De woorden van de heilige Vader tot Zijn verzamelde kinderen. De liefde en het geduld van de Heer met de mensen. Over de verhouding van het volk tot de koning.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 168 / 366 »»
[1] 'Kinderen', sprak de Heer tot het volk, 'kom hier en wees niet bang voor Mij, jullie eeuwige Vader, want Ik heb jullie bezocht, niet om te richten, maar om je Mijn genade en erbarming ten deel te laten vallen!
[2] Maar ditmaal heeft het veel gekost! De Vader moest Zich door het vuur weer een weg banen naar jullie harten en moest overal de aarde verwonden om het hier en daar nog enigszins levende innerlijk te bereiken om daarin door een nieuwe levensadem uit Mij, jullie God en Vader, de geheel verkommerde geest te hulp te komen!
[3] Door een grote doodsangst in jullie moest Ik jullie volledig verstrooide ziel tot inkeer brengen en haar dus helemaal nieuw omvormen, opdat zij weer in staat was het leven van de geest uit Mij in zichzelf te doen gelden en zich te laten leiden door de zachtmoedige kracht daarvan!
[4] Waarlijk, jullie hebben Me grote moeite bezorgd! Jullie steeds toenemende zonden hebben Mijn geduld en lankmoedigheid buitengewoon op de proef gesteld! Het scheelde niet veel meer of de anders zo machtige draad van Mijn geduld was in het midden gebroken omdat de grote en zware last van jullie zonden die te veel hadden uitgerekt, dunner gemaakt en daardoor verzwakt! Maar Mijn liefde spon meteen een nieuwe draad; hiermee verbond Ik Mij nu weer opnieuw met jullie en heb voor jullie een nieuwe koning gewekt en gezalfd, die jullie zal leiden op Mijn wegen die altijd recht en effen zijn.
[5] Deze koning dienen jullie, zoals het hele volk in de laagte, in alles ten strengste te gehoorzamen. Hij zal je daarom wetten geven waaraan jullie je moeten houden en wie zich tegen de wetten zal verzetten, moet onmiddellijk worden gestraft volgens de heiliging van de wet.
[6] Dat is nu Mijn wil! Ik zal jullie van nu af aan steeds koningen geven; goede, als jullie in Mijn liefde zult blijven, - maar ook tirannen als jullie je harten van Mij afwenden. Onthoud dat goed!
[7] Maar wanneer jullie willen samenspannen tegen de koningen, tegen de leiders en bestuurders, dan spannen jullie samen tegen Mij, en dan zal de Vader zich omvormen en veranderen in de rechter en zal over jullie allen een gericht laten komen waarvan de roep zal reiken tot aan het einde van alle tijden voor deze aarde!
[8] Wanneer je echter ontevreden over een koning zult zijn, wend je dan tot Mij, en Ik zal ervoor zorgen dat je een goede koning krijgt! Mochten jullie echter zelf beginnen hier en daar koningen te zalven, dan zal Ik Mijn zorg voor jullie terugtrekken en zal je overlaten aan alle tirannie van een door jullie gekozen koning!
[9] Je kent nu Mijn wil uit Mijn zichtbare mond. Handel daarnaar; dan zal het je goed gaan op aarde, en Ik zal jullie niet laten vallen; in het tegenovergestelde geval blijft het gericht echter onvermijdelijk! Amen.'
[10] Na deze woorden gebood de Heer het volk uiteen te gaan, stelde de vroegere schenker van de olie aan als tempelwachter en begaf Zich toen met de koning en de andere tien de berg op, waar de andere tempel stond.
[11] Wat verder, - in het vervolg!
«« 168 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.