De toespraak van de twee boden tot de verzamelde raadsheren.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 141 / 366 »»
[1] Na zeven dagen riepen de duizend heren het bestuurscollege weer bijeen, en de twee boden, nu als hoge medebestuurders, verschenen te midden van de duizend en beiden spraken elkaar aanvullend aldus:
[2] 'Wij hebben alles grondig overlegd en overwogen en hebben onweerlegbaar vastgesteld dat de huidige staatsregeling in geen geval meer voldoet; wat te veel is, is te veel!
[3] Onze stad Hanoch heeft een veel te grote uitbreiding doorgemaakt. Reeds in de tijd van koning Uraniƫl was zij te groot, en als die rampzalige ringmuur er niet omheen gebouwd was, zou Hanoch er nog een bloeiende stad zijn!
[4] Dat nu echter de volledige ondergang van deze oudste der steden van de aarde nabij is, dat kunnen jullie net zo goed op je vingers natellen als wij !
[5] Bedenk wel, wij zijn nu als het ware duizend koningen! Ieder houdt er een hofhouding op na met duizend mensen van beiderlei kunne ter verheerlijking en verzekering van zijn ambt; dat zijn, met ons zelf meegerekend, tienmaal honderdeenduizend mensen. Evenals wij raken zij met hun handen de aarde niet aan, maar willen toch goed leven.
[6] Vraag: wie moet, wie kan voor zo'n enorm aantal leeglopers het brood opbrengen? -
[7] Maar laten wij verder gaan! In ieder van de tien voorsteden zitten nu ook honderdduizend ambtenaren, wapenknechten en overbodig personeel van hoger geplaatste beambten en de vele ouden van adel.
[8] Ook zij hebben geen van allen iets met de aardbodem van doen, maar desondanks willen zij heel goed leven! Daar is niets op tegen, maar waar moet je vandaan nemen wat de aardbodem niet voortbrengt?! -
[9] Maar nu verder! Wij tellen nu in onze grote stad tien schoonheidsinstituten voor vrouwen. Ieder daarvan is overvol en bevat niet zelden rond tien- tot twintigduizend vrouwen en daarnaast meer dan een derde zoveel hoogleraren en andere bedienden. Zij willen en moeten allemaal rijkelijk te eten hebben en kennen de aardbodem waarop het brood groeit nauwelijks bij naam! -
[10] Maar nu verder! In deze grote stad Hanoch leven nu volgens onze persoonlijke telling tweehonderdduizend adellijke families met hun personeel, samen ten naaste bij dertigmaal honderdduizend mensen; ook zij hebben hun hele leven nog nooit de bodem van de aarde met hun handen aangeraakt en willen niettemin uitermate goed eten.
[11] Maar nu verder! Door die aanhoudende zinloze uitbreidingsdrift van onze stad wordt ten eerste de bodem van de aarde voor niets gedood, en waar een groot nieuw huis wordt gebouwd, groeit geen graan meer.
[12] Ten tweede lokt dan zo'n prachtig bouwsel bemiddelde, vroeger nijvere landbewoners naar de stad; die kopen het huis, bewonen het, leven dan weliswaar van hun middelen, maar zij hebben geen grond meer om te bewerken en kopen voortaan wat zij nodig hebben.
[13] Dat is allemaal goed en wel, maar wanneer dat zo verder gaat, wanneer dagelijks tien tot twintig families van het platteland zich in de stad vestigen, van wie wil men dan het brood kopen als al het landvolk halfadellijke, werkschuwe stadsburgers of op zijn minst bedienden van de stadsburgers worden?!
[14] Verder schrijven wij schatting na schatting aan al onze vazallen voor. Daardoor maken wij het landleven ongeliefd bij het volk. Zij vluchten naar verre, ons onbekende gebieden, of zij verzetten zich hier en daar met geweld tegen onze onterechte vorderingen.
[15] Vraag: wie zal ons voortaan het brood leveren? -
[16] Zie, zo gaat het niet meer met deze grondwet! Beraadslaag nu onder elkaar over onze gewetensvolle voordracht, en dan zullen wij jullie de middelen aan de hand doen waarmee deze misstand tenminste enigszins verholpen kan worden!
[17] Aldus hebben wij naar waarheid gesproken als mederaadslieden met alle achting voor jullie, duizend heren!'
«« 141 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.