Ghemela's vragen over het leven aan deze en aan gene zijde. Het antwoord van de geest Zuriël.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 10 / 366 »»
[1] Hierna vroeg ook Ghemela aan haar vader Zuriël of er veel verschil was tussen het leven in deze wereld en het leven van de geest, en of de geestmens ook de natuurlijke wereld kan zien en de mensen die daar nog in hun lichaam leven.
[2] En Zuriël antwoordde haar: 'Luister, dochter van de Heer, die vraag is overbodig! Het leven is overal een en hetzelfde en er kan op zich geen verschil zijn tussen leven en leven, wanneer het een leven vanuit de Heer is; maar is het leven niet vanuit de Heer, dan is het ook geen leven meer, maar een pure dood, die weliswaar ook bewust is van zichzelf, maar dat bewustzijn is slechts zelfbedrog. Want alles wat een dode zich bewust is, heeft de vorm van een slechte ijdele droom omdat zijn wereld geen grond heeft en al zijn bezit nog minder voorstelt dan het luchtigste schuim!
[3] Nu moet je evenwel niet denken dat de materie van de dingen dood is, omdat zij voor jou geen bewustzijn lijkt te hebben. Want de materie is niet dood, omdat er machtige krachten in voorhanden zijn en zij op zichzelf niets anders is dan een uitdrukking van de zich alom uitende goddelijke wilskracht en macht. Maar als dood moet je je alleen datgene voorstellen wat zich mogelijkerwijs eigenzinnig van de Heer heeft afgescheiden op grond van de van de Heer verkregen vrijheid van wil, en dan zonder God op eigen kracht wil voortbestaan.
[4] Het blijft weliswaar op grond van de goddelijke liefde en erbarming wel bestaan, maar hoe ellendig, - dat is een geheel ander onderwerp.
[5] Hieruit kun je, mijn dochter in de Heer, al opmaken dat het eigenlijke leven overal en onder alle omstandigheden op een en geheel dezelfde wijze tot uitdrukking komt.
[6] Als je dit nog niet volledig kunt vatten, kijk dan naar de Heer! Zie, Hij is in Zich het meest volkomen leven van alle leven; uit Hem is al ons leven! Vind je een verschil tussen Hem en mij?
[7] Je zegt: `Zo te zien niet!'
[8] Goed, zeg ik je, en daarin ligt de volledige beantwoording van je vraag! Onthoud maar: wij zijn, wat wij zijn uit God de Heer; alles van ons is Zijn volkomen evenbeeld!
[9] Zo is ook heel zeker ons leven Zijn leven, en wij mogen leven wanneer en waar wij willen, - zodra wij de grondvesten van het leven doorzien en begrijpen, als wij ons hart naar Hem toe hebben gekeerd, leven wij reeds een volkomen leven, hetzij nog in het vleselijke lichaam of in de zuivere geest, dat maakt geen verschil!
[10] Of de zuivere en vrije geest ook de natuurlijke wereld en alles wat daar is kan zien, kijk, mijn lieve dochter in de Heer, dat is een zeer overbodige vraag! Als het eigenlijke leven overal geheel gelijk is, dan zal het zien ook wel geen verschil maken!
[11] Vraag je echter af of jij de wereld ziet met je vlees, dat op zichzelf slechts heel ongevoelige materie is, of met je geest vanuit je vlees!
[12] Zie, nu gaat je een licht op! Dus wanneer jouw met materie omhulde geest de dingen kan zien, dan zal de zuivere, vrije geest daar ook wel toe in staat zijn, als de Heer het wil hebben!
[13] Maar wanneer de Heer het niet wil hebben, dan is de vrije noch de geketende geest in staat iets te zien; want zoals de Heer het gezichtsvermogen aan het lichaam kan ontnemen, kan Hij het ook aan de geest ontnemen.
[14] Zoals jij nu volgens de wil van de Heer de geestelijke alsook de natuurlijke wereld ziet, zo ook zie ik nu beide, zoals altijd wanneer de Heer het wil en wanneer het nodig is!
[15] En als wij geesten de bestemming hebben om met grote liefdesmacht vanuit de Heer de werelden te dienen, zeg me dan eens hoe dat mogelijk zou zijn als wij datgene wat wij moeten dienen niet zichtbaar voor ogen zouden hebben!
[16] Jij ziet nu de materie door en door, je kunt mij, een geest, aanschouwen, evenzo kan ik ook jou zien, - en dus is er geen verschil tussen het ware leven en leven.
[17] Er is weliswaar nu een verschil tussen mij en jou, en dat verschil zit in jouw vlees, dat niet in staat is tot een geestelijke beweging en niet zo snel van plaats kan veranderen; maar toch ligt het in jouw geest dat te denken en werkelijk te voelen!
[18] Zie, dat is dan ook alles wat je voorlopig hoeft te weten! Als je zelf steeds dieper in je geest zult gaan, dan zul je dat allemaal werkelijk ervaren terwijl je nog in je lichaam bent. - Dat wens ik je ook van ganser harte toe in naam van de Heer! Amen.'
«« 10 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.