Jacob als babyoppas aan de wieg van het Kindje. Zijn nieuws­gierigheid en de terechtwijzing door de Kleine Heiland. Jacob vermoedt Wie het Kindje feitelijk is

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 63 / 302 »»
[1] Toen het avond geworden was, legde Moeder Maria het moe ge­worden Kindje in het wiegje, dat Jozef inmiddels te Ostracine had gemaakt.
[2] Gewoonlijk moest Jozefs jongste zoon op het Kindje pas­sen, en ook nu wiegde hij het , Kindje, opdat Het zou inslapen.
[3] Maria ging nu naar de keu­ken om een eenvoudige maaltijd te bereiden.
[4] AI wiegende wenste Jozefs zoon dat het Kindje ditmaal wat vlugger zou inslapen, omdat hij graag met zijn broers naar de ver­lichting van een triomfboog wilde gaan kijken, die intussen niet al te ver van hun huis was opgericht.
[5] Daarom wiegde hij het Kindje ijverig, terwijl hij erbij zong en floot.
[6] Het Kindje wilde deson­danks niet inslapen; zodra hij na­melijk ophield met wiegen, werd Het onmiddellijk onrustig, duide­lijk makend, dat Het nog niet sliep!!
[7] Dit bracht onze oppas lichte­lijk tot vertwijfeling, omdat het buiten al helemaal licht werd door de brandende fakkels.
[8] Hij vatte het plan op om het Kind je - hoewel Het nog wakker was­ even in de steek te laten, om even buiten naar de verlichting te gaan kijken.
[9] Toen Jacob zich derhalve enigszins oprichtte, begon het Kindje te spreken: ' Jacob, als je Mij nu in de steek laat, zal dat je slecht bekomen.
[10] Ben Ik soms niet meer dan die dwaze vertoning daarbuiten en dan jouw ijdele nieuwsgierig­heid?
[11] Weet dan dat alle sterren en engelen jou benijden om het dienstwerk, dat jij Mij bewijzen mag, en jij zou volongeduld je­gens Mij, Mij in de steek willen laten?
[12] Als je dat doet, dan ben je echt niet waard Mij als broeder te hebben!
[13] Als dat spektakel van de wereld daarbuiten jou meer waard is dan Ik, ga dan alsjeblieft maar naar buiten!
[14] Heel de kamer is vol enge­len, die graag bereid zijn om Mij te dienen, als je kleine en gemak­kelijke dienstje jegens Mij je wer­kelijk te veel is!'
[15] Dit vermaan benam Jacob nu plotseling alle lust om naar bui­ten te gaan.
[16] Hij bleef dus bij de wieg, vroeg het Kindje nadrukkelijk om vergeving en ging ijverig door met wiegen.
[17] N u zei het Kindje tot Jacob : , Alles is je vergeven, maar laat je nooit meer door de dingen van deze wereld betoveren!
[18] Want Ik ben meer dan alle hemelen en heel de wereld en alle mensen en engelen tezamen!'
[19] Deze woorden deden Ja­cob zich bijna doodschrikken; hij begon namelijk ge waar te worden Wie het Kindje nu eigenlijk en fei­telijk was!
[20] Toen Maria en Jozef en de vier andere zonen van Jozef nu de kamer binnenkwamen, en toen zij zich aan tafel hadden gezet, ver­telde Jacob hen dadelijk wat hem overkomen was.
«« 63 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.