Emmanuëls afscheidswoorden tijdens de zegening van het offer. Een belofte voor Golgotha. Over de heerlijkheid van de geestelijke vrijheid

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 144 / 187 »»
[1] En Lamech erkende zijn fout, ging naar Emmanuël toe en daarna ook naar de overige vaderen en vroeg hen allen met een ontroerd hart om vergeving. En alle vaderen verheugden zich hierover en hielden bij zichzelf rekening met de ervoor geuite vurige vermaning.
[2] Hierna zag Emmanuël Henochs offer aan en zegende het, terwijl Hij zei: "Ik, Emmanuël Abba, schep weliswaar geen behagen in dit brandoffer, maar slechts in diegene die het met een zuiver hart voor Mij bereidde, - maar Ik zegen het toch ter gedachtenis aan een later offer dat eens wordt gebracht om alle doden en levenden op te wekken. En daarom moet het dan ook in het vervolg tot aan het einde van alle tijden der tijden bij lam en brood blijven! Amen.
[3] Maar wee degene die daar een wijziging in aan zal brengen; waarlijk, Ik zeg jullie, zij zullen niet aan Mij, maar aan de ongerechtigheid van de wereld hun offer brengen en zij zullen door hun offerande gelijk worden aan hetgene waaraan zij hun offer hebben gebracht!
[4] En jij, Henoch, zie, Ik heb jouw offerande zo gezegend dat het tot een levend offer geworden is, omdat eens uit dit verbrande lam een groot, levend, sterk Lam in de wereld op zal staan, dat alle zwakheden van de aarde op zijn schouders nemen en voor alle vlees de zich nimmermeer sluitende poorten tot het eeuwige leven openen zal! Amen.
[5] Ik geef jullie nu geen gebod meer, maar Ik maak je vrij van ieder gebod. Geboden deugen alleen voor luie knechten; en wie volgens de geboden leeft, is een dode slaaf die gericht wordt in al zijn doen en geen vrijheid heeft in zijn hart. Waar hij werkt, daar werkt hij omdat het werk hem opgedragen was; want zonder gebod zou hij nooit enige bedrijvigheid nodig gevonden hebben. Waar hij liefheeft, daar heeft hij lief omdat hem bevolen was lief te hebben; maar zijn hart ondervindt niet de noodzaak en de heiligheid van de liefde en het eeuwige leven vanuit haar, maar alleen de last van de liefde. Waarom is dat zo? Omdat hij in alle dingen een slaaf uit de modderige diepte is!
[6] Het hart van de vrije mens slaat vrij en zijn longen ademen vrij en geen het leven belemmerende wet stoort de levendige kringloop van zijn bloed; want de vrije liefde tot God maakt hem tot een kind van de Allerhoogste.
[7] Is hij, die een kind van de Allerhoogste is, nog een kind van de mensen?!
[8] Daar hij echter een kind van God is, heeft hij dan niet dat in zich wat altijd heilig is en volkomen gelijk is aan Hem, die zijn Vader is, - dus het goddelijke en het volkomen vrije?!
[9] Daarom zeg Ik nu tegen jullie allemaal: als je een vrij hart hebt en Mij met een vrij hart bemint, dan zijn jullie ook goden, zoals je heilige Vader dat van eeuwigheid her is, vrij vanuit Zichzelf, vanuit Zijn eigen, eeuwige, heilige kracht!
[10] Zie, daarom geef Ik dan ook geen gebod, maar wees en wijs jullie alleen nog op de ware, vrije, levende en de alleen levend makende liefde tot Mij als de oerbron van al het leven en zijn, opdat je die in de geest en in alle waarheid als het enige bindmiddel mocht gebruiken tussen Mij en jou tot je volkomen opwekking.
[11] Ik zeg zelfs niet eens dat je dat moet doen, maar je kunt het in vrijheid doen, als het je aanstaat! Immers niet eens uit liefde tot het leven moet je een dergelijke leer volgen, maar enkel en alleen uit vrije liefde tot Mij, alleen omwille van de liefde en bijgevolg omwille van Mij, omdat alleen Ik je meest liefdevolle Vader ben!
[12] Kijk, omdat Ik je liefheb omdat jullie Mijn kinderen zijn, moet je ook Mij liefhebben omdat Ik jullie Vader ben!
[13] Maar zoals jullie Mij liefhebben, moet je ook elkaar liefhebben als louter broeders en zusters onder elkaar! Laat nooit een middel van wat voor aard dan ook je misleiden, maar laat broeder, zuster, vader, moeder je alles zijn ter opwekking van de vrije liefde in je!
[14] Wat zou je Mij kunnen geven voor Mijn eeuwige Vaderliefde voor jou, Ik die van niemand iets nodig heb; zo moet jij ook in je hart zijn ten opzichte van Mij en ten opzichte van iedereen; dan zul je gelijk zijn aan Mij, levend vanuit jezelf door het vrije, juiste gebruik van Mijn vrije liefde in je en daardoor zul je evenals Ik eeuwig en onvergankelijk leven.
[15] Als je zo zult blijven, zal de macht van de slang ver wegblijven en er zal geen smet aan je kleven en je hart verontreinigen. Wie een slaaf van de wereld wil zijn, die moet het maar zijn; Ik heb geen gebod voor hem!
[16] Maar als mens moet hij tenminste weten, dat Ik omwille van hem Mijn eeuwige ordening niet omver zal werpen! Het leven bestaat enkel en alleen uit de vrije liefde tot Mij; maar overal elders is de eeuwige dood!
[17] En nu, mijn geliefde Henoch, wees nu Mijn eerste priester en laat jouw liefde de grondslag van de eerste en de zuiverste kerk van deze aarde zijn!
[18] Als je morgen zo zult offeren, dan zal Ik bij je komen en zal je woorden in de mond leggen die je voor alle kinderen uit zult spreken. Mijn liefde, Mijn genade en Mijn zegen zij met jullie! Amen." - En Emmanuël verdween voor aller ogen.
«« 144 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.