Het verhoor van de dertig hogepriesters door de generaal en hun begenadiging.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 238 / 366 »»
[1] Toen de koning op deze manier verzorgd was en van burgerlijke kleding voorzien, wendde de generaal zich tot de dertig hogepriesters en zei:
[2] 'Zie, jullie god is reeds verzorgd en jullie koning gekroond met de burgerkroon, die hem veel beter zal staan dan de bedrieglijke schijnkroon waaronder hij zich verbeeldde veel te zijn, maar toch minder was dan niets!
[3] Nu gaat het om jullie verzorging, jullie oude gewetenloze mensenbedriegers! Waaruit moet die bestaan? - Ik wil jullie een vraag stellen; het antwoord zal duidelijk maken wat je te wachten staat! Luister dus naar mij!
[4] De vraag luidt als volgt: waren jullie wetend of onwetend bedriegers van het volk alsmede van deze door jullie gecreƫerde koning? Geloofden jullie dat deze zwakkeling voor de mensheid in al zijn delen een god was, - hetgeen je het volk en ook deze koning liet geloven? Geloofden jullie voor jezelf werkelijk aan een of meer goden? Of hebben jullie dat nooit geloofd en de oude mythen uit de boeken van Kinkar - tegen je eigen geloof in! - slechts veranderd en vervalst en zo het volk op de meest schandelijke wijze bedrogen?
[5] Beantwoord deze vraag geheel naar waarheid! Iedere aarzeling en mogelijk opzettelijke terughoudendheid zal ik met het zwaard bestraffen! En beken dus nu voor de eerste keer in je leven openlijk de waarheid met je mond! Het geschiede!'
[6] Deze vraag deed de dertig van kleur verschieten, en aangezien op aarzeling min of meer de doodstraf stond, begon een van hen onmiddellijk te spreken en zei:
[7] 'Machtige generaal! Als voormalige onderpriester weet je even goed als wij wie onze heren waren! Waren wij niet met ijzeren geweld gedwongen al dit bedrog in stand te houden?! Wat hielp daarbij ons geweten?!
[8] De belemmering van de maag is gevoeliger dan die van het hart! Met het meest ellendige geweten kun je altijd nog leven, maar met een lege maag niet! Daarom susten wij ook ons hart om zo iets voor de maag te krijgen! En jij als onderpriester moest hetzelfde doen omdat het dagelijks vullen van je maag toch onmogelijk - evenals bij ons - verzuimd kon worden!
[9] Jij wist allang, evenals wij, hoeveel waarheid er school in onze godsleer! Jij wist dat deze leer het allerergste en meest schandelijke volksbedrog was. Waarom ging je als een ware mensenvriend dan niet naar de opperpriesters om hen hun ten hemel schreiende ongerechtigheid voor ogen te houden?
[10] Zie, ook jij hebt je geweten moeten uitschakelen om daardoor ten eerste je huid te redden en ten tweede je maag de druk van de leegte te besparen! Ik en wij allen spraken heel dikwijls onder elkaar: `Het is schandelijk zoals het volk door ons wordt bedrogen!' Maar wat hielp dat? Konden wij het veranderen?!
[11] Maar nu het jou is gelukt de macht van de opperpriesters te breken en je tot heer op te werpen, bedenk dan dat ook wij mensen zijn en dat wij gedwongen waren te doen wat we hebben gedaan!'
[12] De generaal was met dit antwoord tevreden en sprak: 'Goed, je hebt de waarheid gesproken; dan zal ik jullie ook sparen! Ik heb de opperpriesters tot onderpriesters gemaakt en de onderpriesters tot opperpriesters door het gezag dat de nieuwe koning Gurat mij verleende en zo maak ik nu als opperpriestergeneraal ook jullie tot onderpriesters van de eerste rang! Het zij zo!'
[13] Daarmee waren de hogepriesters, die de dood verwachtten, tevreden en zij werden met hun hele hebben en houden naar de woningen van de onderpriesters gebracht.
«« 238 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.