De woorden van de Heer over de ware godsverering

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)

«« 228 / 280 »»
[1] En de Heer liet alle kinderen van de laagte nu weer van de grond opstaan en zei vervolgens tegen hen:
[2] 'Luister allen, Mijn kindertjes! Ik ben de enige, heilige almachtige God en Schepper van alle dingen en wezens in de hemel en op aarde! Buiten Mij bestaat er geen andere God en de hele oneindigheid en alle eeuwigheden zijn volkomen vervuld van de macht van Mijn liefde, wijsheid, erbarmen en genade; en zodoende ben Ik sinds eeuwigheden een volkomen Heer over alles, omdat alles vanuit Mij is en noodzakelijk aan Mijn oneindige macht onderworpen is!
[3] Want hoe kan dat ook anders zijn, omdat alles wat er is, er slechts is vanuit Mijn wil en daaruit bestaat en daaraan ook nooit kan ontkomen?! Want als het mogelijk was, dat er iets aan Mijn macht kan ontkomen, dan zou het daardoor ook noodzakelijkerwijze aan zijn bestaan moeten ontkomen, omdat er in alle oneindigheid eeuwig niets kan bestaan dan enkel door en in Mijn wil, die de enige grondvoorwaarde is van al het zijnde en eeuwig de oneindige ruimte overal volkomen vervult!
[4] Daar dat nu zo is en onmogelijk anders kan zijn, moeten jullie Mij ook als datgene leren kennen wat Ik ben, namelijk als de enige God en als de enige Heer!
[5] Want alleen Hij is een Heer, die in het eeuwige volkomen bezit is van alle oneindige macht, kracht en gezag vanuit Zichzelf.
[6] Ik bezit dat eeuwig en oneindig; daarom hen Ik ook als enige Heer! Maar desondanks moeten jullie je voor Mij niet in het stof wentelen en jullie lichaam en de omhulling daarvan bevuilen voor niets en nog eens niets; want Ik heb jullie immers geen rechtopstaand lichaam gegeven, om dat ten overstaan van Mij net zo te gebruiken als de wormen, maar alleen om voor Mij, jullie Vader altijd rechtop te lopen als vrije mensen, als Mijn kinderen en onder elkaar louter als broeders en zusters.
[7] Daarom moeten jullie nu ook uit Mijn mond horen, dat Ik in het geheel geen welgevallen heb aan de een of andere dienst van het lichaam! Want jullie hebben je lichaam niet ontvangen om Mij daarmee op de een of andere manier te dienen; want het lichaam is immers alleen aan jullie gegeven om jullie te dienen op de juiste tijd en in redelijke, goedgeordende mate ter versterking van je geest, omdat die jullie eigenlijke wezen is.
[8] Wat zou het dan te betekenen hebben als iemand zijn lichaam voor Mij neerwerpt in het stof?!
[9] Moet Ik er soms een welgevallen aan ontlenen, of worden jullie daardoor beter, als jullie je een tijdlang in het stof hebben gewenteld?!
[10] Ik zeg jullie: Dat is allemaal ijdele dwaasheid! Zie, als iemand een handwerksman is en hij heeft een stuk gereedschap nodig, - zou het dan niet volkomen dwaas van hem zijn, als hij uit pure achting voor het werk dat hij met het stuk gereedschap moet verrichten. het werktuig eerst een tijdlang in stof en vuil zou wentelen?!
[11] Ik hen van mening dat de handwerksman er beter aan doet als hij zijn gereedschap alleen gebruikt waarvoor het geschikt is en niet ook nog waarvoor het niet is gemaakt!
[12] Als een werk goed wordt uitgevoerd, zal daaruit wel achting voor het werk blijken, maar niet voor het werktuig.
[13] Ik nu ben het belangrijkste werk voor jullie geest en ben steeds onveranderlijk een en dezelfde God!
[14] En wie Mij eert en zich voor Mij verdeemoedigt, laat die Mij voortdurend eren en aldoor deemoedig voor Mij zijn; want Ik ben immers aldoor heilig voor iedereen!
[15] Als men Mij met zijn lichaam in het stof wil eren, moet men zich toch ook dag en nacht zonder ophouden in het stof wentelen!
[16] Als Ik zoiets van jullie had gewild, dan zou Ik jullie tot wormen hebben gevormd, maar niet tot vrije mensen.
[17] De ware verering bestaat daaruit, dat jullie allen zonder ophouden Mijn wil doen, die jullie drievoudig is geopenbaard, namelijk in de orde van de natuur der dingen, voorts door jullie eigen geestelijke hart, dat de zuivere liefde is en vervolgens door Mijn boden, wat nu door Mijzelf wordt bevestigd.
[18] Heb Mij boven alles lief en heb elkaar lief zoals iedereen zichzelf liefheeft, dan zullen jullie Mij in de geest alsmede in alle waarheid eren!
[19] Dat is dus Mijn wil en dat is het enige wat voor Mij geldt; al het andere is ijdel en dwaas.
[20] Handel zo, dan zullen jullie Mij altijd welgevallig zijn! Amen.'
«« 228 / 280 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.