De wijze en mannelijk-edele woorden van Muthaël tot Purista.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 100 / 366 »»
[1] Maar Muthaël wendde zich tot Purista en zei tegen haar: 'Purista, - waarom klaag je nu duidelijk tegen de goddelijke orde?
[2] Ik was gloeiend, en je klaagde over mijn gloed; nu ben ik koud, en je klaagt over mijn koelheid! Zeg me, hoe moet ik dan zijn dat je niet over mij zult klagen? Moet ik in het midden wandelen tussen gloed en kou, - moet ik lauw zijn?
[3] Zie, hierop weet je geen antwoord! Maar ik zal je een juist antwoord geven voor God en alle vaderen, en dat luidt als volgt:
[4] Als ik zo tegen je ben als de Heer het wil, dan denk ik dat mijn gedrag juist is!
[5] Ben ik gloeiend van liefde, dan is dat de wil van de Heer dat ik gloeiend ben; en ben ik koud, dan is het ook de wil van de Heer dat ik koud ben; en als ik lauw zou zijn, zou ik ook dat niet zijn zonder de wil van de Heer, - ofschoon ik goed weet dat de lauwheid nergens in de orde van de goddelijke dingen staat opgetekend, waarom de Heer mij ook beslist nooit in de toestand van lauwheid terecht zal laten komen!
[6] Heb je echter een juist vertrouwen in de Heer en Vader van alle mensen, hoe kun je dan schromen en wenend naar me toe komen alsof ik je een of andere belediging moet vergeven?!
[7] Zal de Heer niet slechts dat doen wat Hij werkelijk wil en ons te zijner tijd ofwel verbinden of scheiden?! Of denk je dat dat misschien toch heimelijk in onze macht ligt?
[8] O zie, ik noch jij noch Henoch en al de andere vaderen kunnen dat naar eigen believen, maar het komt alleen op de Heer aan!
[9] Of wij elkaar nu met alle gloed beminnen of dat wij elkaar wederzijds ontlopen, dat is hetzelfde; als wij die belofte hebben, dan zal de Heer ons toch verenigen, vooropgesteld dat de belofte voorshands geen belofte ter beproeving is, waardoor wij aan onszelf moeten ervaren of misschien onze wederzijdse liefde heimelijk niet sterker is dan onze liefde tot Hem!
[10] En is de belofte zo gedaan - wat ik niet één ogenblik zou willen betwijfelen -dan moet ik de Heer nu uit alle macht danken dat Hij mijn dwaze gloed heeft getemperd die werd opgewekt door Zijn heilige belofte ter beproeving en door de zon in jouw ogen, en ik denk dat jij, omdat je een zuivere uitverkoren maagd van de Heer bent die Hij op Zijn allerheiligste handen droeg, mijn gegronde opvatting in je hart toch zeker hoogst billijk zult vinden en die ook met mij zult delen!
[11] Daarom verklaar ik hier ten overstaan van God en alle vaderen dat ik, zolang de Heer mij niet duidelijk zal laten weten jou tot mijn vrouw te nemen, mij ten opzichte van jou zo zal gedragen als tegenover iedere ander jonge vrouw, die de Heer mij niet heeft beloofd!
[12] En ook jou wens ik als je broeder diezelfde gezindheid toe welke alleen je voor eeuwig allergetrouwst met de Vader zal verbinden!
[13] Houd je aan de Heer en zet alles op Hem, en je hart zal meteen de juiste afkoeling en de zoetste troost krijgen! Dat is echter alles wat mijn nu geheel aan God toegewijde hart je kan wensen. Doe dat, en je zult in de heilige belofte het juiste licht aanschouwen! Amen.'
[14] Hierop bedekte Purista haar gezicht en ging geheel gegrepen door de wijsheid van Muthaël naar haar haard en begon intens over de woorden van Muthaël na te denken, en zij vond die steeds beter.
[15] Maar Henoch zei tegen Lamech: 'Broeder, houd je gereed; want nu komt weldra de beurt aan jou om woorden te spreken vanuit de diepte van Gods liefde in de mens!'
«« 100 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.