Maria als voorbeeld van vrouwelijke deemoed. Lof­ en danklied van Jozef en zijn zonen. Zegenrijke uitwerking op de drie afgodendienaars

Jakob Lorber - De jeugd van Jezus

«« 87 / 302 »»
[1] Maria die nooit veel woorden nodig had, en die ook niet, zoals dat bij vrouwen meestal het geval is, steeds het laatste woord moest hebben, was in haar hart tevreden met deze eenvoudige en korte troostwoorden van Jozef.
[2] Ze ging dus naar bed, terwijl Jozef haar in gedachten aan den Heer gaf.
[3] Vervolgens ging Jozef naar zijn jongens toe en zei tegen hen: 'Kinderen, de avond is nu mooi en heerlijk; Iaat ons naar buiten gaan.
[4] Daar buiten in de grote, hei­lige tempel van het uitspansel Gods zullen we een loflied aanhef­fen. We zullen de Heer danken voor de vele eindeloos grote wel­daden, die Hij aan ons en aan on­ze voorvaderen heeft bewezen van het begin van de wereld af.
[5] De zonen van Jozef lieten dadelijk hun bezigheden in de steek en volgden hun vader.
[6] Hij ging hen voor naar een klein vrij liggend heuveltje, een pas of honderd van de villa ver­wijderd, dat tot het grondgebied van Jozefbehoorde en zo'n 35 me­ter hoog was.
[7] Dit werd door de drie pries­ters opgemerkt die meenden dat de goden zich voor deze nacht als het ware naar de Olympus op weg begaven, om daar met alle goden een algemene vergadering te hou­den.
[8] Zij kwamen daarom onmid­dellijk uit hun vertrek te voor­schijn en slopen heel zachtjes en heimelijk Jozef achterna.
[9] Bij de heuvel aangekomen luisterden ze onder een van veel loof voorziene vijgeboom naar wat de vermeende goden op de Olympus zouden besluiten.
[10] Maar wie schetst hun ver­bazing, toen zij die vermeende hoofdgoden heel innig en ontroe­rend een ( andere) God hoorden aanbidden en lof toezingen.
[11] In het bijzonder werden zij getroffen door de volgende passa­ges uit een psalm (90) van David, die als volgt luidden:
[12] 'Heer God, onophoudelijk zijt Gij onze Toevlucht. Want voordat de bergen ontstonden en de wereld, zijt Gij, God van Eeu­wigheid.
[13] Gij die de mensen doet sterven en tot hen zegt: mensen­kind keer terug tot stof.
[14] Ja, duizend jaren zijn in U woog als de dag van gisteren en als een nachtwake die voorbij is.
[15] Gij laat hen verdwijnen als een rivier, als slaap in de morgen, en als het gras dat verwelkt is.
[16] Dat in de vroegte bloeit en dan verwelkt, 's avonds wordt ge­maaid en verdort.
[17] Want wij komen om door Uw toorn, en verdwijnen plotse­ling vanwege Uw gramschap.
[18] Gij hebt onze zonden voor Uw ogen gesteld en onze geheime fouten in het licht van Uw aan­schijn.
[19] Zo snellen door Uw toorn onze dagen voorbij en vliegen on­ze jaren heen als een zucht.
[20] Ons leven duurt maar ze­ventig jaren, of, zijn we krachtig, tachtig. Was het kostelijk, het was toch voornamelijk onheil en jam­mer. Snel verzwakken we en vlie­den wij heen.
[21] Ach mochten wij toch de kracht van Uw gramschap besef­fen en Uw toorn leren vrezen!
[22] Leer ons dan zo onze dagen tellen dat wij er verstandig van hart door worden.
[23] Ach Heer, wendt U toch weer tot ons en ontferm U over Uw dienaars.
[24] Verzadig ons met Uw ge­nade in de morgenstond, opdat wij heelons leven mogen jubelen en juichen tot Uw eer.
[25] Geef ons vreugde nadat U ons zolang hebt gekastijd en wij zoveel ellende doorstonden.
[26] Laat Uw dienaars Uw machtige daden aanschouwen en hun kinderen Uw glorie.
[27] De goedheid des Heren, onze God, zij met ons en het werk onzer handen moge gedijen!' ...
[28] Toen het drietal dit gezang duidelijk gehoord had, gingen ze onmiddellijk terug naar hun ver­blijf.
[29] Een van hen zei tot de beide anderen: 'Ik zeg jullie dat geen échte goden op deze wijze tot een andere god kunnen bidden en zelfs diens toorn en gramschap over hen bekennen!'
[30] Een van de beide ande­ren zei nu: ' Als het dáár nu nog bij bleef zou het nog zo erg niet zijn, maar dat dat gebed helemaal op ons van toepassing was, daar zit nu juist het onverteerbare!
[31] Wees nu stil. Ze komen te­rug! Laten we wat we gehoord hebben morgen maar eens goed onder elkaar bespreken. Stil nu, daar zijn ze.'
«« 87 / 302 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.