De storm wordt nog erger, maar het Kindje slaapt er doorheen. Cyrenius wordt toch bang. Het Kindje troost met een evangelie over godsvertrouwen

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 66 / 302 »»
[1] Toen Cyrenius zich nu weervol­ledig had hersteld, ging hij naar het wiegje toe en keek met een hart vol dankbaarheid naar het Kindje.
[2] Het Kindje sliep echter vol­maakt rustig en het ontzettende woeden en razen van de storm stoorden Het niet in het minst in Zijn slaap!
[3] Enkele ogenblikken later echter begon de orkaan zo ver­schrikkelijk tegen het gebouw te beuken, dat Cyrenius bang werd voor instorting.
[4] Daarom zei hij tegen Jozef: 'Beste vriend, als de storm zo blijft toenemen, lijkt het mij toch veiliger om dit gebouw te verla­ten.
[5] Het zou best eens kunnen gebeuren, dat een krachtige wind­stoot dit gebouw -hoe stevig ook gebouwd -zou opheffen en ons allen onder het puin begraven!
[6] Laten we daarom liever bij­tijds vluchten, we kunnen er im­mers niet zeker van zijn dat hier niet even goed iets dergelijks zou gebeuren als in de stad gebeurd is!'
[7] Nu sloeg het Kindje Zijn he­melse oogjes plotseling weer op, herkende Cyrenius onmiddellijk, en zei heel duidelijk tegen hem:
[8] 'Cyrenius, bij Mij behoef je voor deze storm niet bang te zijn,
[9] want­ zoals heel de wereld ­zijn "bok alle stormen in Gods hand!
[10] Stormen zijn nu eenmaal nodig om het door de hel uitge­broede kwaad te verjagen.
[11] Maar hen die bij Mij beho­ren, komen ze niet te na, want ook de stormen weten wie hun Heer is, ze waaien echt niet willekeurig:
[12] Want Hij, Die liefdevol, wijs en almachtig is, houdt hun teugels vast in de hand!
[13] Weest dus niet bang hier bij Mij, mijn Cyrenius, je kunt er ze­ker van zijn, dat hier niemand ook maar een haar wordt gekrenkt!
[14] Deze stormen weten im­mers heel precies Wie hier onder­dak is !
[15] Mensen hebben vanavond nog hulde van vuurwerk gebracht aan jou, die slechts een mens bent!
[16] Nu brengen stormen eer aan iemand, die meer is dan alleen maar een mens! Zou dat dan niet billijk zijn?!
[17] Dit is een loflied van de na­tuur die haar Heer en Schepper prijst, zou dat niet billijk zijn?
[18] De lucht, die tegen je aan­waait, Cyrenius, begrijpt Degene, Die haar schiep; zij kan Hem dus ook prijzen!'
[19] Deze woorden van het Kindje, dat daarna weer dadelijk insliep, deden iedereen verstomd staan! ...Cyrenius knielde bij de wieg neer en in stilte aanbad hij het Kindje.
«« 66 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.