Vragen van de opperpriesters aan de tien verkenners. Het verdrag met de slavenhouders.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 213 / 366 »»
[1] Toen het tiental op het podium kwam, werden zij meteen door de opperpriesters omringd en met de volgende vraag aangesproken:
[2] 'Wij zien nu volkomen in dat jullie een heldere kijk hebben, want wat jullie gisteren voorzegden is precies wat de groten zo onbarmhartig hebben gesproken!
[3] Wij willen, omdat we niet anders kunnen ook op deze voorwaarden ingaan, hoewel ons dat ongeveer tweederde van ons goud kost; maar juist daarom vragen we nu aan jullie op hoeveel pond jullie zo'n gouden berg schatten en hoeveel pond jullie na verloop van vier tot vijf jaar hier naartoe kunnen halen als alles voorspoedig verloopt! We eisen een gewetensvol antwoord.
[4] Vanwege je scherpzinnigheid genieten jullie nu ons volle vertrouwen, en dat wil enorm veel zeggen; misbruik het niet en geef ons geheel naar waarheid het verlangde antwoord!'
[5] Toen de tien deze vraag van de opperpriesters hadden vernomen dachten zij juichend bij zichzelf: 'Pas nu zijn jullie volkomen in onze handen! Een antwoord zul je zeker krijgen, een dat precies zo bij je domme vraag past als een grote tulband op een klein hoofd; maar wat achter dat antwoord schuilgaat zal jullie dood en verderf brengen! Maar dat moet voor jullie domheid verborgen blijven totdat het metterdaad voor jullie satansgezichten onthuld wordt!'
[6] Na deze overdenkingen trad de woordvoerder pas naar voren en zei: 'Maar, jullie hoogmachtige dienaren van alle goden! Wat is dat toch weer voor een weinig doordachte vraag! Jullie zijn toch opperpriesters - hoe kun je dan vragen hoeveel pond een enorm grote gouden berg wel zal wegen?! Probeer de kleinste berg gedeeltelijk te wegen en we zijn er van overtuigd dat jullie je geduld verliezen voordat je met het afwegen van zijn vele duizend miljoen pond klaar bent! En wat is zo'n kleine heuvel ten opzichte van zo'n kolossaal gebergte als er in onze omgeving nergens te vinden is?!
[7] Vraag jezelf af of het mogelijk is daar een gewicht van vast te stellen! Bovendien hebben we jullie toch reeds in het begin gezegd dat als we deze bergen veroveren, het goud wel onder de waarde van het straatvuil moet zinken! Dat moet toch wel genoeg gezegd zijn?! Want die wereld daarginds schijnt net zo uit puur goud te bestaan als die wij bewonen uit puur slijk bestaat! Op grond van onze trouw menen wij dat hierover niet meer gezegd hoeft te worden!
[8] Maar hoeveel pond ieder die met ons meegaat kan dragen zonder daarbij pijn te lijden dat zullen jullie hopelijk toch net zo goed weten als wij! Gemiddeld dertig pond per persoon zal toch niet overdreven zijn?! Maar krijgen wij er nog kamelen bij, dan kan het gewicht het drievoudige bedragen! Willen jullie dan nog meer?'
[9] En de opperpriesters zeiden: 'O nee, nee, want wij zijn immers de lieve bescheidenheid zelf! Als een transport slechts dat oplevert en de gouden bergen ons eigendom worden, dan hebben wij in een keer immers meer dan genoeg! Daarna zorgen wij dan voor een jaarlijks transport, waarmee wij elk jaar minstens evenveel hopen te winnen; zo zal de zaak wel lukken, vooral als wij onze bescheidenheid meetellen! Met deze hoopvolle vooruitzichten willen wij dan nu met het toch wel enigszins zure loskopen van de slaven beginnen!'
[10] En stilletjes juichte het tiental nu nog meer.
[11] De opperpriesters richtten zich echter tot de groten en zeiden: 'Wij hebben het goed overdacht en aan jullie eis gehoor gegeven; maak daarom de zaak overal bekend! Vanaf morgen begint het loskopen en dat gedurende dertig dagen! Wie tot dat tijdstip zijn slaven zal brengen, krijgt ook het bedongen losgeld; na die tijd wordt iedereen met het tienvoudige gestraft naast het verlies van zijn slaven. Het geschiede!'
[12] En hiermee was de vergadering beƫindigd en allen verlieten de raadzaal.
«« 213 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.