Tweede Brief van Abgarus aan Jezus

Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus

«« 3 / 15 »»
[1] Abgarus, een onbeduidende vorst te Edessa, aan Jezus, de goede Heiland, Die in de landen rondom Jeruzalem is verschenen, alle goeds en alle eer aan God!
[2] O mijn Jezus, goede Heiland, ik moet U berichten dat mijn oudste zoon, die mijn troon zou moeten erven, en die zich tezamen met mij al zo bijzonder over Uw komst naar onze stad had verheugd, doodziek is geworden! Een kwade koorts, die hem elk ogenblik zou kunnen doden, heeft hem aangetast. Maar ik weet dat U, naar mij door mijn koerier is bezworen, dergelijke ziekten zonder medicijn en uitsluitend door Uw woord en wil op afstand kunt genezen! O Jezus, goede Heiland, Gij waarachtige Zoon van de Allerhoogste God, want dat zijt Ge ongetwijfeld, Laat mijn zoon, die zó veel van U houdt, dat hij zelfs bereid is om voor U te sterven, aldus door het machtige woord van Uw wil weer gezond worden!
[3] O Jezus, goede Heiland, verwijst U mij nu toch alstublieft niét -ik ben immers ook zelf niet gezond -naar een tijdstip dat ligt ná Uw terugkeer naar de Hemel, zoals U mij alreeds eerder deed weten. Helpt U toch, helpt, helpt direct mijn zoon!
[4] Geschreven in mijn stad Edessa, en overgebracht door dezelfde trouwe bode als van de vorige briefwisseling.
«« 3 / 15 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.