
[15] Zo alleen is de wijsheid van mijn vrouw te verklaren.
[16] Maar, indien God zelfs al door dieren wel eens tot de men­sen heeft gesproken, waarom zou Hij dat dan niet kunnen door de mond van mensen?
[17] Maar laten we daar voorlo­pig het zwijgen toe doen, het zal immers tijd worden, dat we ons vertrek voor morgen gaan voor­bereiden.
[18] Cyrenius zei echter: 'Heb daar maar geen zorg over, Jozef. Daarvoor is allang gezorgd! Ikzelf zal jullie morgen naar Ostracine begeleiden!'­
«« 40 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.