Seth komt in verlegenheid tengevolge van de wedervraag van Enos

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 108 / 187 »»
[1] Toen Seth in plaats van het vurig verlangde antwoord een wedervraag kreeg, kwam hij in grote verlegenheid en kon gedurende lange tijd geen woord meer over zijn lippen brengen.
[2] Dat viel Enos op, zodat hij toen vroeg: "Beste vader Seth, jij die een volkomen evenbeeld van Adam bent, zoals Adam een evenbeeld van God is, zeg mij toch tenminste waarom je nu zwijgt over hetgeen ik je gevraagd heb! Was het dan niet terecht dat ik dat deed, omdat ik toch niets wist wat ik je ten antwoord zou hebben kunnen geven?
[3] Sinds mensenheugenis werd toch immers al gezegd, dat vragen als zodanig vrij staat en het antwoord daarop dan slechts een willekeurige verklaring van de vraag is!
[4] Maar wie kan verplicht zijn te antwoorden of aan dat wat in de vraag verlangd wordt te voldoen, als hij absoluut niets heeft waarmee hij het willekeurige duister van de vraag kan verlichten?!
[5] Je hebt mij datgene gevraagd waarover het mij nog lang niet gegeven was je te antwoorden en daarom moest ik je het antwoord schuldig blijven. Dus toen ik je nu vanuit mijn nachtelijk duister datgene vroeg waarover ik je met een juist antwoord zou hebben moeten dienen, heb ik immers jou, lieve vader, ook geen onafwendbare dwang opgelegd om mij te antwoorden, maar je moet me slechts aantonen of het niet terecht was dat ik je voorbeeld volgde!
[6] Het is immers reeds lang onder ons het gebruik, dat de rechten van de vader overgaan op zijn zonen en die van de moeder op haar dochters, omdat de grote, heilige Schepper dat reeds in de natuur van alle dingen gelegd heeft; als ik me dus nu in dit dwingende geval van zo'n gerechtvaardigd recht bediend heb, zeg me, beste vader, kun je daarom wel boos op mij zijn?!
[7] Of is het tegen de ordening in, als het de zoon juist daarin aan licht ontbreekt, waarover zijn vader hem bevraagt?! Kan ik er iets aan doen dat ik geen helder antwoord op je vraag geven kan?! En faal ik, wanneer ik, als jouw zoon, aan mijn vader om raad vraag?!
[8] Zie, ik geloof dat hierin geen fout schuilt, maar wel een rechtmatige handeling tegenover jou en Adam en tegenover God, en dat niet verborgen, maar openlijk; en daarom kun je mij wel, als je wilt, waardig achten een terechtwijzend, zij het dan niet verklarend antwoord te geven! Amen."
[9] Seth zei: "Beste Enos, wacht toch nog even; ik heb toch immers geen tong zoals die van Henoch of Kenan, dat ik zo snel een juist antwoord klaar zou kunnen hebben! Heb slechts een beetje geduld, - dan zal het wel tot iets leiden; hetzij nacht, hetzij licht, dat zul je wel zien.
[10] Je hoeft mij daarom toch niet je rechten voor te houden, die ik net zo goed ken als jij, - ook niet alle gebruiken, die altijd rechtvaardig en gangbaar waren en dat tot aan het einde van alle tijden bij de volmaakte mensen steeds zullen blijven; want ik heb je dit vroeger immers allemaal geleerd! Maar wat het antwoord op je uit mijn mond genomen vraag betreft, dat is minder gemakkelijk dan je misschien denkt, want daar komt wel enig nadenken aan te pas, tot men het juiste in het kort samengevat heeft. Heb daarom nog een poosje geduld en zoals gezegd, dan zal dat zeker tot iets leiden, hetzij nacht, hetzij licht, dat zul je wel merken! Amen."
[11] Bij zichzelf dacht Seth nu echter: "O, welke dwaasheid heb ik nu weer begaan! Waarom vroeg ik het dan ook, omdat ik listig wilde zijn, aan mijn eigen zoon en wekte daardoor een behoefte in hem, die op zichzelf heel goed is; maar wat heeft dat voor nut, wanneer ik die behoefte niet bevredigen mag.
[12] Wat kan, wat zal ik hem ten antwoord geven na dit korte en maar al te spoedig aflopende uitstel?
[13] Niets zeggen is nu volslagen onmogelijk; want dat zou immers tegen al het goddelijke recht van de vurige verwachting op de vervulling van een belofte indruisen.
[14] De waarheid mag ik niet spreken - en een onwaarheid nog veel minder!
[15] O Asmahaël, Asmahaël, nu pas begrijp ik helemaal, hoe veel onheil zelfs zo'n gemakkelijke wet brengt, hoeveel temeer dan wel bij zwaarder wegende of zelfs meer wetten!
[16] O Asmahaël, als je mij nu niet opnieuw helpt, dan ga ik eens te meer te gronde! O laat mij niet in de zwarte nacht van alle verderf verzinken! Amen!"
«« 108 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.