Een evangelie van het offer

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)

«« 170 / 187 »»
[1] Na deze woorden stond Henoch onmiddellijk op met een van innige liefde en de diepe dank vervuld hart en vroeg de hoge Abedam:
[2] "Heer en ons aller meest liefdevolle Vader, U die heilig, uitermate heilig bent, is het Uw heilige wil dat wij ook hier tijdens deze sabbat op de hoogte U een soortgelijk offer aan zouden mogen bieden, in dezelfde vorm als waarin wij het U gisteren in het laagland aangeboden hebben? Of moet het om U te behagen bij de manier van Abel, Seth en Enos blijven? O Abba, deel mij Uw heilige wil mee!"
[3] Abedam antwoordde Henoch evenwel: "Henoch, hoe kun je Mij zoiets vragen, terwijl je toch zelf heel goed weet waaruit het enige Mij welgevallige offer bestaat!
[4] Door Mij allereerst het offer van een berouwvol, boetvaardig, met liefde vervuld hart in je binnenste aan te bieden, wordt immers ook daardoor ieder offer geheiligd, of het nu op de manier van Abel, Seth of Enos gebeurt of dat het in de vorm is zoals gisteren in het laagland!
[5] Maar Ik zie in al jullie harten een lege plaats! Deze plaats heb je gewijd aan het offer aan God, maar je ziet vanwege de leegte niet in wie je eigenlijk een offer aanbiedt en waarom je het brengt! Begrijp daarom dit: de Vader wil geen ander offer dan alleen dat van het hart. Maar de Vader is ook de enige, eeuwige, bovenmate heilige, machtige God; aan Hem alleen komt het offer toe, zoals de zuivere liefde aan de Vader toekomt.
[6] Het offer verteert, vernietigt en doodt iedere gave in het vuur dat op het altaar brandt. Zie, dat is een getuigenis van de mens voor God, hetgeen te kennen geeft dat hij God heeft leren kennen, of duidelijk of alleen als een duister vermoeden in zijn hart, hoe God is en hoe Hij overeenkomstig het offer handelt!
[7] Maar wie alleen het offer belangrijk vindt en niet zou zijn gebonden door de liefde tot de Vader, die zou tenslotte door het met God overeenkomende offer zelf worden aangegrepen, het zou hem verteren, vernietigen en doden, omdat hij zich tevoren niet had bevochtigd met het levende water, hetwelk is de zuivere liefde tot de Vader!
[8] Ik zeg jullie: wie in zijn hart aan de Vader offert, heeft ook God een welgevallig offer gebracht. Maar wie alleen op het altaar God een offer brengt en daarmee gelooft de Vader te behagen, maakt een grote vergissing; want waarlijk, de Vader heeft geen welbehagen in het brandoffer, maar alleen in het levende offer van het hart!
[9] Of moet de levende Vader, uit wie alle leven stamt, wel een welbehagen hebben in een dood brandoffer of in een offer dat iedere gave verteert, vernietigt en tenslotte geheel doodt?
[10] Ja, wanneer - zoals reeds werd opgemerkt - van tevoren een levend offer van liefde in het hart wordt gebracht tot de Vader, dan zal ook het brandoffer worden aangezien waarmee de mens te kennen geeft wat hij in zijn hart gevonden heeft, namelijk dat de Vader heilig, heilig, heilig is en de almachtige God van eeuwigheid her. Zonder dit voor -, midden - en naoffer is ieder brandoffer een gruwel voor Mij.
[11] Zie eens terug op Kaïn en Abel! Kaïn offerde zonder liefde, maar Abel met liefde. Wiens offer steeg op en wiens offer werd teruggeslagen naar de aarde?!
[12] Omdat Kaïns offer een gruwel was voor de Vader, wat was daardoor het gevolg van een dergelijke offerande? - Het offer greep Kaïn zelf aan en het maakte van hem een broedermoordenaar!
[13] Zo zal eens het enkele, blinde offer nog zeer velen aangrijpen, omdat zij dan net zo handelen als Kaïn en zij zullen daardoor talloze broeders geestelijk en lichamelijk ombrengen.
[14] Maar als je al een offer wilt brengen, breng Mij dan een gepast offer, zoals ik jullie al voldoende heb beschreven!
[15] Zoals het gisteren in de laagte uitgevoerd werd, zal het ook vandaag worden uitgevoerd; maar jullie moeten het offer niet meer 's avonds aansteken, maar op de voormiddag, opdat de ver weg wonende kinderen tot aan de avond nog voldoende tijd hebben om naar hun woonplaats terug te keren.
[16] Bij het offeren moeten dan ook voortaan niet alle kleine kinderen meegenomen worden, maar het is genoeg als er van iedere woonstee twee mannen en één vrouw verschijnen. Maar het zal voor niemand tot een plicht van levensbelang worden gemaakt dat hij bij het offeren moet verschijnen; want het offer zal niemand heiligen, dat doet alleen de liefde tot de Vader!
[17] Wie door de liefde tot de Vader wordt gebracht, door hem wordt het offer geheiligd en daardoor zal zijn geest worden verheven. Maar wie niet door de liefde, maar volgens de een of andere wet als door een gebiedende tuchtmeester ernaartoe wordt gedreven, zodat hij daardoor een hart vol weerzin zal hebben, door hem zal het offer worden ontheiligd en het zal hem vernietigen en zijn hart zal uitdrogen. En wat hij Mij dan zal aanbieden, zal net zo als zijn uitgedroogde hart, - een werk zijn zonder leven, een dode gave.
[18] Zoals het nu is uitgesproken, zal het blijven!
[19] En nu, geliefde Henoch, kun je wel beginnen met je werk; de overigen gaan ook naar buiten en berichten aan de velen die uit alle streken komen en verlangend naar het offer uitzien, hoe het met het offer is gesteld, - maar zwijg over Mij hoe Ik wezenlijk aanwezig ben!
[20] Alleen jullie, Jared, Abedam en jij ook Adam, volg Mij naar Jareds woning tot het tijd is voor de offerande; Seths kinderen moeten ons met Eva volgen!
[21] En laat nu alles ordelijk geschieden in en door de enige liefde! Amen."
«« 170 / 187 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.