De rouw om Adams heengaan. Het stijgende aanzien van Eva. De dood van Eva.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 116 / 366 »»
[1] Toen de kinderen van de wereld in de laagte het bericht van Adams dood ontvingen, waren zij in diepe rouw en vastten drie dagen lang.
[2] En Lamech die in die tijd nog lang trouw en goed leefde, zond boden naar alle kanten van de aarde en liet aan alle toenmalige bereikbare volkeren de dood van Adam verkondigen.
[3] En waar het bericht kwam, ontstond meteen diepe rouw, en allen weeklaagden en weenden om het verlies van de aartsvader.
[4] Maar Eva won nu des te meer aan aanzien, want het gebeurde niet zelden dat van alle kanten hele processies zich naar de hoogte begaven om de aartsmoeder te zien en te begroeten.
[5] Zelfs afgezanten uit Sihin (China) kwamen op het gebergte van de kinderen Gods en bezochten Eva, want ook zij hoorden van Lamechs boden dat de aartsvader Adam was gestorven.
[6] Maar de nakomelingen van Kaïn (Afrika) en Meduhed (Japan) kregen het niet te horen, want deze twee volkeren waren toen geheel afgescheiden van de bewoners van het vaste land.
[7] Eva was tot aan het einde van haar leven ondanks de vele vertroostingen toch steeds diep bedroefd; zelfs de vertroostingen van Henoch konden haar hart niet veel verlichten.
[8] Alleen Seth was dikwijls in staat Eva's hart goed te doen omdat hij vanouds haar lieveling was en hij helemaal op Adam leek, zowel in zijn gezicht als in zijn postuur en in de klank van zijn woorden.
[9] Zo gingen ook deze dertig jaar in goede, algehele orde voorbij; en toen Eva's leven ten einde ging, werd ook zij door de Heer weggeroepen.
[10] Het gebeurde drie dagen voor Eva's dood, juist toen Seth, Jared, Henoch, Methusalah en Lamech de reeds zeer zwakke aartsmoeder omringden, dat door toelating van de Heer de geest van Adam de hut binnenkwam en zei:
[11] 'Kinderen, wees gezegend! Vrede zij met jullie, en vrees niet, want ik ben Adam, die jullie allen in het vlees heb verwekt door de genade van de almachtige, eeuwige, levende God!
[12] Zie, de Heer, die Zich al dertig jaar geleden over mij heeft ontfermd, heeft Zich nu ook over Eva, mijn dierbare vrouw, ontfermd en wil haar verlossen van de aarde en van haar meer dan vermoeide en zwak geworden vlees, opdat nu ook zij in mijn levensrust zal binnengaan en met mij als een volgzaam en zacht lam zal weiden op de geheiligde weide van Gods erbarming!
[13] Mij heeft de geest van Sehel verlost, maar Eva zal ik zelf ontbinden van haar aardse last en zal haar brengen naar waar ik ben, in zoete rust wachtend op de dag die volgens de belofte voor de aarde zal opgaan als een zon der zonnen!'
[14] Hier vroeg Henoch aan de geest: 'En wanneer zul je dat precies doen, en wat moet er met het lichaam van onze moeder gebeuren?'
[15] En de geest van Adam sprak: 'Niet ik, maar de Heer is jouw meester! Op de derde dag vanaf vandaag is de tijd bepaald; en wat je moet doen zal de Heer je zoals altijd meedelen!'
[16] Hierop verdween de geest van Adam.
[17] Op de derde dag kwam hij terug, alleen voor Henoch en Eva zichtbaar.
[18] En Eva zegende alle aanwezige kinderen en loofde God voor die genade.
[19] En de geest van Adam sprak voor allen hoorbaar: 'Eva, mijn zegen, met de jouwe verenigd, heb je aan de kinderen gegeven! Het is de wil van de Heer dat ook jij naar huis terugkeert; kom daarom in mijn armen in naam van de Heer! Amen.'
[20] Hierop zonk Eva dood neer, en haar geest en ziel verdwenen met de geest van Adam en werden verder nooit meer gezien.
[21] Zo overleed de moeder in de kring van haar kinderen en werd in de geest door Adam, weer verenigd, in zijn geestelijke armen opgenomen en geleid tot de rust in de Heer.
[22] Maar haar lichaam werd volgens de wil van de Heer ook door degenen die Adam begroeven, op dezelfde plaats begraven, en niemand mocht weten waar dat was.
[23] Ook de dood van Eva veroorzaakte een jarenlange rouw en bewerkte dat velen een teruggetrokken en zeer vroom leven begonnen te leiden.
[24] Bijzonder machtig werkte de dood van Eva op de bewoners van het avondland, die zich nu Abedamieten noemden; want Abedam was ook een lieveling van Eva, en zij was ook voor hem alles.
[25] En dat was dus ook het einde van Eva.
«« 116 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.