De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 131 / 366 »»
[1] In deze tijd had de hoogte zich redelijk gereinigd, want alles wat ook maar enigszins verkeerde neigingen had, trok geleidelijk naar de laagte.
[2] Vooral het mannelijke geslacht werd steeds meer aangetrokken door de laagte vanwege de mooie vrouwen; en wie eenmaal de zoetheid van de vrouwen in de laagte had geproefd, kwam niet meer terug naar de hoogte naar zijn broeders en zusters, maar bleef heel behaaglijk in de schoot van de vrouwen in de laagte zitten.
[3] Daarom was de hoogte - zoals gezegd - in die tijd dan ook tamelijk gereinigd en ontving daardoor geen bericht van alle ontwikkelingen die in de korte tijd van goed vijftig jaar in de laagte hadden plaatsgevonden.
[4] Wel spraken Lamech en Muthaël regelmatig met elkaar over hoe het er in de laagte zou toegaan, maar zij konden elkaar daar geen duidelijkheid over verschaffen.
[5] Want de Heer wilde niet spreken over de toestand van de laagte. Boden die Muthaël op verkenning naar de laagte had uitgezonden kwamen nooit terug, - want zij vonden tot nu toe in de laagte altijd een zeer gastvrije ontvangst en te veel genoegens, dan dat zij ooit weer de behoefte voelden op de harde en ijzige hoogten terug te keren.
[6] En zo konden Lamech, noch Noach, die in die tijd ook al een man van ruim tachtig jaar was, evenmin als Muthaël iets van de laagte te weten komen.
[7] Lamech riep nu meer dan tienduizend vrouwen bijeen, die zonder mannen op de hoogte leefden en zich heimelijk hadden voorgenomen hun mannen naar de laagte te volgen, en zei met een machtige stem tegen hen:
[8] 'Wat willen jullie nu doen? - Heb je je ook door Satan in zijn netten laten verstrikken?
[9] De Heer sprak echter tegen mij en zei `Lamech, houd degenen die Mij vergeten zijn niet tegen, want in de laagte zullen zij het loon voor hun trouw ontvangen! Laat ieder handelen zoals hij wil, maar Ik ben de Heer en zal volgens Mijn wil handelen!'
[10] Luister dus, vrouwen, dat heeft de Heer ter wille van jullie tegen mij gezegd; daarom wil ik jullie niet tegenhouden! Die hier willen blijven uit liefde tot God die mogen blijven, maar die weg willen trekken, moeten maar gaan!
[11] Of zij zo gemakkelijk zullen terugkeren als ze wegtrekken, dat zal duidelijk en treurig genoeg het vervolg tonen!'
[12] Toen de vrouwen dat hadden gehoord, begonnen zij te juichen, gingen weg om eten te halen en begaven zich naar de laagte.
[13] Toen sprak Muthaël tegen Lamech: 'Daar hebben we het nu! - De woorden die hen op de hoogte hadden moeten houden, hebben hen alleen de laagte ingedreven! Wanneer dat zo doorgaat zullen wij ons spoedig helemaal alleen op de hoogte bevinden!'
[14] Lamech werd heel bedroefd over deze opmerking;
[15] En Noach zei daarom tegen Muthaël: 'Is het zo, dan zij het zo; de Heer kijkt alleen naar de Zijnen en niet naar de vreemden! In het begin heeft Hij toch ook niet meer dan één paar geschapen en de aarde is nu vol mensen! Zie, als wij, die in Hem blijven, toch nog altijd meer dan één paar zijn, dan ben ik ervan overtuigd dat de hoogten wel weer vol zullen worden!'
[16] Hiermee waren Muthaël en Lamech het eens, en zij dachten van toen af niet veel meer over de laagte na, maar alleen over hoe zij God steeds meer lief konden hebben.
[17] En de Heer bezocht hen toen meerdere malen.
«« 131 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.